Road O31
Tijden gaan snel. Te snel. Ik heb me gek genoeg zo ver kunnen krijgen om me in te houden. Om het deels ook positief in te zien. Ik kan niet meer ontkennen dat ik iets voor hem voel, maar doordat hij nu weg is - niet zowaar uit mijn hele leven, want hij blijft nog altijd in mijn hoofd, en in mijn hart - krijg ik het idee dat het de komende weken wel eens minder gaat worden. Ik wil me concentreren op school. De dagelijkse gewoontes, om het zomaar te noemen.
Gelukkig ben ik net geslaagd voor mijn diploma, weliswaar niet op een hoog niveau, maar wel zodoende dat ik er wat mee kan bereiken.
Ik bekijk nogmaals mijn diploma, en daarnaast mijn cijferlijst. Ik had het beter gekund, dat zeker. Maar ik kan niet te negatief over mezelf zijn, dat is niet de bedoeling. En als cadeau hierop, heb ik een reis naar Engeland gekregen. Ja, inderdaad. Ik ben naar één van de mooiste steden van heel Europa geweest: Londen. Ik kan me niet herinneren hoeveel blijer ik ben geweest. Voor een paar dagen hebben we alle leuke plekken weten te bezichtigen. Het hotel, dat was nog wel het mooiste. Uitzicht op de Tower Bridge, de beroemde brug. En de Thames. Maar helaas is die tijd voorbij. Het is september, de zomervakantie is net afgelopen. Ik wil het woord 'school' de komende dagen het liefste niet meer horen, maar over een paar dagen is het wel weer zover. Een nieuwe klas, een nieuwe start, een nieuw schooljaar. Dat luid mij het nieuwe schooljaar in. Vermoeiend zak ik onderuit, de papieren uiteindelijk wegleggend, naast me op het bed. Niet veel later hoor ik mijn mobiel gaan. Het verlossende geluid doorboort zich in mijn hersenvlies, en ik loop zo snel als ik kan naar mijn bureau om het toestel te pakken. Ik druk op een knopje, en ik houdt hem tegen mijn oor gedrukt. Alsof ik ieder moment in tranen uit kan barsten, probeer ik de opkomende tranen tegen te houden. "Met Eva," probeer ik soepeltjes te klinken. Daar gaat het al mis. Ik kan dit niet. Aan de andere kant van de lijn hoor ik een klein zuchtje.
Wacht, is dat niet.. Het kan niet anders, deze zucht herken ik toch uit duizenden.
"Wat ben ik blij om jouw stem te horen.." klinkt er een wel heel bekende stem. Het is hem. Nu is het zeker. Dit is Jack.
De laatste paar seconden. Die doen het hem. Ik ben vastgeketend aan de vloer, niet wetend wat ik nu moet zeggen. Is het hem echt?
"Jack? Ik had niet gedacht dat je zou bellen," zeg ik, doorhebbend dat mijn stem gebroken klinkt. "Sorry. Ik had het ook veel eerder moeten doen."
Al luisterend naar de stem aan de telefoon, loop ik weer terug naar mijn bed. Ik laat me zachtjes op het zachte bed vallen, waardoor ik mijn benen optrek.
"Maar hoe gaat het met je? Je was toch naar Londen geweest?" Mijn hart mist een paar tellen. Het gaat zo erg tekeer, dat ik al niet eens meer weet hoeveel tellen het zijn.Ik mis hem. Het is nog steeds evenveel, als dat we afscheid van elkaar namen. Dat moment is het pijnlijkste in mijn hele leven.
Niks kan daaraan tippen. Echt niet.
"Oh, ja. Ik kan niet geloven dat ik daar ben geweest. Het was zo mooi, Jack. En ik had uitzicht op de Thames," zegt mijn stem, nu iets enthousiaster.
"Leuk toch? Ik krijg nog wel een keer foto's te zien, hmm? Ik wil ze wel te zien krijgen hoor!" reageert hij. Er is iets aan zijn stem. Iets anders.
Nee, dit is niet dezelfde Jack. Hij doet raar. "Ja, natuurlijk. Kom dan maar een keertje langs, als je zin hebt." En tijd, plak ik er in mijn hoofd aan vast.
"Misschien ben ik te egoïstisch geweest, vooral naar mezelf toe. Ik wilde het goed doen, en jou er niet mee opzadelen. Maar ik hoor dat jij er anders over denkt. Of niet soms?" vraagt hij. Ik kan alleen maar knikken. Hij ziet het niet, dat weet ik. "Ik begrijp het wel, echt. Je kan beter worden, in wat je nu al kan."
Soms vraag ik me af of hij nog vaak aan me denkt. Of hij spijt heeft van wat hij heeft besloten. En of dit ook zijn werkelijke beslissing is om daar te blijven.
"Je wilt verder kunnen dromen. En dat is de techniek beter kunnen beheersen. Van anderen mensen leer je wat, en ik kan hier nog kleine dingetjes leren." zeg ik langzaam. Ik staar afwezig naar het plafond, wat opeens heel interessant is. Ik probeer me enigszins nog te concentreren op het telefoongesprek.
Het lukt niet altijd. Maar als zijn stem weer klinkt, heb ik mijn hele aandacht weer erbij.
"Ja. Ik wil zo hoog mogelijk eindigen. Dat is mijn einddoel," antwoord hij afwezig. Plots bedenk ik me. Zou het niet het perfecte moment zijn?
"Ik vraag me iets af.." Door het gesprek heen, hoor ik opeens geklop. Eten. Op een moment als deze moet ze het weer verstoren.
"Oh, ik moet ophangen. Ik vertel het je nog wel een andere keer," zeg ik snel, maar ik wil nog lang niet ophangen. "Spreek ik je snel weer?" vraagt hij nog.
"Ik hoop het, Jack." En met die woorden, hang ik op. Ik kan de tranen nu niet meer bedwingen. Een enkeling druipt over mijn wang heen, waarnaar er meerdere volgen. Ik kan dit niet zonder hem, en dat weet ik nu zeker.
Wow, een XL-hoofdstuk! Gewoon 900 woorden, dat is veel! Ik hoop dat jullie het nog leuk vinden (:
Er zijn nog geen reacties.