{61} Arena - Orlando Lumberjack
Zo Alleen als iets zie ik hoe de nacht valt.
Ik heb een schuilplaats nodig, maar ik heb geen pijl meer om een beschutte hut te maken.
Uiteindelijk beslis ik om in een boom te klimmen voor deze nacht.
Het gaat heel moeizaam, want mijn been doet super veel pijn.
Het volkslied speelt. Het is een rustige dag geweest, toch is er een dode gevallen.
Het Capitoolembleem verschijnt, en het volkslied speelt.
Aan de hemel verschijnt het meisje uit district 7.
De Nacht valt, en langzaam dommel ik in slaap.
De heldere zon schijnt in mijn ogen. Het is ochtend.
Ik geeuw even, en rek mij uit.
Ik drink en eet wat, en klim uit de boom.
Heb ik nog een doel in deze arena? ik heb al veel tegenslagen gehad.
Bernice dood, Benoit weg, Jordan bij de beroeps. De enige die overschiet is Casim.
En als je van de duivel spreekt, dan zie je zijn staart.
'Casim!' roep ik blij. Ik zie het jongentje uit 11 naar mij toe lopen.
Ik geef hem een stevige knuffel.
'Alles goed?' vraag ik hem. 'Met mij wel, ik heb een rugzak kunnen jatten van de beroeps' antwoord hij blij.
'Maar de vraag is: hoe gaat het met jou?'
'Niet al te best, ik heb een slag tegen de beroeps verloren en heb een stevige wond aan mijn been.'
'Misschien kan ik dat wel genezen' denkt Casim.
De jongen lijkt blijer dan ooit. 'Hoe komt het dat je zo Enthousiast bent?' vraag ik.
'Orlando, we hebben een voordeel in deze spelen.' 'Hoezo?'
'Er is ruzie ontstaan bij de beroeps, Vulcan is alleen.' zegt de spion.
'O, goed nieuws!, wat een mooi amulet heb je daar' antwoord ik.
Aan zijn ketting hangt een fototje van Thomas. Bij mij eentje van Lorenzo.
'Sluiten we een pact?' vraagt hij.
'Natuurlijk' glimlach ik. 'Zeg eens, welke spullen heb je allemaal bij je?'
'O, alleen maar een grote vliegparachute, maar nu heb ik een rugzak van de beroeps kunnen jatten.'
We kijken even in de lederen tas.
We vinden wat gedroogd vlees, een zakje kruiden, nachtkijkers, een zaklamp, een pijlenkoker, een jagersmes, en nog een heel raar spulletje.
'Goed gedaan, maar wat is dat spulletje?' vraag ik nieuwsgierig.
'O, dat is een waterdetector, prima voor in de arena!' roept Casim blij uit.
Ik ben blij, ik heb geen plan om de arena weer levend uit te komen, maar ik ben blij dat Casim bij me is.
'Bedankt om mijn leven te redden, jongen' voeg ik aan het gesprek toe.
Er zijn nog geen reacties.