Chapter ten.
“Met Alice!” Mijn mond verliet een zucht van opluchting. “He Alice. Met mij. Colton. Heb jij enig idee waar Felicity is? Ik sta voor haar huis maar er lijkt hier niemand te wonen.” Mompelde ik. Mijn stem kwam hard over, maar ik wist niet hoe ik deze gevoelens in toon moest houden. “Owh. Colton.. Felicity is bij haar ouders..” Aan haar stem te horen zat hier meer achter. Want wij beiden wisten dat Felicity geen contact meer had met haar ouders. Ze had ruzie met ze, ze keurden mij niet goed. Ze dachten dat Felicity beter verdiende. Soms dacht ik dat ze gelijk hadden maar zij wist me te overtuigen dat zij alles is wat ik ooit heb gewild. En dat het ook zo vica versa is. “Bij haar ouders? Waarom?” Ze zuchtte. “Colton, er is iets wat je moet weten.. Maar ik denk dat het niet over de telefoon kan.” Ik slikte. “Alice, zeg het. Nu.” – “Colton, het kan niet. Ik kan het je niet zo vertelle-”. “ALICE.” Gromde ik. Het kon me geen reet schelen of de buren mee konden luisteren. “Oké. Ik wil dat je rustig bent, ten eerste.” Zei ze, een beetje bijtend. “Ten tweede. Felicity heeft een ongeluk gehad.” Dat ging zo snel dat ik nog een paar minuten nodig had om haar woorden in me op te nemen. Felicity. Heeft. Een. Ongeluk. Gehad. “Wat?” Alice begon net met uitleggen toen ik met nog meer vragen kwam. “Hoe? Wanneer? Waarom heeft niemand mij gebeld? Hoe is ze? Is ze okay?” Weer een diepe zucht. Ik kon dit niet meer aan. “Alice!” – “Oké, oké, Colton het is niet gemakkelijk hoor om te zeggen.” Ik snauwde terug dat het ook niet makkelijk was om dit aan te horen. “Die dag toen je vertrok, ze had erg spijt van wat ze had gezegd en achteraf leek het allemaal stom te zijn. Ze wilde niet dat jullie laatste herinnering dat gevecht was. Ze wilde het goedmaken met je, dus reed ze naar het vliegveld. Maar aangezien het buiten donker was en ze helemaal van streek was, knalde een vrachtwagen tegen haar in. De rest zijn onprettige details maar het komt erop neer dat ze na drie maanden in het ziekenhuis, naar huis mocht.” Een trillende ademhaling was alles wat ik had. Ik voelde mijn hart kloppen in mijn keel en mijn hoofd voelde heet aan. Het leek allemaal voor mijn ogen af te spelen. “Maar.. waarom is ze dan niet thuis en waarom antwoorde ze niet op mijn telefoontjes? Waarom schreef ze geen brief. Waarom vertelde niemand me iets!” Frustraties uitte ik door te schreeuwen tegen de telefoon. Alice was helaas het slachtoffer. Ik zou het later wel goed maken met haar. “Rustig, ik mocht je niks vertellen omdat haar ouders het liever zo hadden. Het ligt zo .. Colton.. ze herinnert me niet eens.” Ik fronste maar dat kon ze natuurlijk niet zien. “Wát? Je bent haar beste vriendin, tuurlijk weet ze wie je bent.” Ze snikte en opeens leek haar stem te kraken. “Dat weet ik en dat weet jij en dat weet iedereen in deze stad. Maar zij niet. Ze heeft geheugenverlies. Ze kan zich niets meer herinneren van de afgelopen jaren. Zelfs jou niet! Ze wist niet eens wat ze had gestudeerd!” Ik ging zitten op het stoeprandje en hield de telefoon tegen mijn oor terwijl ik naar de grond keek. Dit kon niet waar zijn. Dit kon echt niet waar zijn.
Er zijn nog geen reacties.