En ik huilde. Maar ik voelde me ook fijn. Met de vraag of het goed ging met mij. De dokter kwam de kamer binnen. Dokter: 'Het gaat goed, bijna alles is weg. Maar als je 4 min later was geweest was je er niet meer geweest we hebben je net op tijd kunnen redden.' Wow ik was zo dicht bij de dood. Toen moest ik nog harder huilen. Ik: 'Bedankt dokter.' Dokter: 'Je moet je vrienden en je broer bedanken. Je andere vriendinnen zijn thuis in een boek aan het kijken ze willen weten of er nog meer is.' Ik: 'Oke.' Louis wouw even alleen met me zijn. Wat ik begrijp hij is mijn broer. Maar ik ben zo benieuwd of we nog meer familie hebben. Ik: 'Louis, vind je het erg om mij zo te zien?' Louis: 'Het gaat wel maar je bent mijn kleine zusje. Waarom zou ik het leuk vinden?' Ik: 'Misschien haat je me wel.' Louis moest lachen. Louis: 'Waarom zou ik jouw haten je bent een geweldig zusje. Maar je bent rustig voor mij.' Ik: 'En we houden toch van lang slapen.' Louis: 'Jah haha.' Samen met Louis zijn in leuk. Hij weet altijd wel iets grappigs. Dat is hij gewoon. Maar ik zou het leuk vinden als ik nu thuis was en daar lekker met mijn vrienden op de bank in zo'n boek lezen. Haha. Maar dit is ook fijn want zo ben ik niet alleen. De dokters denken dat ik het red. Maar het gaat nog wel ff duren. Dat vind ik niet heel erg. Maar ik word al een beetje kaal. En dat is niet fijn. Ik heb al kort haar. De dokters denken dat het zo blijft. Want ik ben al klaar met de gemo. Dat is fijn. Maar nu afwachten op de rest.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen