Foto bij De Zuidelijke Waterstam - 11

Yue pov

“U had beloofd ons te helpen!”, riep de ander.

“Koppen dicht”, blafte één van de soldaten hen toe.
“Jullie zeiden me dat er problemen waren met de heropbouw van de stam en daar zou ik eventueel bij willen helpen”, zei ik zo kalm mogelijk. Blijkbaar hadden ze geen van beiden beseft dat ze meteen gearresteerd zouden worden. En op dit moment kon ik daar niets aan doen.
“Ach ja, de heropbouw gaat inderdaad nogal traag”, zei de man tegenover me. “Als u wilt kan ik u wel een rondleiding door de stam geven.”
“Dat zou ik ten zeerste appreciëren.”
“Hoe lang bent u van plan te blijven?”
“Een paar weken. Vuurvrouw Keylina heeft me laten weten dat prinses Lizzie hierheen zou komen om de heropbouw van de stam te bekijken. Ik zou graag hier blijven tot zij er ook is, zodat ik met haar kan bespreken welke hulp ik eventueel zou kunnen bieden.” Even leek de man te schrikken, maar hij herstelde zich snel.
“Natuurlijk, wij zullen de prinses met open armen ontvangen. Als u mij nu zou willen volgen? Ik zal u de stam tonen en een verblijfplaats voor u regelen.”
“Graag.” Hij liet de soldaten de twee gevangen mannen wegbrengen en ging me voor door de stam.

“Ze zijn hier echt arm, tante”, fluisterde Katara. Ik knikte, dat was me ook al opgevallen. Vele iglo’s waren dringend aan herstelling toe, op de grond lag overal afval en de weinige mensen die we te zien kregen, waren in lompen gekleed. Iedereen die ons opmerkte, haastte zich meteen ergens binnen. Ze waren duidelijk doodsbang.
“Hier is inderdaad nog heel wat werk, zo te zien”, merkte ik op.
“Inderdaad mevrouw. We doen ons best, maar helaas lijken deze mensen nog niet bekomen te zijn van de oorlog en willen ze niet met ons samenwerken. Sommigen zijn ronduit agressief.”
“Ik zal proberen met hen te praten. Misschien willen ze van mij wel aannemen dat ze beter met jullie kunnen samenwerken. Maar na zo’n lange tijd weet ik niet of dat snel zal lukken.”
“Wij zouden het zeer waarderen als u dat al probeert, mevrouw. Tenslotte zijn wij hier voor de opbouw van de stam.” Ik knikte beleefd, maar ik moest moeite doen om mijn afschuw te verbergen, wat voor Katara en Thomatio duidelijk niet minder gold. Die man probeerde ons te paaien met leugens terwijl hij hier duidelijk zelf de ene misdaad na de andere beging.

Reageer (2)

  • dayxdreamer

    Gooi hem in de kerker! (of meteen in zee)

    snel verder

    1 decennium geleden
  • Gisborne

    Snel verder! <33333333333

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen