De Zuidelijke Waterstam - 9
“Nee, dat is waar.” Ze glimlachte. “Daarvoor heeft ze hier ietsje te lang gewoond.”
Lizzie pov
“De stammen rond de Noordelijke Waterstam zijn in orde”, herhaalde ik voor de zoveelste keer.
“Het is geen controle van de Vuurnatie uit die u dat meldt”, protesteerde iemand van de raad.
“Als we alle stammen controleren, moeten we die ook controleren, mijns inziens”, zei generaal Ylein. Hij hoorde nog maar twee weken bij de raad, Tsubasa had hem ons voorgesteld. “Alleen zullen die absoluut geen prioriteit hebben, aangezien we rapporten krijgen over hen van een betrouwbare bron.”
“Helemaal mee eens, generaal”, zei Keylina. “De controles bij hen de Noordelijke Waterstam komen laatst. Dan is alleen nog de vraag waar we dan wel gaan beginnen.”
“Hoe dan ook vertrek ik snel naar de Zuidpool”, zei ik. “Misschien kunnen anderen meereizen om de stammen in die buurt te controleren. Als ik hulp nodig zou hebben, is die niet veraf.”
“Mee eens”, zei Keylina.
Het duurde twee weken voor alles besproken was. Wat als er iets mis was? Wat waren de criteria? Wie ging waarheen? Ik was opgelucht toen alles in orde was en ik eindelijk kon vertrekken.
“Tot ziens, zusje.” Ik omhelsde Keylina. “Laat me maar weten als er iets is.”
“Ik ga je missen, Lizzie.”
“Over vijf maanden kom ik terug”, beloofde ik. Ze knikte. We schatten dat het twee maanden zou duren voor ik alle officiële zaken voor de Vuurnatie geregeld zou hebben, dan had ik nadien nog drie maanden tijd om een deel van de Waterstam te zijn. Het was niet veel, maar langer kon Keylina me voorlopig ook niet missen.
“Tot ziens, Lizzie.” Mam omhelsde me, gevolgd door pap.
“Dag mam, dag pap.” Ik keek opzij. “Tot ziens, Jursena.”
“Tot ziens, Lizzie.” Ze glimlachte. “Veel succes.”
“Komt goed”, beloofde ik. Ik keek haar schattend aan. De laatste tijd was ze steeds vaker uit bed, het leek alsof stilaan sterker werd. We konden alleen hopen dat ze zich niet sterker voordeed dan ze was. Ik draaide me om en liep het schip op.
“Prinses.” Generaal Ylein maakte een buiging.
“Generaal”, knikte ik hem toe.
“Alles is klaar om te vertrekken, prinses.”
“Uitstekend, dan varen we uit.”
“Zoals u wilt.” Hij gaf een aantal bevelen. Met een glimlach ging ik aan de rand van het schip staan en zwaaide naar Keylina en onze ouders. Al was ik blij dat ik Yue en de anderen weer zou zien, officiële Vuurnatie-missie of niet, ik zou hen vreselijk missen.
Reageer (1)
Al dat gedoe... Ik wou dat ze eerder had kunnen vertrekken!
1 decennium geledenMaar goed dat ze er nu eindelijk heen gaat.
Snel verder!