Part 12
*2 weken later*
*vanuit Rein*
Ik zit op de bank thuis. Ik praat al een paar dagen niet meer met Merith. Ze is ook uit onze appgroep gegaan. Ik weet dat het misschien niet zo slim was om het uit te maken, maar het is wel beter zo. Denk ik dan. Ik weet het niet meer, ik weet bijna zeker dat ze nooit meer wou dan alleen vrienden te zijn, en nu doet ze alsof ik er echt wat ergs heb aangedaan.. ik bedoel ze hielt toch ook van Nils, dan kan ze toch juist blij zijn dat het uit is.. Ik ga naar whatsapp en klik op Merith. Online staat er. Laatste keer dat we hebben gepraat is net iets voordat het uitging.. daarna niet meer. Dat is al 2 weken geleden.
Rein: heey
Ik blijf maar kijken naar het scherm maar er komt geen antwoord. Boos gooi ik mijn mobiel op de tafel en loop naar buiten. Buiten springt Sem vrolijk tegen me aan. Ik geef hem een aai en loop de straat op. Ik loop even een rondje door de straat en loop dan weer terug naar mijn huis. Ik pak mijn mobiel weer en kijk op whatsapp. Nogsteeds geen reactie. Ik zucht en ga naar Nils zijn gesprek met mij.
Rein: heey
Nils reageert altijd snel
Nils: hey
Rein: reageert Merith op jou?
Nils: ja, hoezo?
Rein: oh, nee niks
Nils: reageert ze niet?
Rein: nee… kan ik zo langs komen en bij je slapen?
Nils: altijd broertje
Rein: fijn
Ik gooi me mobiel op de bank en pak mijn spullen van boven. Ik zou morgen naar Nils sowieso gaan dus ze stonden al klaar. Ik schrijf snel een briefje voor mijn moeder dat ik alvast naar Nils ben en loop de deur uit. Ik bots tegen mijn zus aan. ‘Wat ga je doen?’ vraagt ze. ‘ik ga alvast naar Nils, heb al een briefje voor mam neer gelegt’ zeg ik snel en loop naar het station. Ik stap de trein in. Ik pak een zonnenbril uit mijn tas en doe hem op. Ook zet ik mijn capuchon op. Zo herkennen de mainiacs me gelukkig niet. Ik kijk naar buiten en val langzaam in slaap. Na een tijdje word ik wakker en zie dat ik uit moet stappen. Ik stap uit en al snel zie ik Nils op het station staan. Hij is met zijn vader. Ze pakken mijn spullen en we rijden naar Nils zijn huis met de auto. ‘zo Rein, miste je ons al?’ zegt Nils zijn vader lachend. ‘ja, eigenlijk wel’ lach ik. ‘nouja je bent hier altijd welkom he’ ‘gelukkig’ zeg ik en kijk naar Nils. Hij glimlacht. Ik draai mijn hoofd naar buiten. Na een tijdje komen we bij Nils zijn huis. Zijn vader neemt mijn spullen mee naar binnen en Nils en ik blijven even buiten staan. ‘Kom je voor Merith?’ vraagt Nils. ‘nee…’ zeg ik ‘ze wilt me niet spreken, en al helemaal niet zien’ ‘Ik bel haar’ zegt Nils en hij pakt zijn mobiel. Ik pak hem snel uit zijn handen ‘niet doen! ze moet het zelf weten’ zeg ik en loop naar binnen. Nils zwijgt en loopt achter me aan. Ik ga zitten op de bank. Nils’ vader komt al snel aangelopen met 2 glazen cola en zet ze voor mij en Nils neer. ‘dankje’ zeg ik. Ik pak mijn mobiel en kijk op whatsapp. Merith heeft nogsteeds niet gereageert.. Ik leg mijn mobiel neer en kijk naar Nils die opstaat ‘ik ga even naar de wc’ zegt hij en loopt weg. Ik pak zijn mobiel die naast me ligt en open whatsapp, dat vind hij toch niet erg. Ik zie zijn gesprek met Merith en klik erop.
