Langzaam dringt een van de eerste lichtstralen door het dichte bladerdak. Ik geeuw. De hele nacht heb ik de wacht gehouden over Luca en Since, zodra ik er zeker van was dat ze sliepen heb ik beschutting gezocht tegen de stam van een eik. Het liefste zou ik even mijn ogen sluiten en wegdoezelen maar ik moet waakzaam blijven. De beelden van gisteravond zijn nu wazig en de plek op mijn been brand nog meer. Ik overweeg naar de rivier te lopen en de wond uit te spoelen. Nee, ik wacht tot Luca en Since wakker zijn. Er klinken plotseling kanon schoten in de verte, maar ik besteed er niet veel aandacht aan. Ze zijn te ver weg om een bedreiging te vormen. Een felle lichtbundel schijnt nu op mijn gezicht, de temperatuur is goed voor de tijd van het jaar en met de zon erbij wordt het een mooie dag. Dat is in ons voordeel want we hebben geen jassen of andere warme kleding. Mijn vest en broek zijn wel wind dicht en beschermen tegen een beetje regen, maar veel zal het niet bieden. De kou begint via de grond in mijn botten te kruipen en ook al schijnt de zon fel op mijn gezicht, toch ril ik even. Een vogel vlak boven me begint te fluiten en het duurt niet lang voordat ik de eerste tekenen van leven zie bij Since en Luca. Luca wil zich uitrekken maar kreunt als ze de pijn in haar arm voelt en bedenkt zich. Since is op haar beurt gelijk klaar wakker en springt op. Ik glimlach, Als ik hun toch niet had. Ik leun naar voren op mijn knieën en kruip naar ze toe. 'Hoe voelt je arm Luca ?' Luca probeert haar arm te bewegen maar het kost haar veel moeite. Since laat haar blik over me glijden en merkt dan op 'Maar Moon jij bent ook geraakt! Doet het geen pijn?' Ik schud mijn hoofd en maak een 'maakt niet uit' gebaar met mijn hand. Since bijt op haar lip. 'Laten we naar de beek gaan, de wonden schoon maken en onze dorst lesten. Dan gaan we daarna wel naar het dorp om poolshoogte te nemen. ' Ze knikken. 'En om onze honger te stillen.' Zegt Luca glimlachend. Het voorruitzicht vrolijkt ons wat op maar de stemming is wel bedroefd. Luca kan al wel weer lopen maar Since en ik blijven dicht bij haar in de buurt. Bij elk geluidje verstoppen we ons en houden we onze adem in. Maar elke keer weer is het slechts het geritsel van wind die langs de bladeren strijkt of een dier dat rondloopt in de drukkende stilte. Eindelijk horen we het geluid dat we willen horen, dat van stromend water. Op ons instinct af hebben we gelopen en we worden ook goed beloond. Voordat we naar de beek toelopen en ons dan op open terrein bevinden, klimt Since in een boom en kijkt of er nog andere mensen in te buurt zijn van de beek. Terwijl ze haar hoofd schudt springt ze op de grond. 'Alleen wat herten zo'n 500 meter verderop. Niks om bang voor te zijn. ' Ik knik maar ben wel op mijn hoede terwijl ik naar de beek toeloop over het gras. Het heeft een matte kleur en sommige sprietjes zijn zelfs bruin, wat logisch is want het is nu herfst. Het geluid van het stromende water kalmeert me en zorgt er voor dat er een enorme rust over ons valt. Bijna in trans loop ik naar de beek en ik word gevolgd door een huppelende Since en een optimistische Luca. Ik kniel neer in de modder aan de rand van de beek, was eerst mijn handen maar ben al snel helemaal nat. Ik trek mijn broek, vest en T-shirt uit en waad door de beek. Since spartelt al rond terwijl Luca met haar broekspijpen opgetrokken door het water loopt. Ik maak mijn haar nat en duik daarna nog even helemaal onder water, het gevoel is heerlijk maar na 10 minuten beginnen mijn tenen blauw te worden van het koude water en besef ik dat we ook niet hier veilig zijn. Ik draai nog een keer een rondje en loop dan het water uit, wenk Luca en Since en zeg dat ze moeten komen. We pakken onze kleren en schoenen om vervolgens naar de bosrand te lopen, het is koud maar doordat de zon schijnt en het bijna windstil is valt het goed uit te houden. Ik ga liggen naast Luca en Since en we drogen langzaam op. Heel even val ik in slaap maar ik word gewekt door Luca. 'Moon, we zijn droog en het is beter als we nu verder gaan, ik weet dat je nauwelijks hebt geslapen maar we kunnen niet hier op open terrein blijven.' Ze trekt een sip gezicht. Ik sta op en loop het bos in, weg van de rivier. We kleedden ons weer aan en ondanks alles voel ik me een stuk beter. Afgaand op de zon gok ik dat het nu zo'n 9 uur s'ochtends is. 'Gaan we nu naar het dorp?' Since staat te springen van opwinding. Ik knik en begin oostwaarts te lopen. Dan besef ik dat ik bij de beek helemaal niet meer heb gekeken naar Luca's arm. Ik draai me om, om het tegen haar te zeggen, maar zoals wel vaker lijkt het of ze mijn gedachten kan lezen en schud ze haar hoofd en steekt haar duim op. Ik glimlach naar haar. We moeten een heel eind lopen, vannacht zijn we schijnbaar toch een heel stuk het bos in gerend. Gelukkig kennen we alle drie het bos op ons duimpje dus hoeven we niet heel veel om te lopen of te verdwalen. Af en toe stappen we op pas gevallen bladeren die dan kraken onder onze voeten. Eindelijk komen we aan bij de voet van de heuvel vanwaar je zo ons hele dorp kan zien. We klimmen terwijl de zon op ons schijnt. Dan gaan we boven op de heuvel staan nog na hijgend. Maar pas als we echt beseffen wat we zien stokt onze adem.

Reageer (2)

  • Lolaa90

    ZO ZO, dit is dus een cliffhanger van de beste soort... Gemenerik

    1 decennium geleden
  • EASE

    Dhaaaaaarg! Nu wil ik weten wat ze zien!
    Snel verder plies?

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen