Sam

We rende door de gangen opzoek naar de uitgang, maar waar we ook zochten en het voelde alsof we continu rondjes aan het rennen waren. Ik stopte ergens midden in de gang en keek naar de andere. Ze hadden dezelfde uitdrukking als wat ik had gedacht. Ik had Hyperion nog steeds op mijn rug en ik begon de spieren te voelen die ik nooit wist dat ik ze had.
Lea wees naar een zijgang die doodliep. 'Misschien is het een soort van elektrische deur,' zei ze en ik moest me er maar aan overgeven. Ik liep de gang in en stopte voor de muur. Zachtjes liet ik mijn hand over de muur glijden, maar niets liet merken dat de deur open ging. 'Ik denk dat het gewoon een...' ik wilde net mijn zin afmaken, als er een klik te horen was aan de andere kant. Ik gebaarde dat we ons moesten verstoppen. De metgezellen verstopte zich om de hoek van de gang en ik liep wat achteuit en deed alsof ik die gang door liep. Twee buitenaardse wezens paseerde me, maar bleven vervolgens staan.
'He, jij daar, we willen je wat vragen,' zei een van de wezens en ik draaide me gelijk om. 'Wat willen jullie vragen?' zei ik in hun taal. Een paar plukken van mijn lange donkere haar zat precies tussen mijn ogen.
'Ik moest even weten of je werkelijk de zoon bent van de leider,' zei de ander. Ik keek ze met een opgetrokken wenkbrauw aan. Ik herkende die twee ergens van, maar ik kon het niet in mijn gedachte halen.
'Pardon, dat vraag je toch niet aan de toekomstige leider van jullie soort,' zei ik met een duidelijke stem en ging rechtop staan, met mijn handen gekruist over elkaar. 'Ik had ook een vraag aan jullie.'
'En dat is?' vroeg de een. Hij was klein, donkergroene huid en had net als iedereen van die kieuwen in hun nek. 'Hoe werken deze deuren?' Ik gaf een van mijn glimlachjes, waar ik erg zuinig op was. De grote wezen met zijn kaal geschoren hoofd, begon nu het woord. 'Er zitten beweegings sensoren in, als je erlangs loopt gaan ze open.' Ik bedacht even dat het kon, omdat zij eraan kwamen, maar ik moest nu echt iets verzinnen dat ze weg gingen.
'Oke bedankt.'
De twee wezens waren van hun stuk gebracht en wisten niet eens meer te zeggen. 'Oh, trouwens mijn vader zoekt jullie,' zei ik en wees naar de gang aan de andere kant van waar mijn vrienden stonden. 'Ik denk dat hij boos is,' ging ik verder en de wezens protesteerde zachtjes, maar begonnen ineens in die richting te rennen. Ik keek ze kort na en gebaarde dat ze voorzichtig mijn kant op moesten komen. Ik herpakte Hyperion van Luke en liep naar de deur die ineens openschoof. We begonnen weer te rennen en dit keer voelde ik een stekende verlangen van vrijheid.
Ik zag de grote gele deur al voor me en ik begon zowat te lachen. 'We zijn bijna buiten nog even,' riep ik naar achter, de andere slaakte een opgeluchte zucht, waarbij we de gele deur paseerde en we de frisse lucht door onze lichamen voelde. We rende door, de stad uit, de open vlakte op totdat we niet meer konden.

Langzaam begon de zon onder te gaan en we zaten op de koude grond. Iedereen was uitgeput door het rennen. Ik had Hyperion op een zacht stukje grond gelegd en Briz zei dat ze wel op hem zou letten. Ik keek Luke en Lea aan die in elkaars armen lagen, verslagen van wat er zojuist gebeurd was. Ze waren bang, dat zag ik aan hun ogen. Iedereen keek angstig uit hun ogen. 'Sam, kom snel,' riep Briz en ik keek geschrokken naar het meisje die bij Hyperion zat.
'Het gaat helemaal niet goed met hem, hij is zweet helemaal,' zei ze vol paniek. Ik hurkte naast haar neer en keek naar het been van de grote jongen. Zijn hele been was paars, en zag er niet goed uit. 'Weet je wat er gebeurd is?' vroeg ze en ik schudde mijn hoofd.
'Ik weet enkel dat hij was gebeten door een slang, en dat ik het gif eruit had gezogen, maar voor de rest weet ik niet wat er verder is gebeurd,' vertelde ik en Briz hadde hele tijd naar de grote jongen staan staren. Briz streek kort over zijn korte haren. 'Hij is koud,' zei ze.
Ik stak mijn hand uit en drukte zachtjes twee vingers in zijn nek. Ik moest weten hoe zijn hartslag is, voor het geval dat. Geschrokken trok ik ze terug en keek kort naar de andere. 'Geen hartslag,' zei ik en voelde al mijn moed wegzakken.
Ik trok zijn shirt zachtjes omhoog en legde mijn oor op zijn borst, maar waar ik ook probeerde te horen, ik hoorde geen enkele hartslag. 'Nee, hij ademde daarnet nog, toen ik je riep hij...' Briz kon haar zin niet afmaken of de barste in huilen uit. Ik was verbijsterd, ze kende hem niet eens. Luke kwam naast me staan, zijn conditie zag er belabberd uit. Zijn ogen waren vol tranen.
'Kom we moeten vaart maken als we de grot willen bereiken,' zei hij, maar ik schudde mijn hoofd. Mijn tranen brande in mijn ogen en ik knipperde kort zodat ze over mijn wangen liepen.
'Eerst begraven we hem, daarna gaan we weg, ik vertel onderweg het hele verhaal wel, want jullie vragen je vast af hoe het kan dat ik zo ben,' zei ik en de andere knikte zachtjes.
Ik keek naar het lichaam van een bijzondere jongen die ik maar kort kende. Dit zou het begin worden van een heel nieuw verhaal.

(R.I.P. aan hyperion, je was een held)

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen