Lunch was al ten einde gelopen en iedereen van men klas liep richting de bussen, aan het einde van de parking. Jacob en Leyna stonden naast elkaar en Jasper stapte net op. Het was vreemd om te zeggen, maar ze leken zo verschrikkelijk, veel op elkaar nu. De zelfde uitdrukking, blik en zelfs houding. Ik stapte op en ging helemaal vooraan in de bus zitten, wetend dat daar nog nooit iemand zat. Ik nam men pose van daarnet weer aan. Trok men knieën op en klemde ze tegen men borst met men handen er omheen. Ik kon ze voelen. Hun aanwezigheid, en hun blikken op me gericht. Ik staarde door het raam naar de weg. Iemand ging naast me zitten, toen de bus vertrok. Ik kon de koude voelen, maar wist dat Jasper het niet was.
Ik verlegde men hoofd van het trillende raam naar zijn schouder. Hij streek door men haar, terwijl hij sprak. “Soms kan hij echt een sukkel zijn.”
Ik knikte en zuchte.
Hij tilden men hoofd zacht op zodat ik in z’n ogen kon kijken.
“Maar je moet niet zo hard voor hem zijn, kleintje” Edwards stem was zacht en medelevend, eindelijk iemand die iets begreep.
“Ze vechten”
“Wie?”
“Men geweten tegen hun alle 3. Wereld oorlog III. Ze vechten voor de macht van men hoofd. Ik kan ze daar niet houden, soms breekt de oorlog los en gaat hij weer liggen.” Mompelde ik.
Hij lachte,”Heb je al de witte vlag geprobeerd.”
“Helpt niet. Het gaat niet om hun. Het gaat om mij. Ik moet kiezen, net zoals Bella deed.”
Hij verstarde onder me en zijn hand bleef op men hoofd rusten. “het spijt me”
“Nee, luister,” hij nam adem en sprak met een harde ondertoon,”Ik heb Bella nooit verplicht te kiezen. Zij koos me en nu ben ik de gelukkigste man in de wereld. Jij hoeft niet te kiezen!”
“Moet ik wel. Anders ontploft men hoofd.” Zei ik met een kinderstemmetje. Hij relaxte weer en streek terug door men haar. De rit naar de zaal ging op de zelfde manier verder. Soms zei hij me wat ze dachten en veranderde dan snel weer van onderwerp. Het was moeilijker dan ik dacht, om mezelf te weerhouden van omkijken. Iedere keer ik naar Edward keek, flitste men ogen automatisch hun kant op, alsof ze men naam riepen. Waarom maakte ze alles veel moeilijker dan het al was. Konden ze niet voor heel even normaal zijn en alle dat mythe gedoe achterwegen laten. De bus kwam abrupt tot een stop, bij een oud gebouw. De randen van de witte wanden begonnen af te brokkelen en de poorten leken ieder moment uit hun schroeven te kunnen vallen. Hij nam men hand en liep met me mee de bus af. Ik hield men ogen strak voor me, niet omkijkend naar hun.
“Straks gaan we naar een toneelstuk kijken, ik wil dat jullie moeite doen om op te letten. Een heel klein beetje jongens. Dankje!”
Ik keek zelfs de leerkracht niet aan, want je wist maar nooit wie bij hem stond. Een andere school stond wat verder in een keurige rij, hun schooluniformen, perfect recht en gelijk. Al hun ogen bleven bij ons rusten. Ik volgde die van de jongens en zag Bella. Ik lachte. In haar ogen was haar ongemak te lezen, Edward was er beter in. Ieder meisje keek naar de 2 grote, witte gedaantes van de Cullens. Ik fronste, waar waren Emmett en Rosalie?
Jasper keek me opeens weer aan, en ik keek zo snel ik kon weg.

Reageer (1)

  • Zucht

    jongens... altijd het zelfde eh...

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen