Chapter eleven.
Met een lege blik in mijn ogen, dwaalde ik door de straten heen. De wind waaide tegen. Het was zomer, dus zouden de straten gevuld moeten zijn met het geluid van vogels, water en gelach. Maar het enige wat ik hoor is de stem van Alice in mijn hoofd, die alles herhaalt en herhaalt. Zes maanden lang wist ik niet dat de liefde van mijn leven mij niet herkende. Ik had nooit moeten gaan. Ik kon mezelf nu echt slaan, fysiek zowel mentaal. Ik had geen idee wat ik moest doen? Wat doe je als je vriendin je niet herkent? Vriendin, pff. En dat te bedenken dat ik haar ten huwelijk wilde gaan vragen na mijn komst. Dat zou ongeveer nu moeten zijn. Het had allemaal veel anders moeten zijn verlopen. Ze had nu in mijn armen kunnen liggen. Ik had haar lippen kunnen strelen met de mijne. Ik kon mijn vingers door haar goudblonde lokken verstrengelen. Ik had haar ogen in de mijne kunnen zien staren en haar horen zeggen dat ze van me hield. En ik had dat terug moeten zeggen. Zo had het moeten gaan. Ik kwam aan bij mijn ouders huis en belde aan. Na enkele minuten maakte ze de deur open. Mijn moeder stond daar en keek me aan, zwakjes glimlachte ze maar ik zag de tranen al op komen. Ze wist wat ik dacht, wat ik wist en wat ik voelde. Ik denk dat vooral het laatste de oorzaak van haar tranen is geweest. “Och zoon,” en ze trok me in haar armen. Haar vertrouwde geur heb ik gemist en ik verstopte mijn gezicht als een beschamend kind in haar nek en haren. “Felicity..” fluisterde mijn stem krakend. Ik was zo slecht in het praten en huilen tegelijkertijd. “Ik weet het, Col, ik weet het.” Ze trok me verder in de gang en sloot de deur. “Hee Colton!” riep mijn vader boven aan de trap. Maar toen hij eenmaal beneden kwam was zijn glimlach al weg. “Weet hij het al?” Fluisterde hij zachtjes naar mijn moeder. Ik hoorde haar slikken en ze knikte. “Ik zet wel wat thee,” zei ze en liep naar de keuken nadat ze mijn koffer onderaan de trap had neergelegd. Ik bracht ze straks wel naar boven. Ik heb immers geen andere plek om te overnachten. Ik sliep altijd bij Felicity. Mijn vader begroette me en we gingen op de bank zitten. Onderhand waren mijn tranen al gestopt, het had immers geen effect. Tranen zouden mijn Felicity niet terug brengen. Mijn god, ik klink zo dramatisch. Alsof ze dood is.. Maar .. Ik weet dat het hard klinkt, toch lijkt het me beter om iemand fysiek te verliezen dan om iemand te zien die zo veel voor jou betekent, maar niet eens je naam weet te herinneren. Ik wist dat ik het met mijn eigen ogen moest zien. En snel.
Ik heb gemerkt dat als ik reacties krijg, ik eerder de neiging heb om te schrijven (:
Reageer (1)
Nooo don't stop here, ik vind het zo zielig dat ze hem niet meer herinnert. Ik vind je verhaal echt super leuk en mooi geschreven
1 decennium geleden