Halfblood~4
Als jullie ideeën hebben of commentaar, zeg het gerust!
Dit weekend ben ik verhuisd dus ik ben super moe!
Liefs Plath
P.S. In Rotterdam DemigodAisha, lief dat je het vroeg
Het monster brulde, de wind woei en de muziek bleef maar spelen. De natuur magie die Joey gebruikte was erg krachtig, hij wist precies wat hij deed. In de auto had hij me veel uitgelegd, ook dat als ik alles wist ik makkelijker gevonden zou kunnen worden door monsters, hij had me te veel verteld maar gelukkig nog niet alles.
Het monster zette nog een stap in onze richting, over een beekje heen. Joey begon steeds sneller te spelen, totdat eindelijk Joey's auto van de grond afkwam. Lange boomwortels duwde de auto, met de boomstam nog steeds door de voorruit, in de richting van het monster. De auto vloog steeds hoger en het monster kwam steeds dichterbij. Vanaf dat moment ging alles heel snel. De leeuwen kop spuwde een straal vuur, zodat de boom die vlak bij Joey stond vlam vatte. Joey was zo in de ban van zijn eigen muziek dat hij niet door had dat hij bijna in brand vloog. Ik moest iets doen, Joey probeerde onze levens te redden en ik mocht hem best helpen. De boomstam had nu de muil van de leeuw bereikt, dit was het moment waar alles om draaide. De leeuw opende zijn mond en spuwde een hete vlammenzee tegen de auto aan. Joey speelde nog een laatste hoge noot en de auto vloog in de mond van de leeuw. De hitte van het vuur was zo hoog dat de auto half gesmolten de muil van de leeuw in vloog en al snel begon de leeuw te kokhalzen, de gesmolten resten van de auto waren bezig met het verbranden van de Chimaera zijn ingewanden. Het monster brulde nog een keer en ontplofte daarna in een enorme stofwolk.
Het monster was dood, de muziek was afgelopen en Joey lag bewusteloos op de grond. Een enorm gekraak vulde de nachtlucht, de boom die naast Joey stond te branden begon gevaarlijk door te buigen, hij zou snel afbreken en op Joey belanden.
Ik rende naar Joey toe en knielde naast hem neer.
'Joey, kom op we moeten gaan.' fluisterde ik, terwijl ik hem ruw door elkaar heen schudde.
Het gekraak en geknetter van de brandende boom werd steeds luider.
'Joey, alsjeblieft.'
Met een enorm kabaal brak de boom nog verder door, nog even en dan zou de boom omvallen. Het enige geluid dat boven het brandende vuur uit kwam was het geluid van de beek. Ik had altijd veel van water gehouden, dus om niet aan mijn naderende dood te denken concentreerde ik me op het geluid van het water. De boomstam brak en in een afwerend gebaar hield ik mijn hand omhoog. Dit was het einde.
Alles was zwart, was dit nu de dood? Geen onderwereld? Geen Tartarus, zoals ik in de Griekse Mythologie boeken gelezen had? Waar was mijn moeder? Of mijn vader? Als ik dan toch dood was verdiende ik minstens een familiereünie. Toen hoorde ik een stem.
'Wat moet ik met het vervloekte kind?' siste de stem ergens achter me.
'Je moet ervoor zorgen dat we geen last meer van haar hebben.' zei een andere stem.
Een instemmend gemompel vulde mijn oren. Er waren meer mensen, veel mensen.
'Ze moet dood, ze is te gevaarlijk.'
'Zij is het meisje dat ons allemaal vernietigd.'
'Ze is het mormel uit die verdoemde voorspelling.'
'STILTE,' riep een bulderende mannen stem. 'De koningin spreekt.'
Er ging een onrustig gemompel door de menigte heen, ik vermoede dat het een menigte was want ik kon nog steeds niets zien.
'Ze is een gevaar voor ons allemaal, ze moet vernietigd worden.' zei een zijdezachte vrouwenstem.
De stem was prachtig en afschuwelijk te gelijk, je wilde gelijk alles doen wat de stem je vertelde te doen. Maar er zat ook een ondertoon in haar stem die je waarschuwde voor iets machtigs, iets ouds en iets gevaarlijks. Wie die koningin ook was, ik wilde haar liever niet ontmoeten.
'Maar,' vervolgde de vrouwenstem. 'Laat haar eerst mensen ontmoeten, mensen waar ze van gaat houden. Chantage materiaal, we gaan haar al ons vuile werk laten doen. Zij word onze kracht, door haar heersen wij straks over het gehele universum.'
De menigte juichte en begon opgewonden met elkaar te praten.
'Ga nu, mijn onderdanen. Vind het meisje, en hou haar in de gaten. Als de tijd rijp is gaan we over op de aanval.'
Wie dat meisje ook was, ik hoopte dat ze veilig was en zich bewust was van het gevaar dat dreigde.
Reageer (2)
Ze mag niet dood!!
1 decennium geledenSnel verder!!
Ik heb net voor de tweede keer I am Number Four gelezen en las het woord Chimaera.
Toen dacht ik meteen aan een iets dat van gedaante kan wisselen, toen bedacht ik me dat dit een mythologie verhaal is...
Stupid me.....
Ohh , ne ze mag niet dood
1 decennium geleden