W3
Als beloning zorg ik trouwens voor reclame voor één van je creaties in deze en minstens één van mijn andere stories
“Alfea doorlichten”, zei Faragonda met een glimlach. “Dat wil zeggen, ik wil dat jullie precies elk detail van de organisatie van de school proberen ontdekken. Ik leg jullie in de loop van volgende week wel uit waarom precies.”
“Dat kennen we toch al?”, merkte Stella op. “We zitten hier al lang genoeg op school hoor.”
“Jullie zouden wel eens versteld kunnen staan hoeveel details jullie nog niet weten”, zei Griselda. “Ik raad jullie toch aan goed je best te doen.”
“Zullen we doen”, zei Bloom.
“Komt in orde”, zei Flora ook.
“Uitstekend, meisjes, dan stel ik voor dat we nu gaan eten, dan kunnen jullie daarna je koffers uitpakken”, zei Faragonda met een glimlach. Samen liepen ze naar de lerarenrefter.
De volgende dag liep alles vlot, alleen sommige eerstejaars waren wat angstig, maar Bloom en Flora vingen hen hartelijk op.
“Hoi Bloom!” Roxy en Laetitia kwamen naar hen toe.
“Hallo”, zei Bloom lachend. “Alles goed?”
“Ja hoor.”
“Fijn. Misschien kunnen jullie beter naar Musa en Layla gaan, tenzij jullie liever het eerste jaar overdoen?”
“We gaan al”, zei Roxy lachend.
“Ik zie jullie ergens deze week nog wel”, zei Bloom. “Maar nu heb ik het druk.”
“Geen probleem, majesteit”, zei Laetitia. Ze maakte een buiging.
“Laetitia, hier op Alfea is het gewoon Bloom hoor”, merkte Bloom op.
“Oh, ja, euh, natuurlijk, ik was het even vergeten, na deze zomer…”
“Geeft niet.” Lachend wuifde Bloom hen weg.
Bloom en Flora zagen twee meisjes naar hen en de andere eerstejaars toe komen.
“Een tweeling, gok ik”, zei Bloom.
“Denk ik ook”, fluisterde Flora terug. De meisjes zagen er wat zenuwachtig uit, maar ze praatten toch ook wat opgewonden met elkaar, al zorgden ze ervoor het niet te luid te maken. Plots verstarde er één, stootte de ander aan en wees op Bloom. Bloom en Flora keken elkaar niet-begrijpend aan, voor Bloom naar de meisjes toe ging.
“Kan ik jullie helpen?”
“Uwe majesteit.” Allebei maakten ze een buiging.
“Euh, mag ik vragen wie jullie zijn?”, vroeg Bloom, wat in de war. De enigen hier op school die haar ooit met majesteit hadden aangesproken, waren Laetitia en Elyssa.
“Mijn naam is Patrizia.”
“Mijn naam is Cécilia.”
“We komen voor het eerst naar Alfea, we zitten in het eerste jaar.”
“We wonen op Eraklyon.”
“Ach zo.” Bloom glimlachte. “Nou, welkom op Alfea.”
“Dank u, majesteit.” Opnieuw maakten ze een buiging.
Er zijn nog geen reacties.