The Story of Moon deel 34
Moon deel 34
De laatste paar dagen had ik erg veel pijn gehad, het leek alsof alles langzaam afstierf. Ik voelde heel soms nog een klopje van mijn hart, maar dat was zeldzaam dit keer. Gelukkig was Aron bij me, om me af te leiden van de pijn, soms ging hij even jagen, en kwam later weer terug. Ik lag tegen Arons borst aan en we keken tv. "Hoellang moeten we hier nog blijven?" vroeg ik met alle pijn en moeite. " Zolang nodig is. Ik moet je eerst nog leren jagen, op dieren natuurlijk. En je mag je familie niet vermoorden, dus ik zou mijn uiterste best moeten doen." ik zuchtte. Het werd langzaam donker, dat betekende dat Aron rond deze tijd ging jagen. Het leek alsof hij mijn gedachte kon lezen, hij zette de tv uit en tilde me op, hij liep met me door de kamers heen, en legde me in het bed prachtige gouden bed. " Wanneer kom je terug? " fluisterde ik. " Zo snel mogelijk, ik denk rond twaal uur, het is nu - hij keek op het klokje op het nachtkastje - tien uur. Ik ben dus morgen weer bij je, als je week wakker word." " Oké. Ik hou van je " zei ik, en draaide me om zodat ik op mijn buik kwam te liggen. " Ik ook van jou " hij gaf me een kus in mijn nek, net op het verkeerde plekje waar mijn genezende wond zat. "AW" schreeuwde ik bijna. " Ssssstt. Rustig maar" susde hij. Ik deed mijn ogen dicht. " Slaap lekker " . " mm-mm " zei ik en sloeg de dekens over mijn hoofd. Ik hoorde niks meer dus ik keek voor de zekerheid nog even over mijn schouder. Hij was weg. Ik kon zoals gewoonlijk niet slapen, als Aron weg was. Werd de vergeten pijn erger en erger. De stekende pijn in mijn borst kwamen terug. En het vlammende gevoel verspreide zich vanuit de holte in mijn borst. Het voelde als een giftige vloeistof die langzaam door al mijn aderen droop. Ik hief mijn hand boven de dekens uit, waarbij ik een vlammende steek in mijn schouder kreeg. Mijn huid was niet meer roestbruin, het was, naja gewoon getint. Ik rolde mezelf in de dekens en viel langzaam in slaap.
Ik schrok wakker, en kwam met een vliegensvlugge snelheid overeind. De pijn in mijn rug was ondraaglijk. Toen ik te lang overeind zat begon de helse pijn weer te komen. Het enige wat is dacht was ; Waar is Aron? Aron? Aron? Aron? mijn gedachte sloeg op hol. Ik keek op het klokje, drie uur s'nachts. Ik keek naar rechts, niemand naast me. In mijn hoofd sloeg een helse paniek toe. Ik moest hem zoeken. Ik sloeg mijn deken open, en wilde uit mijn bed stappen. Maar de helse pijn nam bezit van mijn lichaam. "AWWWWWWWWWWW." schreeuwde ik. Ik moest doorbijten. Ik stapte in mijn pantoffels en hield me onderweg naar de deur van de kamer, aan allemaal voorwerpen vast. Ik greep naar de deurkruk, mis. Ik viel met een enorme klap neer voor de deur. Ik schreeuwde het uit van de pijn en de tranen stroomden over mijn wangen "Aron? Waar ben je? " huilde ik. Ik hees me op aan de deurkruk en rukte hem open. Strompellend liep ik naar de woonkamer, door naar de gang, waarbij ik nog een paar keer viel, en de helse pijn nog erger werd. Ik was aangekomen bij de voordeur. " Wa-wa-waar ben je? Aro-n" snikte ik. Weer viel ik, maar deze pijn was ondraaglijk. Alsof er duizende messen in mijn lichaam zaten, en die allemaal van binnenuit door mijn huid wilden dringen. . Ik kroop langzaam naar de voordeur. Ik was er bijna. Ik rijkte mijn hand naar de deurkruk. Ik pakte het snel vast en gooide hem open. Ik kroop over de veranda. Ik zag alleen maar een donkere streep, het bos. " ARON?" schreeuwde ik? Ik begon te huilen dit keer, heel hard. Ik ging liggen op de grond. Ik had geen energie meer, ik sloeg mijn armen om mijn knien en begon te snikken. "Wa-waar ben je?" fluisterde ik. En al huilend viel ik in slaap.
Ik werd wakker in het prachtige gouden bed, op mijn eigen plek. Was dit allemaal een nachtmerrie? Het besef van tijd drong tot me door toen ik zag hoe licht de kamer was. Ik hield mijn armen - die al iets minder pijnlijk waren - door mijn haren. Ik wreef de slaap uit mijn ogen en keek naar het klokje. Het was 5 uur s'middags. Mijn blik viel op een geel post-it briefje. ' Hallo mevrouw, ik deed vanmorgen mijn dagelijkse wandeling, en zag u liggen op uw veranda. Ik had hulp ingeschakeld en samen hebben we u naar binnen gebragd, als er wat is kunt u altijd bellen, u heeft ook een vreemd kleurtje op uw gezicht. Maargoed, u kunt altijd bij ons aanbellen als er wat is. Groetjes mvr Delidara. Ik moest grijnzen, waarschijnlijk was het 't vrouwtje van de balie. Ik moest ook lachen om haar beleefdheid. Mijn maag knorde een beetje, ik besloot naar de koelkast te gaan en wat melk en brood te pakken. Tot mijn verbazing was de pijn niet zo erg vandaag. Ik at het langzaam op. Opeens liet ik mijn broodje vallen en mijn ogen werden groot. Waar is Aron? Vroeg ik mezelf weer af. "Aron? " riep ik. Zijn naam galmde door het lege blokhutje. "Aron" schreeuwde ik nu wat harder. Ik keek in alle kamers, maar hij was nergens te vinden. Ik kwam in de badkamer, ik keek naar links en schrok me dood. Mijn spiegelbeeld was verschrikkelijk. Ik leek net een spook. Zo verschrikkelijk zag ik eruit. Wat hadden die mensen wel niet gedacht. De vlammen begonnen weer op te laaien, mijn lichaam liet weten dat ik nu genoeg energie had gebruikt voor vandaag. Ik besloot weer in mijn bed te gaan liggen. Ik staarde naar het prachtige plafond. Het besef, druipte langzaam weer mijn gedachtes in. Aron was weg. Een traan gleed over mijn wang. Wat is er met hem gebeurd? Vroeg ik mezelf af. Hij zou me nooit meer alleen laten, dat wist ik zeker. Of wilde hij me zo, met al deze pijn achterlaten? Nee, niks voor hem. Waar was hij? Ik wist het zeker, wat er ook met hem gebeurd was. Hij was weg..
Reageer (7)
waar is aron heeen?
1 decennium geledensnel verder !
verder!!
1 decennium geledenweer mooi geschreven(H)
1 decennium geledenWoooh
1 decennium geledenEcht super mooi(H)
gaaf geschreven:D
1 decennium geleden