005. Briseis
Het was niet dat ik de drie onbekende jongens direct vertrouwde, in tegendeel zelfs, maar het was meer dat ik geen keuze had. Als de organisatie er achter kwam dat een van hun klanten dood of verdwenen was, waren zijn meisjes vaak de volgende. Ze hadden niets meer aan ons, omdat we niet meer in hun mooie praatjes geloofden.
“Ben je al lang hier, in het kasteel?” vroeg Domenic.
Ik haalde mijn schouders twijfelend op. “Ik weet het niet precies, maar elke dag die ik hier heb doorgebracht is er één te veel.”
“Dat is te zien ja.” mompelde hij.
Mijn wenkbrauwen trokken automatisch omhoog en ik keek beledigd opzij, maar het leek hem niets uit te maken. Hoewel zijn karakter me op dit moment totaal niet aan stond, kwam ik toen ik naar hem keek al snel tot de conclusie dat het wel een knappe jongen was. Hij was veel groter en gespierder dan de meeste jongens die ik kende, had een duidelijke kaaklijn en prachtige, helderblauwe ogen. Helaas keken deze nukkig en ongeïnteresseerd de wereld in.
We hielden halt voor een prachtig beschilderde, houten deur die ik eens de deur van mijn eigen kamer mocht noemen. Nu was hij van Ysanne, het laatste meisje dat getrouwd was met graaf Zorin.
“Wat zit hier?” vroeg Domenic. Hij had zijn hand al op de deurklink gelegd en keek me ongeduldig aan. “De graaf zijn rijkdommen of het meisje?”
“Wat denk je zelf?” kaatste ik terug. “Dat de graaf zijn rijkdommen zo open en bloot achter slechts een houten deur neer legt?.”
Domenic sliktte, maar hersteldde zich vlug. “Het meisje dus, fantastisch.”
Voordat ik hem tegen kon houden duwde hij de klink naar beneden en de deur open, zijn zware voetstappen lieten de houten vloer van de enorme kamer kraken. Ik volgde hem op de voet en merkte al snel op dat Ysanne nergens te bekennen was. Terwijl Domenic vloekend rond keek struinde ik de kamer door en hield halt voor de badkamer deur.
“Ys?” zei ik zachtjes toen ik op de deur klopte. Zoals ik al verwacht had zat hij op slot, het jonge meisje was waarschijnlijk doodsbang toen ze graaf Zorin hoorde schreeuwen en had zichzelf uit voorzorg opgesloten.
“Briseis?” piepte een zacht stemmetje vanaf de andere kant van de deur. “Wat is er met Zorin gebeurd? Zijn er plunderaars?”
Achter me hoorde ik Domenic een schamper lachje uitstoten, ik hoopte dat Ysanne het niet gehoord had.
“Nee, verre van.” glimlachte ik. “Het is een beetje moeilijk uit te leggen, maar als je naar buiten komt heb ik iemand bij me die dat wel precies kan.”
“Je hebt iemand bij je?” – “Ja, kom maar uit de badkamer, dan zie je het zelf.”
Mijn geruststellende woorden leken effect te hebben, want na wat gerommel in het slot ging de badkamer deur langzaam open en verscheen Ysanne's tengere gestalte in de deuropening. Haar ogen vlogen direct naar Domenic, die haar met een grijns aankeek.
Voordat ze de deur opnieuw dicht kon gooien duwde ik hem verder open. “Dit is Domenic,” knikte ik. “Domenic, dit is Ysanne.”
“Juist, ik heb eigenlijk niet zo heel veel tijd voor deze onzin. Ik werk voor mensen die meisjes zoals jullie bevrijd en beschermd, wat niet gaat lukken als we hier nog langer onze tijd verdoen.”
Hij draaide zich met een ruk om en terwijl hij vlug de gang op liep wenkte hij ons achter zich aan.
“Vergeef hem,” grinnikte ik tegen Ysanne toen we achter hem aan gingen. “Achter die muur zit vast een hele aardige jongen.
Er zijn nog geen reacties.