In de eerste opdracht is het de bedoeling dat jullie een nieuwe Disneyfilm gaan verzinnen. Het is de bedoeling dat je deze opdracht heel goed in mind houdt, want je gaat hem nog nodig hebben. Je gaat het plot (samenvatting, geen script) van de nieuwe film bedenken en helemaal uitschrijven. Vergeet geen passende titel te bedenken!

Voorwaarden:
Min. 500 woorden
Max. 1500 woorden



      In het koninkrijk van koning Rabast waart een monsterlijk schepsel rond. Het is een gevaarlijk en hongerig wezen dat vooral kinderen eet. Het wezen slaat altijd onverwachts toe en schijnt het gehuil van een wolf voort te brengen. Hij wordt daarom ook wel de Bloedwolf of kortweg de Wolf genoemd door de bevolking.
      De zeven kinderen van de koningen hebben behalve het paleis niets anders van de wereld gezien. Vanwege de gevaarlijke wolf mogen zij namelijk niet buiten komen. De oudste zoon en dochter zijn een tweeling en beiden zestien jaar oud. Ze beseffen dat hun tijd eraan komt en dat ze zullen moeten trouwen. De zoon, Geoffrey, zal koning worden en het is ook aan Cordelia om een man te vinden.
      De koning organiseert een groot feest. Dit doet hij eens per jaar om het volk toch zijn prachtige kinderen te tonen en vele lieden van heinde en ver zijn uitgenodigd. De kinderen zijn enthousiast en maken zich klaar voor het feest. Ze zullen uiteraard goed in de gaten worden gehouden, maar voor één avond zijn ze niet gebonden aan de strikte routine die ze normaal kennen.

      Intussen is de Wolf op zoek naar kinderen. Hij waart door de straten, maar de angstige mensen zijn al binnen of in het paleis. Er is niemand meer op straat en hij komt ook niemand tegen. Naarmate hij dichter bij het kasteel komt, hoort hij muziek. Dat maakt hem zowel vrolijk en nieuwsgierig als jaloers, want hij is niet uitgenodigd.
Hij steelt een overhemd van een waslijn samen met een pantalon en trekt deze aan. Zijn lichaam past nauwelijks in de kleren, maar hij klimt niet veel later toch over de muur van het kasteel en valt daardoor in de vijver.

      De jongste prinses heeft het feest, dat al in volle gang is, al vroeg verlaten voor een wandeling in de tuin. Ze houdt van dansen, maar haar zussen en broers dansen niet met haar maar met iemand van hun eigen leeftijd. Zelf heeft Grace meer zin in avontuur en wil liever in de tuin spelen dan zich deftig te moeten gedragen tussen al de gasten. Ze moet een goede indruk maken op het gewone volk, dat ook is uitgenodigd.
      Ze huppelt wat rond in de tuin als ze een luide plons hoort. Nieuwsgierig gaat ze op het geluid af en ziet een gemaskerde man in de vijver liggen. Hij spreekt niet als hij zijn harige hand naar haar uitsteekt en Grace helpt hem op het droge.
      Grace is jong en nauwelijks bang voor de man voor haar neus. Hij kust haar hand en hoewel hij niet spreekt, komt hij vriendelijk op haar over. Ze besluit hem te helpen en hem schone kleren aan te trekken. Ze sluipen het paleis binnen, maar worden opgemerkt door haar iets oudere broers en zus. Robin, Luke en Mary. Ze zien de man, die zijn masker niet af wil doen en nemen hem mee naar een van de kamers in het kasteel. De man volgt hen gedwee.

      Intussen hebben Cordelia en Geoffrey een fijne avond. Ze dansen en praten geïnteresseerd met de gasten, terwijl ze beiden opzoek zijn naar de ware. Ze weten dat het van deze avond afhangt en zijn licht gespannen naarmate de avond vordert.
      Hun gedachten gaan voor het eerst sinds die avond ergens anders naar uit, als hun regentes hen vraagt waar hun broertjes en zusjes zijn.
      Als ze om zich heen kijken, zien ze dat geen van hun broertjes en zusjes nergens meer te vinden zijn. Ze gaan naar hen op zoek, hoewel het hen spijt dat ze hun danspartners alleen moeten laten. Het was net juist erg gezellig geworden.
      Cordelia en Geoffrey hollen de gang op en horen al gauw gestommel. Eerst klinkt er gegiechel, maar dat slaat niet lang daarna om in een gil. Ze rennen op het geluid af en schieten een kamer in. De deur gaat achter hen dicht en het wordt donker. Behalve wat gehijg, horen ze niets als Cordelia een gil wil slaken, wordt deze gesmoord in een zakdoek.

      Als Cordelia haar ogen open doet, hoort ze tegelijkertijd de stem van haar jongste zusje. Ze praat zachtjes en smekend en als hij overeind wil komen, merkt ze dat ze gekneveld is. Ook haar andere broertjes en zusjes zijn er, maar Geoffrey ontbreekt.
      Ze bevinden zich in een kerker die ze niet kent. Deze hoort niet bij het paleis van haar vader en ze wordt bang. Robin en Luke zitten dicht tegen elkaar aan en Mary’s ogen zijn nat. Owen, de op één na oudste broer, zit voor de spijlen van de tralies en kijkt naar een harige gedaante die half schuilgaat in de schaduwen. Hij volgt instructies op van Grace, die in haar mooie avondjapon op de stenen vloer zit. Haar handen zijn niet geboeid en hoewel ze met een strakke blik naar de man kijkt, speelt er een glimlach rond haar lippen.
      Cordelia is nieuwsgierig naar wat er gaande is en ook vreest ze voor haar zusje, die niets door lijkt te hebben. Ze zit kaarsrecht, zoals ze altijd heeft geleerd, maar nooit heeft gedaan en spoort de ander aan om dat ook te doen.
      Cordelia schrikt als bij die beweging het gezicht van de zwaar gebouwde man in het schemerige licht komt. Hij heeft grote kaken en lange, puntige tanden. Zijn gezicht is behaard en het is duidelijk te zien dat hij snuit heeft. Hij is de Wolf.
      Cordelia waarschuwd Grace dat ze bij hem vandaan moet gaan, maar de Wolf gromt naar hen en trekt Grace met zich mee een gang in, zodat ze hen niet meer kunnen zien.

