Foto bij Piece number one.

Ik keek uit over de weilanden vanuit het raam van mijn nieuwe slaapkamer. De weilanden waren hier niet zo ingedeeld als in het westen van Nederland waar grote vierkante stukken land steeds van elkaar gescheden werden met slootjes. Hier werden ze van elkaar gescheden met betonnen of houten paaltjes met een of twee draden prikkeldraad langs de zijkant. Niet met hout zoals je altijd zag in films.
Het was hier stiller dan in Amsterdam, waar er hele dagen lawaai was. Auto's, geschreeuw, knallen van vuurwerk en gebonk. Het enige geluid was er van vogels die floten en het zachte geruis van de snelweg dat een paar kilometer van ons huis lag.
Het enige nadeel was dat school veel verder fietsen was dan in Amsterdam en dat de eerste busstop drie à vier kilometer van mijn nieuwe huis was. En dat het hier waarschijnlijk hartstikke dood is. Tot mijn verbazing hadden ze hier wel internetverbinding. Ik dacht werkelijk waar dat ze dat niet hadden op het platteland, dus dat scheelt weer.
Eigenlijk mis ik mijn oude school niet. Missen is maar tijdverspilling zei mijn vader wel eens. Zo heel goed was die school ook weer niet, ik ging er alleen heen omdat het zo dichtbij was. En nu moet ik acht kilometer fietsen. Dan zei de makelaar de eerste keer dat het nog meeviel met fietsen, dus niet. Het is gelukkig dan weer niet zo moeilijke route, het was gewoon een rechte weg tot de stad, waar ik naar school zou gaan.

Ik pakte een kleine handtas en pakte daar wat spullen in: mijn etui, een agenda en een notitieblokje. Nu was ik echt klaar voor de eerste dag. Een dag was het niet. Het was maar van half drie tot half vier en dan mochten we weer naar huis. In ieder geval leerde ik dan wel mijn klas alvast een beetje kennen. Ik zei mijn ouders gedag die druk bezig waren rondom het huis en stapte op mijn fiets. In mijn broekzak stopte ik mijn mobiele telefoon, terwijl er muziek van Coldplay uit dreunde.
Na ongeveer een klein half uurtje kwam ik aan in de stad. De school lag gelukkig aan kant van waar ik vandaan kwam. Het was nu slechts een keer oversteken en dan nog maar een paar kleine straatjes volgens om er te komen.
Het gebouw van mijn school was groot en indrukwekkend. Ik wist dat er aan de straatzijde in moest, de hoofdingang. Enkele honderden mensen stonden al voor het gebouw te wachten totdat ze erin mochten. De fietsenstalling was in tegenstelling tot de fietsenstalling die ik had op mijn oude school niet overdekt. Dat gaf me wel enigszins een veilig gevoel. Enge donkere gebouwen, waar altijd rare gasten verstopt kunnen zitten lagen me niet prettig over het algemeen namelijk.
Toen ik mijn fiets had gestald liep ik richting de ingang aan het raam naast de ingang hingen allemaal klassenindeling. Ook al kende ik niemand was ik toch benieuwd wie er in mijn klas zou zitten. Ik zat in klas 3C, een VWO klas met 25 leerlingen, negen jongens en zestien meisjes. We hadden een mannelijke mentor dit jaar. X. Vlaswinkel. Die "X" klonk wel mysterieus. Je had immers niet veel mensen die een naam hadden beginnend met een X.
Ik pakte mijn mobiele telefoon en keek even nog op social media. Niet veel nieuws, alleen veel mensen die zeurden dat de school weer was begonnen. Ik stuurde ook een tweet: "Wachtend voor de ingang van mijn nieuwe school. Spannend!" En dat was ook precies hoe het was: spannend.
De deuren van de ingang gingen open en alle leerlingen stroomden naar binnen. Het avontuur ging nu echt beginnen.

Reageer (2)

  • Baudelaire

    Fijn hoofdstuk :)

    1 decennium geleden
  • takiwatanga

    Geweldig hoofdstuk! Ik heb een abo genomen

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen