Road O34
Geen idee naar welke plek ik zou fietsen. En het kan me niks schelen ook. Ik houd het niet bij, ik laat me leiden door mijn hart.
Het zou me niks verbazen als ik in de richting van een oude bekende plek zou fietsen. Waar ik al, sinds een paar maanden, niet meer geweest ben.
De fietspaden worden steeds smaller, naarmate ik steeds verder kom in het kleine dorpje. Opeens voel ik me een stuk minder eenzaam. Of dat komt door de gure wind die mijn haren naar achteren laten blazen, of door het gevoel dat het me niks kan schelen, weet ik niet. Maar het voelt goed.
En dat is het belangrijkste. Langzaam maar zeker worden mijn voeten geleid. Ze worden geleid naar een bijzondere plek, heb ik het idee.
Ik voel mijn nekharen overeind komen. Ik fiets toch door, ook al blijft de kou zich in mijn lichaam vesten. Ik overleef het wel. Het is het herfst gevoel.
Daarnaast overkomt het me nooit dat ik tijd voor mezelf nodig zou hebben. En daarom wil ik het goed doen. Het ontgaat me niet dat ik ondertussen door het dorp fiets, door de bijna volle winkelstraten, bezaaid met mensen die winkels in en winkels uit lopen. Ik ben nog te verzwakt om zulke dingen te doen, laat staan dat ik kracht in mijn benen heb om nu te gaan lopen. Als het ware duw ik mezelf voort, al duwend tegen de trappers van mijn fiets. Na een paar seconden laat de zon ook iets van zichzelf zien, door de stralen op mijn huid te laten branden. In mijn hand houd ik mijn mobiel vast, waar heel zachtjes een melodie uitkomt van een liedje van Imagine Dragons. Mijn andere hand heb ik op een simpele manier in mijn zak gestoken. Ik benadrukte mezelf erop dat ik niet te hard van stapel wil lopen, en dat ik niet te ver moet gaan. Niet vandaag, tenminste. Ik heb daar simpelweg de kracht niet voor. En de energie die ik nu in mijn bezit heb, wil ik niet verloren laten gaan. Al na een paar meter verder, kom ik aan bij de eindbestemming, die ik zojuist ook al in mijn gedachten heb zitten. Ik besef dat ik geen enkele keuze heb. Dit is en zou de plaats zijn. Alsof hierdoor de afstand tussen mij en Jack kleiner zou worden, zo voelt het. Ja, ik ben bij de plek. De plek waar onze wegen zouden scheiden. De Albert Heijn. In stilte loop ik naar een angstvallig bekende plek. Ik kom tot stilstand, waarna ik mijn fiets stilletjes neerzet.
Dit is het. Dit s de plek waar ik hem ook wel eens tegenkom. Het verbaasd me dat ik er nog zo geheimzinnig over doe. Na een paar stappen gezet te hebben, beginnen mijn spieren te branden, en kruipt er een misselijk gevoel langs mijn buik omhoog. Ik was bang dat ik zowat over zou geven, maar toen het gevoel verminderde, laat ik een klein zuchtje van opluchting vallen. Angstvallig blijft het stil. Langs mij heen verdwijnen er mensen de supermarkt in, maar ik blijf gewoon staan, op dezelfde plek. Seconden vliegen voorbij, en mijn handen houden het niet meer. Ik tril. Mijn handen trillen op mijn zenuwen mee.
Ik krijg niet het gevoel dat ik ooit zo zenuwachtig voor iets ben geweest. Dit is niet meer de overtreffende trap, dit is niet meer te overtreffen. Zo snel, en zo feilloos kan dat gaan. En op het moment dat ik me om wil draaien, staat mijn hart even stil. Ik trek wit weg. Nekharen gaan overeind staan.
Hij is het, en dit keer weet ik het zeker. Toch?
Oeeeeeeeh, cliffhanger again! I'm sorry, maar het moest even.
Reageer (1)
NOOOOOOH thats so mean ;(
1 decennium geleden