      Geoffrey heeft zijn paard gezadeld en gaat er onmiddellijk vandoor. Hij is niet de enige die naar zijn broers en zussen op zoek is, maar hij wil niet wachten en niets doen. Het meisje waar hij de vorige avond mee danste, blijkt nog in het kasteel te zijn. De koningin heeft hen met elkaar zien dansen en heeft haar uitgenodigd om te blijven.
      Tot haar teleurstelling wil Geoffrey niet lang praten, maar wat hij wel gaat doen, wil hij ook niet zeggen. Ze wil dat hij beloofd dat hij voorzichtig doet en spoedig terugkomt. Met die woorden in zijn achterhoofd, vertrekt hij.

      De Wolf heeft Grace naar een kamer geleid die er beter uitziet dan de kille en vochtige kerkers onder de stad. Hij verteld haar met zijn grauwe, diepe stem dat hij hier is gaan wonen nadat hij zijn vrouw en kinderen verloor. Ze werden ooit aangevallen door een monsterlijke wolf, die zijn vrouw doodde en zijn kinderen vluchtten het bos in, waardoor hij hen niet kon vinden. Zelf werd hij gebeten en veranderde in een wolfman. Uit jaloezie stal hij kinderen van de mensen in het koninkrijk, maar ze ontsnapten altijd en renden de bossen in.

      Owen en Mary bevrijden elkaar van elkaars touwen en helpen de rest om ook vrij te komen. Luke, die van hen de kleinsten is, wringt zich tussen de spijlen door en haalt de sleutels van de haak die de cel kunnen openen. Stilletjes sluipen ze door de gangen, zoekend naar Grace en een uitgang, maar vinden alleen die laatste. Het is een lange gang, die leid naar een bos en hoewel ze weten dat het koninkrijk omringd is door bossen weten ze niet precies waar ze nu zijn.
      Ze horen alleen gehuil van een wolf en slaan op de vlucht voor het wezen dat zich ergens in hun buurt bevindt.

      Geoffrey rijdt met zijn paard over de straten, maar ziet dat alle huizen gesloten zijn. De mensen zijn binnen en wachten angstig af. Hij baalt als het begint te regenen en wil even schuilen als hij ziet dat de bliksem inslaat in het bos. Er ontstaat vuur en voor het eerst in zijn leven hoort hij het gehuil van een wolf.
      Omdat hij de verhalen over de Wolf wel kent en weet dat hij daarom altijd is opgesloten, gaat hij richting het bos.

      Als Grace thee heeft gedronken met de Wolf en ze terugkeren naar de kerker, zien ze dat die leeg is. Grace, die besefte dat ze niet vrijgelaten zouden worden, is opgelucht en teleurgesteld. Ze mag de Wolf wel en heeft medelijden.
      Ze vraagt de Wolf om haar mee te nemen naar het bos, want daar moeten haar broertjes en zusjes zijn, denkt ze. De Wolf aarzelt niet, omdat hij om haar geeft en ook zij zien het vuur.

      De overige vijf zijn in het nauw gedreven. Een grote, zwarte wolf heeft hen ontdekt en heft zijn muil al dreigend naar hen opengesperd. Achter hen is het vuur en ze kunnen geen kant op.
      Op het moment dat de grote wolf Robin aan wil vallen, wordt hij weggeduwd door de Bloedwolf. Hij bijt hem flink, maar hij is niet echt opgewassen tegen het monster dat al jaren in deze bossen woont. Ze vechten met elkaar en wanneer de Bloedwolf bewegingsloos op de grond blijft liggen, is het Geoffrey die zijn broers en zussen deze keer in veiligheid brengt. Hij jaagt de wolf weg met een zwaard en weet hem uiteindelijk in het hart te raken.
      Dan draait Geoffrey zich om naar de Bloedwolf, van plan om hem ook voor eens en altijd te doden, maar wordt tegengehouden door Grace, die tussen hen in gaat staan en haar armen om de Wolf heen slaat. Hij kijkt smekend naar de prins op en Grace praat op hem in.
      Terwijl ze dat doet, dooft de regen het vuur en komen de verdwenen kinderen uit het dorp tevoorschijn. Velen zijn gehavend en mager en sommigen zijn al bijna geen kind meer, doordat ze al zo lang in de bossen rondzwierven.
      De Wolf is dankbaar dat hij mag blijven leven, maar zijn verwondingen zijn te ernstig om dat nog lang vol te houden. Grace kust zijn kop en zijn lichaam lost op in piepkleine glitters, die neerdalen op de verbrande grond. Het verbrande bos komt langzaam weer in bloei en de prinsen en prinsessen keren terug naar hun paleis, samen met de verdwenen kinderen.

      Niet veel later vindt de bruiloft van prinses Cordelia en haar geliefde plaats. Grace is het bruidsmeisje die de ringen komt brengen. Op de banken zit de rest van haar familie en op de troon zit koning Geoffrey, samen met zijn vrouw, het meisje dat op hem had gewacht.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen