9. Charming
Er wordt van mij verwacht dat ik me volledig focus op mijn huwelijk met de beeldschone prinses. Als oudste zoon van de hertog van Bozdanië, een jongen van adel, ben ik de meest geschikte persoon in het koninkrijk om met prinses Ella te trouwen. Voor mij is er het voordeel dat ik rijk zal worden en mijn moeder beter kan onderhouden. Toen mijn vader overleed, had ze, behalve het landhuis in Bozdanië, niets meer over, maar ze had wel vijf monden te voeden. Ik kon mezelf prima onderhouden, maar mijn broertjes en zusjes zijn nog te jong om al voor zichzelf te zorgen. Mijn moeder werkt hard voor een klein loon en daarom biedt mijn huwelijk met Ella de ideale oplossing.
Ik ben niet bezig met het huwelijk. Het gaat niet lang meer duren voordat wij elkaar het ja-woord gaan geven, maar mijn gedachten worden alleen maar opgeslokt door het meisje dat mijn zwaard heeft gestolen. Er spoken vragen door mijn hoofd waar ik antwoorden op wil krijgen, maar ik wil vooral graag mijn zwaard terug. Ik kan aan een bediende vragen of hij een nieuw zwaard voor me heeft - ik kan zelfs vragen of hij een nieuw zwaard voor me wil laten maken - maar dat zal niet hetzelfde zijn als het zwaard van mijn grootvader.
De koningin zal het niet begrijpen als ik haar vertel dat ik het zwaard terug wil. Ik zeg het niet graag over mijn toekomstige schoonmoeder, maar ik vind haar - zacht uitgedrukt - onsympathiek. Ze is hooghartig, oppervlakkig en ontzettend materialistisch. De enige reden dat ze accepteert dat ik haar schoonzoon wordt, is omdat ik blauw bloed in mij heb. Ze veracht mijn moeder, mijn broertjes en zusje, ze veracht zelfs mij. Als ze zou weten hoe arm mijn moeder zou zijn, zou ze ons huwelijk verbieden. Daarom houd ik het ook geheim voor haar. Als we eenmaal getrouwd zijn, zal zij er toch niets meer aan kunnen veranderen.
Ik zou het meisje best aankunnen, als ze me niet had verrast. Ik kan erg goed omgaan met een zwaard en ben vlug en behendig. Daarom neem ik het besluit: ik ga het bos weer in en zoek haar op. Ik kan haar aangeven en dan zal ik mijn zwaard terug hebben. Ik weet niet wat ze ermee wil, maar als ze het wil verkopen, moet ik opschieten.
Ik heb vanmorgen met de koningin en haar dochter ontbeten. De spanning was om te snijden. Ella zegt niets en als ze haar mond opentrekt, wordt ze direct weer het zwijgen opgelegd door de koningin. Ik kan Ella op deze manier helemaal niet leren kennen.
Na het ontbijt heb ik mij geëxcuseerd. Ik ben naar de smederij gegaan en heb een zwaard gekocht. Die heb ik in mijn leren hoes gestopt, zodat ik me kan verdedigen tegen het meisje. Omdat ik verwacht dat het meisje niet op het bospad te vinden is, ga ik te voet terug naar het bos. In eerste instantie volg ik het pad, tot ik terug ben op de plek waar ik overvallen ben. Vanaf daar begin ik het bos in te lopen. Ik grafeer in enkele bomen een klein kruisje, zodat ik weet hoe ik de weg terug ga vinden naar het pad, en loop het bos in. Ik ben op mijn hoede en weet dat het meisje me nog steeds kan overvallen, maar ik let op ieder geluid en iedere beweging.
Plotseling schiet er een verschrikkelijke pijn door mijn voet. Ik slaak een pijnlijke kreet en kijk wat de pijn heeft veroorzaakt. Mijn voet zit vast in een klem met gemene haken, die door mijn laarzen in mijn voet zijn gedrukt. Ik trek de klem met veel moeite los; het bloed sijpelt op de grond. Als ik mijn laars uitdoe, word ik misselijk van wat ik zie. Mijn voet is bedrukt met verschillende grote, bloederige gaten
Reageer (2)
Jagersklem, wees altijd op je hoede!
1 decennium geledenSnel verder (:
Klem van van het meisje (ik weet niet meer hoe ze heet), tenminste dat denk ik.
1 decennium geleden