Ik:heey
Merith: NILSIEEE
Ik: ik ben nils niet haha
Merith: oh, wie dan?
Ik: …
Merith: Rein?
Ik: ja..
Merith: wat is er?
Ik: je reageert niet op mijn whatsapp
Merith: dat klopt
Ik: hoezo…
Merith: Ik wil niet met je praten, blijkbaar was dat geskip niet duidelijk genoeg
Ik: oh
Merith: ja, en hoezo heb je Nils zijn mobiel?
Ik: ik ben bij hem
Merith: voor hoelang?
Ik: weet ik niet
Merith: als je weg gaat, app me dan even dan weet ik dat ik weer met Nils zelf kan praten en afspreken.
Dat was hem. Ik voelde het. Me hart scheurde. Ik gooide boos Nils zijn mobiel op de bank en begon op de bank te slaan. Nils kwam binnenlopen ‘Rein?’ Ik blijf maar slaan. Ik ben echt boos. Dit flik je gewoon niet, dit was het. Dit. ‘Rein?!’ zegt Nils nog eens. Hij loopt op me af en pakt mijn polsen. Ik word rustig en schiet in tranen uit. Nils knielt voor me neer. ‘Rein het komt wel goed’ zegt Nils. Ik schud mijn hoofd ‘kijk je whatsapp, sorry maar op jou reageerde ze wel dus ik dacht..’ ‘maakt niet uit’ Hij pakt zijn mobiel en begint te lezen. Hij opent zijn mond maar er komt geen woord uit. ‘ik weet het niet meer’ zucht ik
*vanuit Merith*
Ik lees nog eens wat ik net heb gestuurd. Dit wou ik helemaal niet sturen… Ik denk even aan al de momenten met Rein, ik ken hem al sinds de kleuterschool.. toen moest ik verhuizen naar Amsterdam.. maar we zijn altijd beste vrienden gebleven. En nu verkloot ik dat. Ik klik op het gesprek
Ik: Rein, het spijt me…
Ik: ik ehm, ik ben gewoon gebroken
Nils: ik ben Nils weer, maar Rein is meer gebroken dan jou, dat weet ik wel
Ik: Nils zeg pls tegen Rein dat het me spijt
Nils: kom hierheen en vertel het hem in het echt, ik kan het niet doen Mer, het spijt me
Ik: ik snap je, ik ben onderweg
Ik spring op de fiets en rijd zo snel als ik kan naar Nils. Ik bel aan. Me hart klopt serieus in mijn keel. Rein doet open. Hij ziet er echt slecht uit.. oh oeps. Hij gooit de deur dicht. Ik bel nog eens aan. ‘Het spijt me’ zeg ik. Ik stap naar binnen voordat hij weer de deur dichtgooit. Ik zie dat Nils om het hoekje meekijkt. Hij knikt vertrouwd, ik weet dat hij wilt zeggen dat het goed is. Ik zie dat Rein op zijn lip bijt. Hij kijkt verdrietig en boos. ‘Ik wil gewoon niet dat je nog een keer me hart breekt’ zeg ik zacht. Rein slikt. ‘je was nooit verliefd op me, het voelde raar. Je bent niet echt op mij maar op Nils dat weet ik…’ de woorden razen door me hoofd. Ik denk na. Is dat zo? Nils geeft me altijd wel een fijn gevoel. En ja, Rein is me beste vriend… ‘Rein ik hield echt van jou, maar nu, het is net alsof ik je niet ken. Vroeger was je leuk, alleen nu ben je alleen maar raar aan het doen’ zeg ik en ik loop naar Nils. Ik geef hem een knuffel. Oh dit voelt fijn. Het is ook wel fijn om Rein te zien alleen niet nu. Rein komt de kamer binnen lopen ‘ik snap het, helemaal, echtwaar’ zegt hij lachend. Ik schud mijn hoofd en lach even naar hem. ‘welkom terug’ zeg ik en knuffel hem. Hij drukt me stevig tegen hem aan. Ik geef een kusje op zijn wang en laat hem los. Ik pak Rein en Nils hun handen en trek ze mee naar buiten. We gaan zitten bij de sloot. ‘neem met elkaar, alsjeblieft’ zegt Rein. Ik kijk naar Nils en Nils naar mij. Hij wordt rood en ik voel dat ik dat ook word. ‘ik meen het’ zegt Rein. Ik kijk Rein. Hij pakt zijn mobiel en zoekt de foto waarop ik zoen met Nils op. Hij laat hem zien. ‘doe die foto eens na anders?’ Ik begin te lachen en ga staan. Nils gaat ook staan. Ik word weer rood ‘ehm ik moest maar eens gaan’ zeg ik en loop naar mijn fiets. De jongens lopen mee. ‘Merith, dankje’ zegt Rein. Hij geeft me een knuffel en kus op mijn wang en loopt naar binnen. Nils staat met zijn handen in zijn broekzakken en lacht lief naar me. ‘doei’ zegt hij en hij geeft me een knuffel. Hij laat me los. Ik kijk hem aan en hij mij ook. Wouw zijn ogen. Langzaam komt zijn hoofd dichterbij en voordat ik het doorheb zoenen we. Ik weet niet hoelang het duurt maar na een tijdje stoppen we. Ik ga dood van de kriebels in mijn buik. ‘doei’ zegt hij lief en loopt naar binnen. Ik lach en rijd naar huis. Onderweg word ik gebeld. Ik stop en neem op. ‘Heey?’ zeg ik. ‘rein ben je kwijt, jammer dat je nu Nils hebt. Maar geloof me dat duurt niet lang’ zegt een stem ‘wie is dit?’ vraag ik. ‘iemand die wel om Nils en Rein geeft’ zegt de stem. Er word opgehangen. Verbaast kijk ik om me heen. Hoe weet diegene dat ik misschien met Nils ga krijgen? Wat… wie is dit? Ik stop mijn mobiel weer in mijn jaszak. Ik rijd snel naar huis. Ik doe de deur open. Ik loop naar de woonkamer. Mijn broer kijkt me aan ‘ik heb nieuws…’ zegt hij met een serieus hoofd. ‘we gaan verhuizen, naar ons ouden huis in waalre’ zegt hij. Mijn mond valt open ‘whut’ zeg ik. Ik denk na. Dit wou ik altijd, maar nu heb ik Nils leren kennen.. dan moet ik hem weer missen. Maar dan zie ik Rein wel vaak. ‘pak je spullen we gaan zo, we gaan in huis bij oom piet en tante elly. Mam en pap komen niet meer terug’ zegt Dennis. ‘wat?! Hoe bedoel je ze komen niet meer terug?!’ ‘zoals ik het zeg, ze laten ons achter’ Er rollen tranen over mijn wangen. ‘ik vertrek over een uur, neem maar afscheid van hier en pak je spullen’ Ik ren naar boven en pak mijn spullen. Ik zet ze in de auto van Dennis, hij is 20 dus heeft al een auto. Ik kijk nog heel even naar het huis, deze spullen haal ik later wel op. Ik ren naar buiten en rijd naar Nils en Rein. Ik huil keihard. Ik bel aan bij Nils. Stijn doet open ‘is Nils thuis?’ zeg ik. ‘nee, hij is met Rein ergens heen… wat is er?’ ‘zeg maar tegen ze dat ik naar Waalre ben, naar mijn nieuwe huis…’ zeg ik met een brok in mijn keel. Stijn geeft me een knuffel ‘ik zal het ze zeggen, hij zal vaak op bezoek komen kleintje’ zegt Stijn. Ik glimlach ‘als hij dat maar doet ja’ en ik loop weg. Met mijn fiets aan mijn hand loop ik nog even langs wat huizen van ‘vriendinnen’. Ik zie Leslie staan bij het stoplicht. ‘Leslie!’ schreeuw ik. Hij draait zich om ‘ehm hey?’ zegt hij verbaast ‘ja ik wou even doei zeggen, ik ga weer verhuizen… naar waalre…’ Hij kijkt verbaast. Ik fiets weer naar huis. Zet mijn fiets tegen het schuurtje en stap in de auto bij Dennis. Ik laat een paar tranen vallen ‘we kunnen’ zeg ik. We rijden naar achter de erft af. Ik zie uit de verte Nils en Rein aan komen rennen ‘wacht!!’ schreeuwen ze. Dennis stopt de auto. ‘ga maar even’ zegt hij. Ik knik en stap de auto uit. Nils rent op me af en omhelst me. Ik knuffel hem en laat weer wat tranen vallen. Hij laat me los en Rein veegt mijn tranen weg. ‘je komt weer vlak bij mij wonen…’ zegt Rein. ‘ja..’ zeg ik zacht. Rein geeft me een knuffel ‘ik zoek je vanavond op oke’ Ik knik. Hij laat me los. Ik kijk naar Nils. Er staan tranen in zijn ogen. Ik knuffel hem nog een keer ‘kom je vaak langs?’ ‘ik beloof het’ zegt hij lief. Langzaam laat ik hem los. Hij legt zijn armen langs mijn heupen. Langzaam maar toch weer snel zoenen we. Het voelt weer zo fijn… na een tijdje stoppen we weer. Ik kijk naar Rein die ongemakkelijk naar de grond kijkt. Ik loop terug naar de auto en stap weer in. ‘doei’ fluister ik zacht. We rijden weg.
Als we eindelijk in Waalre zijn vliegt de deur al open bij ome Piet en tante Elly. Elly komt pratend de deur uit en pakt samen met Dennis de spullen uit de auto. Snel brengen ze het naar binnen. Vermoeid loop ik achter ze aan. Ik kijk naar Piet die me begroet. Ik ben niet in de stemming om te praten. ‘waar is mijn kamer?’ vraag ik. “loop maar achter mij aan” zegt Piet. Hij loopt de trap op en loopt naar het einde van de gang. “zo, red jij jezelf?” zegt Piet brommend. Ik knik. Piet is nooit echt vrolijk, maar Elly altijd. Ik doe de deur open en kijk naar een grote kamer. Er staat een bed en een bureau. Naast het bed is een raam. Ik ga op bed zitten en kijk naar buiten. Ik pak mijn iphone uit mijn broekzak en maak snel een snapchat van het uitzicht *waalre* zet ik erboven en stuur hem naar Charlie, Nils en Rein…
*Vanuit Rein*
Ik kijk naar buiten, ik zit ondertussen alweer in de auto naar het station. Nils en zijn vader tillen de spullen uit de auto en geven ze aan mij. Ik geef Nils een soort knuffel achtig iets en dan ga ik de trein in. Ik ben zo blij dat Merith weer in Waalre is. Ik heb haar echt gemist. Natuurlijk heb ik er vaak gezien in Amsterdam. Maar nu ze weer in Waalre is kan ik altijd naar haar toe.
Na een tijdje kom ik aan in Waalre. Ik zie mijn moeder en mijn broertjes staan. Ik loop er op af en begroet ze. Hidde pakt mijn tas en denkt dat hij sterk is. Hij valt om met de tas boven op hem. Ik lach maak een foto en help hem dan overeind. Hidde kijkt boos. Ik gooi mijn tas achter in de auto. Ik ga voorin zitten. Ik pak mijn iphone en ga naar snapchat ‘1 nieuwe snapchat van Merithxxx’ Ik kijk hem. Ik weet precies welk huis het is.. Het is naast het kleine witte bruggetje, vroeger speelde ik daar altijd met Dennis en Merith. Ik klik op whatsapp ‘5 nieuwe appjes van Merith’
*whatsapp met Merith*
Merith: Rein
Merith: ben je al onderweg?
Merith: pls ben je er bijna
Merith: reiin
Merith: kan je zo langs komen… alsjeblieft?! Ik heb je nodig
Ik: Hey, zit in de auto naar huis, wat is er?
Er zijn nog geen reacties.