Foto bij Book 3 | 6

Hermelien gaf Ron een por om hem een beetje te laten opschieten en we voegde zich bij de massa leerlingen die het borden opstroomde naar de reusachtige eiken deuren en de enorme, galmende hal, die verlicht werd door vlammende toortsen en waar een schitterende marmeren trap naar de bovenverdieping leidde.
Rechts stond de deur naar de Grote Zaal open; Ik volgde de rest van de leerlingen, maar had nog nauwelijks een glimp opgevangen van het betoverende plafond van de zaal, dat deze avond donker en bewolkt was toen een stem riep: "Potter, Bloodbite, Griffel! Ik wil jullie spreken!"
We keken verbaasd om. We werden geroepen door professor Anderling, lerares Transfugation en hoofd van Griffoendor. Dat is de afdeling waar ik, Harry, Hermelien en Ron zitten. Professor Anderling was een streng uitziende heks met haar haar in een knotje en priemende ogen achter een bril met vierkant montuur. Ik wrong me nerveus door de menigte; professor Anderling gaf me altijd het gevoel dat ik van alles mis gedaan had.
"Kijk niet zo ongerust - ik wil jullie alleen even spreken in mijn kantoortje" zei ze. "Loop jij maar door, Wemel."
Ron staarde ons na terwijl professor Anderling mij, Harry en Hermelien weg loodste uit het luidruchtige gezelschap, naar de marmeren trap. We gingen naar boven en liepen een gang uit.
Zodra we in haar kantoortje waren, een kleine kamer met een groot, knapperend haardvuur, gebaarde professor Anderling dat we moesten gaan zitten. Zelf nam ze achter haar bureau plaats en zei abrupt: "Professor Lupos heeft een uil vooruit gestuurd om te zeggen dat jullie onwel werden in de trein, Potter, Bloodbite."
Voor dat we iets konden zeggen werd er zacht op de deur geklopt en kwam madame Plijster binnen, de verpleegster.
Ik zag dat Harry rood werd. Het was al erg genoeg dat we waren flauwgevallen, of wat er dan ook precies gebeurd was, zonder dat iedereen ook nog eens z'n hoop heisa maakte. "Ik voel me prima," zeiden ik en Harry tegelijk. "Ik hoef echt niet-"
"Oh jullie zijn het?" zei madame Plijster, die ons protest negeerde en ons aandachtig bekeek. "Zeker weer gevaarlijke fratsen uitgehaald, hè?"
"Het was een Dementor, Poppy," zei professor Anderling. Ze wisselde duistere blikken uit en madame Plijster klakte afkeurend met haar tong. "Een school laten bewaken door Dementors!" mompelde ze terwijl ze Harry's haar wegstreek en zijn voorhoofd voelde. "Ze zouden niet de eerste zijn die flauwvallen. Ja, hij is helemaal klam. Het zijn verschrikkelijke wezens en het effect dat ze hebben op mensen die toch al zwakjes zijn-" "Ik ben niet zwakjes!" zeiden ik en Harry gepikeerd. "Nee, natuurlijk niet." zei madame Plijster afwezig en ze voelde mijn pols.
"Wat raad je aan?" zei professor Anderling. "Bedrust? Misschien een nacht je op de ziekenzaal?" "We voelen ons prima" zei Harry, die overeind sprong, ik knikte instemmend. De gedachte aan wat Malfidus zou zeggen als we naar de ziekenzaal moesten, was onverdraaglijk. "Nou ze moeten in ieder geval chocola eten. Dat is wel het minste." zei madame Plijster die probeerde in onze ogen te turen. "Hebben we al gedaan" zei ik. "Professor Lupos heeft ons een stuk gegeven. Iedereen, trouwens."
"Werkelijk?" zei madame Plijster goedkeurend. "Dus hebben we een leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten die zijn remedies kent?" "Zijn jullie echt zeker dat jullie je weer goed voelen?" zei professor Anderling op scherpe toon. "Ja" zeiden Harry en ik.
"Nou, goed. Wees dan zo vriendelijk om buiten te wachten terwijl ik met mevrouw Griffel haar lesrooster doorneem en dan gaan we samen naar beneden voor het feestmaal."

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen