Ik schrik wakker van een Krijsende vogel.
Langzaam sta ik op, ik heb pijn aan me rug door de harde houten vloer van de boomhut.
ik heb honger, gelukkig heb ik een tas met eten mee genomen.
Als ik me ontbijt op heb ga ik naar buiten. Laat ik maar naar huis gaan, de woede is al weggezakt.
Ik loop richting huis. Opeens hoor ik iets ritselen, Ik draai me om en zie niks. Ik loop verder. Na tijdje hoor ik weer iets ritselen maar niet achter me maar in de bosjes. Ik loop richting het geluid tot het stil is. Ik kijk om me heen en ik zie dat ik midden in het bos sta. er is nergens een pad te vinden. ik loop steeds verder het diepe bos in. het wordt mistig en ik zie in de verte iets. Geen paard of een ezel, maar een vrouw. Niet zomaar een Vrouw maar een hele lange vrouw met met een grote rode sjaal. Ik loop richting de vrouw maar opeens is ze weg. Net als me rugtas die is ook opeens weg. Daar sta ik dan midden in het bos zonder eten en drinken,en ik heb werkelijk geen idee waar ik ben. Ik loop verder en probeer de weg terug te vinden. Tot ik bij een pad kom. Ik kijk of dit het goede pad is, Maar ik heb geen idee elk pad lijkt op elkaar. Maar aan dit pad is iets raars. Het is lang en Kronkelig en er lijkt geen einde aan te komen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen