Foto bij 13. Good luck...or not?

ik weet dat ik die foto al eens gebruikt had, maar ik vind hem gewoon zo leuk ;)

Abby POV.

Met schuifelende voeten, trillende handen en een lijf vol zenuwen liep ik naar professor Perkamentus' kantoor. Toen ik uiteindelijk aankwam bij een lelijke, oude waterspuwer was ik verbaasd. Waarschijnlijk moest ik nu een wachtwoord zeggen, zodat hij me erdoor kon laten. Maar ik had geen idee wat voor soort wachtwoord professor Perkamentus had verzonnen. Na enkele woorden eruit te laten die het eerst bij me opkwamen, zoals bruisbal, smekkies, lollypop en die dingen, besloot ik dan maar om het op te geven. 'Miss Hendrickx?' hoorde ik opeens achter me.
'Oh, dag professor Anderling. Ik moet praten met het schoolhoofd, maar ik weet het wachtwoord niet.' zei ik.
'Oh, wacht even,' zei ze en ze liep naar de stenen waterspuwer, 'ballonbruisbal.'

De waterspuwer ging naar achteren, zodat ik erdoor kon. Serieus? Ballonbruisbal? Ik was er zo dicht bij.
Ik liep wat verder de kamer in en zag overal schilderijen hangen van oude schoolhoofden. 'Abbygail?' hoorde ik opeens Perkamentus zeggen. Ik draaide me om en zag hem aan zijn bureau zitten, terwijl hij me afwachtend aankeek. 'Oh, professor Perkamentus, ik had u niet gezien.' zei ik verontschuldigend.
Hij gaf me een glimlachje en keek me nog steeds afwachtend aan, alsof hij elk moment een verklaring verwachte, en die krijg hij ook.

'Professor Perkamentus, het spijt me zo. Ik weet dat ik hier ben, omdat ik Malfidus heb aangevallen en dat ik nu waarschijnlijk van school gestuurd wordt. Maar hij beledigde mijn familie en ik weet wel dat dat geen excuus is, maar ik verloor gewoon de controle. Het spijt me zo verschrikkelijk dat ik het vertrouwen van u, mijn ouders en die van de Orde van de Feniks heb geschaad. U...u heeft geen idee hoe hard het me spijt.' floepte ik er allemaal uit.

Hij wachte een tijdje af en stond toen recht. 'Ik zal je niet van school sturen, Abby. Alleen maar omdat ik in je geloof en weet dat je jouw krachten zal leren beheersen. Maar ik verwacht dan ook geen incidenten als deze meer, oké?' zei hij dan met een strenge toon bij dat laatste. Ik knikte snel. Ik kreeg nog een tweede kans,ik mocht blijven! 'Maar, sinds het Minesterie zich nu moeit met onze school, zal je wel eventjes bij Omber moeten langsgaan voor nablijven...twee weken lang.' voegde hij eraan toe met een zuchtje. Ik knikte, op dit moment was ik al blij dat ik niet weggestuurd werd. Toen ik net terug naar de waterspuwer ging om de kamer te verlaten, zei hij: 'Abby?' Ik draaide me weer om en knikte als teken om verder te gaan. 'Je moet je niets van je vijanden aantrekken, het zijn je vijanden omdat je er juist niet naar moet luisteren. Luister alleen naar je echte vrienden, die hebben het beste met je voor.'
Ik knikte en liep dan met een glimlach naar Ombers kantoor.

Ik klopte op de bruine deur, tot ik een damesachtige stem: 'Ja?' hoorde zeggen. Ik opende langzaam de deur, bang voor wat ik zou aantreffen in haar kantoor. En het was nog erger dan ik ooit had kunnen denken. De kamer was roze en de muren waren volledig bedekt met porseleinen bordjes met katten op die af en toe miauwden. 'Ah, mevrouw Hendrickx, ik verwachte u al.' zei ze met haar nep-glimlachje. Ik wist dat ze tegen halfbloeden was, dus ik wou niet weten wat ze dan wel over mij dacht. 'Wat moet ik doen, professor?' vroeg ik haar toen ik ging zitten, nadat ze naar de stoel voor haar bureau wees.

'Je gaat enkele keren de zin "Ik mag geen duistere krachten gebruiken tegen andere mensen" opschrijven. Ze gaf me een perkament en een veer. 'Hoeveel keer?' 'Tot het goed doordringt.' antwoorde ze met nog steeds diezelfde glimlach op haar gezicht. Ik knikte ne begon te schrijven. Maar toen ik nog maar net aan de eerste zin bezig was, begon mijn hand te gloeien. Ik besloot het te negeren en verder te schrijven. Toen mijn zin er volledig opstond, keek ik naar mijn hand, waar nu in bloederige letters dezelfde zin stond gegrift. Het jeukte en brandde verschrikkelijk. Ik keek haar aan, maar ze bleef maar glimlachen. Ik besloot dan maar om te blijven schrijven. En bij elk woord dat op het perkament stond, brandde mijn hand meer en meer.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen