The Hunger Games ~ Primrose Everdeen ~ Part 1 #chapter1
Hope you like it!!!
~ Abo's zijn cool - kudo's zijn lief
Tips altijd welkom!
Mijn hoofd voelt zwaar en de wereld draait. Vaag herken ik de contouren en het bruine haar van mijn zus, Katniss. Ze aait mijn haar en kijkt bezorgt. ‘Prim?’, vraagt haar stem. ‘Gaat het wel?’ De woorden van mijn zus kaatsen heen en weer door mijn hoofd. Prim, Prim, gaat het wel? Prim, Prim, Prim… Ik open mijn ogen iets verder. Ik zie Katniss glimlachen. Ze slaakt een opgeluchte zucht. Ze duwt me iets omhoog. ‘Hé, eendje! Hoe voel je je?’ Tijd om te antwoorden krijg ik niet want achter me hoor ik een schreeuw. Wat is dat? Wat doe ik hier eigenlijk? Katniss staat snel op. Ze kijkt om zich heen. Haar hand gaat automatisch naar achteren om een pijl uit haar koker te trekken. Ze spant haar boog en beweegt haar pijl van links naar rechts. Nog een gil. Het klinkt iets dichterbij. Bang kijk ik naar Katniss. En dan valt me op dat we in het groen zitten. Het bos, buiten District 12. Vaag herinner ik me dat Katniss me wilde leren jagen. Maar er kwam een wilde kat uit het bos rennen waardoor we in de boom klommen. Een lynx, noemde mijn zus het. Nadat het beest weer weg was, waren we uit de boom gesprongen en maakte ik een harde smak tegen de grond. Ik heb nu al ongeveer drie weken les van Katniss. Elke dag na schooltijd gaan we een paar uur het bos in. Op zaterdag zitten we er vaak de hele dag. Maar zondag bewaart Katniss voor Gale, die sinds dit jaar in de mijnen werkt. Ik kan al een aardige strik leggen en heb daarmee al twee konijnen gevangen. Ook kan ik met een beetje geluk ander wild raken met de kinderboog die mijn overleden vader ooit voor Katniss gemaakt heeft. Katniss had gezegd dat ik voor mezelf moest leren zorgen als zij er niet meer was. Ik weet niet precies wat ze daarmee bedoelde, maar het klonk niet goed. Ook zei ze dat de vijfenzeventigste hongerspelen er weer aankwamen. En dat ik mezelf vooral niet moest uitsluiten, omdat het de derde kwartstelling zou worden. Ik werd een beetje bang van haar. Ik kijk weer naar Katniss, die voorzichtig achteruit loopt. Zal de lynx een ander te pakken hebben gekregen? Maar wie dan? En wat doet diegene buiten de hekken van ons District, een verboden terrein? En wat nou als het de lynx niet was? Ik krabbel een stukje achteruit. Katniss houdt haar boog nog steeds gespannen en kijkt nu naar één vast punt in de verte. Ik probeer te zien waar ze naar kijkt, maar ik heb duidelijk niet het jagersinstinct van mijn vader geërfd. In tegenstelling tot mijn zus, die nu een paar kleine passen vooruit zet. Ik zie hoe haar mond een stukje openvalt. Haar ogen worden groot en ze kijkt bang en verdrietig. Ze schudt haar hoofd, alsof ze zichzelf iets duidelijk wilt maken. Dan laat ze plotseling de pijl vliegen. Hij landt een stuk verderop en ik kan niet precies zien waar. Op dat moment gaat alles heel snel. Ik hoor nog een gil. Een akelige, pijnlijke gil. Alsof iemand op het randje van de dood balanceert. Ik vraag me af wat mijn zus heeft gezien voor ze die pijl naar haar afschoot. De spotgaaien stoppen met fluiten, op eentje na. Hij fluit een toonloos deuntje. Ik schrik dan ook heel erg als er ineens uit het niets een groot en grijs, vliegend object in de lucht verschijnt. Het kan niet anders dan dat dit de zogeheten hovercrafts uit het Capitool zijn. Katniss pakt mijn hand vast en trekt me mee. We rennen naar links en gaan dieper het bos in. De hovercraft laat een grijparm uit zijn buik zakken. Ik zie hoe een bruin meisje met kroeshaar omhoog getakeld wordt. Het is dichterbij dan ik dacht. Het kan niet anders dan dat dit meisje uit District 11 komt, het enige District dat bruine mensen telt. En dan weet ik waarom Katniss zo bang en verdrietig uit haar ogen keek. Ze zag Rue in het meisje. Rue, met wie ze in de vierenzeventigste hongerspelen een bondgenootschap had gesloten en die in haar armen stierf. De hovercraft verdwijnt even plotseling als hij gekomen is en de spotgaaien beginnen weer te zingen. Katniss slaakt een opgeluchte zucht en trekt me overeind. ‘Kom’, zegt ze. ‘Genoeg gejaagd voor vandaag. We gaan terug naar mama’. ‘En strikken dan? Die ik gisteren gezet heb? Misschien zit er wel wat in’, breng ik ertegen in. ‘Misschien wilt Sluwe Sae of Ripper nog wat wild van je, ik bedoel mij, hebben’. Katniss glimlacht. ‘We zullen even kijken. Ik heb liever ook niet dat andere wilde beesten ze meenemen’. En zo lopen we de route langs de strikken. Ik kijk teleurgesteld als blijkt dat er niets inzit. Ik wil alweer rechtsomkeer maken. Maar Katniss blijft staan. Ze kijkt bedenkelijk en de uitdrukking op haar gezicht voorspelt niet veel goeds. ‘Katniss?’ Ik kan mijn hoge ondertoon niet verbergen, die ik altijd krijg als ik een beetje zenuwachtig word. Maar mijn zus reageert niet. Wat klopt er niet? ‘Katniss?’, probeer ik nog een keer. ‘Wat is er aan de hand?’ Maar Katniss blijft roerloos staan. Dan zakt ze door haar knieën en bekijkt de strikken van dichtbij. ‘Wat is er aan de hand?’ Mijn stem klinkt alsmaar hoger. Nu reageert mijn zus wel. ‘Gestolen. Het is gestolen! Er hadden op zijn minst drie beesten in moeten zitten!’ Ze snuift. ‘Misschien dat meisje?’, opper ik. Maar natuurlijk heeft ze dat zelf allang bedacht. Ik vraag me af wie dat meisje was. Ik denk na over hoe ze gilde, en de hovercraft die uit het niets verscheen en haar meenam. Katniss moet iets gezien hebben, wat ik niet heb gezien. Maar wat? Ik kan het niet bedenken. Als ik ernaar vraag, schudt ze alleen maar haar hoofd. ‘Nee, Prim’, is het enige wat ze zegt. Ik wil roepen dat ik allang dertien ben en dat ze niet zo kinderachtig moet doen. En dat ik er ook bij was en dat ik recht heb om het te weten. Maar ik doe het niet. Waarom niet? Het lijkt alsof ik aanvoel dat het niet mag. ‘Kom’. Katniss’ stem klinkt niet als die van Katniss. Zwijgend pak ik haar hand en samen lopen we naar het hek van District 12, waar een nog grotere verrassing op ons staat te wachten.
Er zijn nog geen reacties.