Schrijfwedstrijd HaIcyon - Opdracht 1 - Na regen komt zonneschijn
Na regen komt zonneschijn. Dat was tenminste wat het decoratieve tegeltje dat op de wc hing vermeldde in al zijn wijsheid, maar Jonathan waagde het dat te betwijfelen. Het was vaak niet eens van toepassing op het weer. Na regen kwam doorgaans een druilerige, grijze dag, en wat het leven betrof, was deze specifieke belofte in Jonathans ervaring al helemaal een wrede leugen. Hij had in zijn vijfentwintig jaar meer regen gezien dan de meeste mensen, maar in plaats van prettige warmte en een strakblauwe lucht, was die periode enkel afgesloten omdat het overliep in onweer.
Onweer en lange, eenzame avonden voor de tv. Vaak was het enige bewijs dat hij niet de laatste persoon op aarde was de huilende baby van de buren. Zelfs die stopte echter uiteindelijk altijd weer met haar gekrijs, want ze had twee liefhebbende ouders die zich ieder moment van de dag om haar bekommerden. Jonathan had niemand nodig die zijn luiers verwisselde of flesjes melk voor hem opwarmde, maar toch was hij op een volkomen irrationale manier stikjaloers op die gelukkige baby. Hoe hij het ook probeerde te negeren, de harde realiteit was dat hij zich eenzaam voelde.
Hij stond ’s ochtends op met de andere helft van het bed nog netjes opgemaakt. Daarna staarde hij een paar minuten naar de tweede tandenborstel in het bekertje in de badkamer voordat hij zijn tanden poetste, en in de keuken pakte hij automatisch twee borden uit de kast en zette dubbel zoveel koffie als hij in zijn eentje wilde drinken. Tijdens zijn ontbijt verlangde hij naar wat afleiding in de vorm van de ochtendkrant, maar hij liet het nieuws op de deurmat liggen uit respect voor haar regel dat er aan tafel niet gelezen mocht worden, zelfs al was het tegen die tijd altijd wel duidelijk dat ze er niet was.
Hij was, samengevat, niet alleen eenzaam, maar ook ontzettend triest. Dat was iets waar hij zich meer en meer van bewust werd toen de weken sinds hij haar voor het laatst had gezien overliepen in maanden. Hij kwam nauwelijks buiten de deur en durfde bijna niet meer naar de wc te gaan, want hij was bang dat hij dat stomme tegeltje aan stukken zou slaan of spontaan in tranen zou uitbarsten bij het zien ervan. Het leken allebei angstaanjagend reële opties. Toen hij op een namiddag merkte dat hij daadwerkelijk net zijn eigen toilet binnen was gegaan met gesloten ogen, puur om niet geconfronteerd te worden met een feitelijk incorrecte en veel te vaak gebruikte combinatie van vier woorden, besefte hij dat het zo niet langer kon. Het was tijd dat hij bij Cathy langs ging.
Maar wel de volgende dag. Hij had wat tijd nodig om zich emotioneel voor te bereiden.
Voorspelbaar genoeg ging hij niet de volgende dag. Of de dag daarop.
Uiteindelijk kostte het hem nog eens twee weken tot hij de moed had verzameld. Hij werd wakker, keek naar het kreukvrije kussen waar zij ooit lag, en wist dat hij het niet langer kon uitstellen. En dus trok hij een schone spijkerbroek en een net hemd aan, poetste hij zijn schoenen en haalde zijn fiets uit de schuur.
Onderweg stopte hij bij een klein bloemenwinkeltje om een bos rode rozen voor haar te kopen. De man die hem hielp was in een goed humeur. “Rozen op een woensdagochtend?” stelde hij grijnzend vast. “Iemand hier heeft iets goed te maken, gok ik. Wat is er aan de hand, vriend, praat ze niet meer met je?”
Jonathan deed niet eens een poging om ongemakkelijk te glimlachen terwijl hij het geld overhandigde. “Om eerlijk te zijn hoop ik dat ze niet tegen me zal praten.”
Het was lastig om te bepalen hoe hij de bos bloemen op zijn fiets moest vervoeren, maar uiteindelijk koos hij er maar gewoon voor om met één hand te sturen. Het was hoe dan ook minder dan een kilometer tot hij bij zijn bestemming aankwam. Toen hij het hek voor zich zag opdoemen draaide hij zich exact drie keer bijna om, maar daar bleef het bij. Hij rende niet echt weg. Dit keer niet meer.
De grafsteen was gelegd sinds de laatste keer dat hij op de begraafplaats was geweest. Het was een simpel, stenen ding met weinig tekst, maar zelfs als er een heel boekwerk op had gestaan zou Jonathan alleen oog hebben gehad voor de eerste negen letters. Catherine.
Ze zeggen dat na regen zonneschijn komt. Dat hoort een opbeurende gedachte te zijn, maar Jonathan kon het niet helpen dat hij plotseling hardop stond te lachen op een verlaten begraafplaats toen de zon zich achter een wolk verschool en hij een druppel voelde.
Reageer (2)
Geweldig! Ik wou dat ik zoveel talent had als jou! (:
1 decennium geledenwow /;
1 decennium geleden