Zijaanzicht
Ik sluit mijn ogen en open ze weer, herhaal dit tot dat ik zeker weet dat ik het goed zie. 'Alles is.....is weg.' Since schud haar hoofd en knippert hevig met haar oogleden om de tranen weg te vegen. Maar het lukt niet, net zoals het mij niet meer lukt om kalm te blijven. Ik zak door mijn knieën en woel met mijn handen door het gras. Mijn tong zit aan mijn gehemelte vast geplakt en het lukt me niet om iets uit te brengen. Ik kijk omhoog, naar Luca en Since. Since veegt de tranen van haar wangen die nu uit haar ooghoeken stromen. Luca lijkt te zijn bevroren, een harde blik in haar ogen laat een alarmbel in mij rinkelen. Maar ik merk het niet echt, het dringt niet tot me door. Al mijn zintuigen zijn uitgeschakeld. De hemel betrekt en steeds donkere wolken komen aandrijven. Mijn handen woelen nog steeds door het gras, zonder iets te voelen. De eerste regendruppels vallen uit de lucht en druppelen in mijn nek, steeds meer tot ze een heel stroom vormen die me doet rillen. Het haalt me niet uit mijn gedachten. Ik zie het dorp voor me, zoals het ooit was. Mooie, houten en stenen huizen die met liefde waren gebouwd door de hele bevolking uit de streek. De rivier die er door heen liep en waar we elke zomer zwommen. De tuinen, in de zomer en lente zo vol van kleur dat je met je ogen moest knipperen. En de bossen om het dorp heen, op de heuvels zo groen en vol paarse, rode en witte wazen van de korenbloemen, klaprozen en geurige kamille weeïg en zoet. Die we meenamen om thee van te laten zetten of in een mooi boeket. De atletiek baan waar we alle zo hard trainde om net zo goed te worden als de grootste sterren. De boomgaarden, vol fruit en heerlijk ruikend bloesem. En het meer waar we met onze bootjes op voeren en op het strand kampeerden en kampvuren maakten waar iedereen uit het dorp bij was. En ook zie ik mijn familie samen aan tafel, mijn vrienden samen lol makend op het schoolplein. Ook mijn gezicht wordt nat, maar niet van de regen. Het wordt nat van mijn tranen die zout proeven op mijn tong en vanaf mijn neus druppelen op de grond. Ja, Humshire was zonder twijfel het mooiste dorp van de planeet. Tot de mensen kwamen, eerst in het zuiden van het land. Ze hadden de planeet bereikt, probeerden hem in te nemen. En steeds meer kwamen er. Steeds meer. Langzaam bouwden ze steden en namen ze de hoofdstad Liquina in. Ze trokken via het noorden verder op en bereikten de omliggende steden en dorpen. Braken stadsmuren af, branden de huizen af tot op de grond hele steden verdwenen, de enige herinnering die er nog was overgebleven aan hun was al het puin wat er lag. Maar we wisten zeker dat we hier veilig waren, een maand geleden waren ze lang ons getrokken maar ze hadden niks gedaan. We waren blij geweest hadden niet meer hoeven leven in de angst dat ze hier heen zouden komen. Maar schijnbaar waren ze of terug gekomen, of was een achtergebleven groep nog een keer door de bossen gekomen misschien wel in de wetenschap dat hier ook nog een dorp was. Misschien waren we verraden door mensen door ons eigen volk. Op onze planeet hadden we de blauw groene planeet al lang in de gaten gehouden, in de wetenschap dat ze ooi zouden komen. De bewoners. Maar wie had ooit gedacht dat ze zo gewelddadig zouden zijn? Men zei dat de mensen uit de dorpen en steden werden meegenomen, om nooit meer terug te komen. Ik probeer mijn angst weg te slikken, maar het lukt niet het zit als een brok slijm vast in mijn keel. We moeten weg schiet het door me heen. Ver hier vandaan, weg van de verwoestende legers van de mensen. Naar landen waar we veilig zijn. Landen zoals Hellondor, Gebroncer of zelfs naar Fundinster. Fundinster is wel de laatste optie om heen te gaan, ik weet zeker dat zij iedereen op de planeet hebben verraden. Zelf hebben ze al lang ruzie met alle omringende landen. 'We moeten weg, de homines waarschuwen dat de mensen eraan komen. We moeten naar de koningen van Hellondor, Gebroncer en alle andere landen. De rijken moeten verenigd worden, samen opstaan tegen alle legers die al vele landen hebben bezet. We moeten gaan, we hebben geen keus. We zullen een paar van de weinige zijn die hun aanvallen hebben overleefd. Misschien zijn de andere landen zich nog niet eens van a het kwaad bewust.' Ik kijk op, ik praatte meer in mijzelf dan tegen Luca en Since. Since knikt en werpt zich in mijn armen als ik opsta. Luca kijkt me aan nu pas zie ik de echte blik in haar ogen, vol haat ze zijn er van door drongen. 'Ik blijf hier, ik ga echt niet met jullie mee.' Demonstratief gaat ze zitten en legt haar armen om haar knieën die ze naar haar knie optrekt. 'Waarom Luca? Ze komen niet terug, echt niet.' Since maakt zich van me los en ik ben verbaasd door haar woorden. Ik besef waarom Luca wil blijven. Ik loop naar haar toe en leg een hand op haar schouder, ze schud hem van haar af. 'Jij weet er niks van Since, helemaal niks. Jullie begrijpen het gewoon niet.' Ik werp een hulpeloze blik naar Since. Ze haalt haar schouder op en staart naar wat er aan de voet van de heuvel ligt, of wat er nog van over is. 'Lieve Luca, ' zeg ik en ik ga voor haar zitten. 'Humshire is weggevaagd het heeft geen zin om te wachten. De mensen komen vast en zeker terug, we moeten gaan.' Luca kijkt me aan ik zie aan haar gezicht dat ze twijfelt. Ze friemelt aan haar handen en aan haar inmiddels doorweekte haar. 'Oké, ik ga mee.' Met enige tegenzin staat ze op. Ik geef haar een knuffel, ook Since komt bij ons staan en geeft ons een knuffel. W kijken nog een keer naar wat ooit ons dorp was, ons leven. Houden elkaars handen vast en berijden ons voor op de tocht die we zullen afleggen voor onze vrijheid, en die van alle andere op deze planeet.
Reageer (4)
Dankjewel! Ik twijfel nog of ik hem zo ga houden -.-
1 decennium geledenVet leuk, die nieuwe titel!
1 decennium geledenDankje!
1 decennium geledenJAAAAA. EEN NIEUW STUKJE. FCKNG LEUK EN MOOI!!!
1 decennium geleden