The Hunger Games ~ Primrose Everdeen ~ Part 2 #chapter1
Tips altijd welkom!!
Ik wil tussen de draden van het hek door klimmen als Katniss me tegenhoud. Ik zie hoe ze haar oren spitst. Ik doe haar na. En ja, ik hoor het gezoem van het hek. Wat nu? Katniss lijkt hetzelfde te denken. Nooit is loopt er stroom door het hek om District 12. We mogen van geluk spreken als er ’s avonds een paar uur elektriciteit is. Behalve wanneer het Capitool een verplicht programma uitzend. Nooit valt dan opeens de stroom uit, wat normaal regelmatig gebeurt. ‘Kunnen we er niet overheen springen?’, vraag ik. Maar direct daarop schudt Katniss haar hoofd. ‘Geen sprake van’, zegt ze vastbesloten. ‘Het hek is daar veel te hoog voor. We kunnen beter wachten’. Ik zucht diep. Maar ik weet dat ik geen andere keuze heb. Soms zat ze samen vast met Gale, omdat er onverwachts stroom door het hek liep. Maar dat was hooguit een paar keer per jaar. Dan werd ik door mijn moeder naar het weiland gestuurd, om onopvallend te kijken of ik misschien een spoor van Gale of Katniss in de bossen zag. Of om te luisteren of het hek aanstond. Dan kon ik mijn moeder gerust stellen. Maar nu is er geen Primrose om onze moeder gerust te stellen. Niemand zal ons komen zoeken. Mijn moeder zal zich ongerust maken, in ons nieuwe huis in Winnaarswijk. Maar ze zal niet naar het bos komen om te kijken of het hek toevallig aanstaat. Katniss spreidt haar armen. Ik kruip dicht tegen haar aan. Beschermd door haar armen. Haar adem vormt witte wolkjes in de lucht, omdat het vriest. Dan begint ze te zingen. ‘Onder de wilg, diep in het weiland…’ Ik concentreer me alleen op Katniss’ stem. Langzaam voel ik hoe ik indommel.
‘Katniss?’ Ik open mijn ogen. Het is pikdonker. Meteen weet ik weer waar ik ben. ‘Katniss?’ Geen reactie. Bang ga ik rechtovereind zitten. ‘Katniss! Katniss!’ Wanhopig sla ik met mijn armen om me heen. Ik wil nog een keer om mijn zus roepen, maar er lijkt geen geluid uit mijn keel meer te komen. Uiteindelijk lukt het me om een hele korte, schelle gil te laten ontsnappen. Maar het is te weinig om iemand te laten weten dat ik hier nog ben. Ik sta op. Meteen voel ik dat er iets niet klopt. Voor ik het weet, trap ik op iets ronds. Mijn hand tast naar beneden, en mijn vermoeden wordt bevestigd. Het is de pijlenkoker van Katniss. Ik schuif mijn hand verder door de bladeren, die al vochtig aanvoelen. Ik vind het hout van mijn boog. Waarom is Katniss weggegaan zonder haar wapens? Op dat moment hoor ik een gil. Even weet ik niet wat ik moet denken. Het is alsof er een stuiterbal van de ene naar de andere kant in mijn hoofd springt. Op het moment dat ik nog een gil hoor, verdwijnt de stuiterbal. Het is Katniss! Waarom gilt Katniss?, denk ik. Maar er is te weinig tijd om daarover na te gaan denken. ‘Prim! Prim!’ Katniss’ stem klinkt wanhopig. Zou een wilde beer haar te pakken hebben? Of is het de lynx? Misschien is het wel degene die de konijnen heeft gevangen. Maar ik kan er niet over nadenken. Ik weet alleen dat ik naar Katniss toe moet gaan. Ik sla de pijlenkoker met de pijlen om mijn schouder en pak de boog in mijn rechterhand. Ik merk meteen dat het de volwassen boog is, die Katniss altijd gebruikt. Hij is zwaarder en groter. Maar ik kan niet in het pikdonker de kinderboog gaan zoeken. Ik weet trouwens ook niet eens waar die ligt. Ik zet een paar stappen vooruit. Meteen merk ik dat ik de verkeerde kant op loop. Als ik een paar honderd meter naar rechts loop, wordt het gegil harder. Waarom gilt Katniss? Ze gilt nooit! Er moet iets goed mis zijn.
Er zijn nog geen reacties.