Foto bij 2. Hade

Clarissa pakte haar tassen en zocht voor nuttige spullen. Nu was zij rijk genoeg om alles wat zij ooit nodig dacht te hebben in huis te hebben, maar een zwaard viel daar niet onder. Zuchtend besloot zij toch maar naar het paleis te gaan om wapens te vragen. De koningin was uiteraard gewillig om het meisje van wapens te voorzien, maar het stond de koning tegen dat zijn wapens gebruikt warden. De koningin bood aan wapens te laten maken. Clarrisa sloeg dat af, het zou te lang duren. Eigenwijs als Clarissa was, pakte zij de glanzende wapens van de prins. Deze koninklijke wapens waren licht genoeg voor haar. Ze stak en zwaard in haar riem, een mes in haar laars en corset. Ze pakte van huis nog een stuk touw, water en wat brood mee. Meer zou zij niet nodig hebben.
Nog voordat de zon onder ging trok Clarissa het donkere woud in. De zon die op haar zelfvertrouwde glimlach scheen gaf haar moed. Zij zou de eerste zijn. “Clarissa, vergeet je niet wat?”, vroeg haar vader.
“Wat?”, Clarissa draaide zich om, ze had gedacht dat niets haar meer zou stoppen. Daar stond haar vader, met een stevig bruin paard naast zich, opgezadeld en al. Clarissa kon haar ogen niet geloven en ze bedankte haar vader nog vlug voordat zij wegstormde. De reis ter paard was opvallend rustig, de kabouters liepen niet teveel in de weg, en de voetstappen van de ridders waren vers, evenals de dierenlijken die zij achter hadden gelaten.
Het duurde niet lang voordat zij bij de zee aan kwam. Hier steeg zij van het paard af. De golven zagen er woest uit, en er was nergens een volt te bekennen. Te paard er door leek haar niet verstandig, dat paard zou vast verdrinken, en misschien was het alleen te leen. Haar ouders zouden zeker dat paard nog voor andere doeleinden kunnen gebruiken.
“Oh geweldig mevrouw de amateur, ze hadden jou ook wel gehoord als jij aan kwam sluipen met die onhandige voeten van je”, mopperde een meisje.
Clarissa fronsde naar de onbeleefde, slechtgekleede vreemdeling.
“Ze waren nog aan het slapen voordat jij kwam”
“Sorry, wie moest ik wakker hebben gemaakt?”, zei Clarissa met verhitte wangen.
“De meerminnen”, riep de vreemdeling, wijzend op de golven.
Voor een seconde staarde Clarissa naar de golven. In het water leken vormen van vrouwenlichamen zichtbaar, en het schuim bestond uit tientallen witte ogen.
“Dat zijn geeneens meerminnen, dat zijn sirenen. Als je dan toch zo betweterig wilt doen, mij een amateur noemt, zorg dan dat je ook jouw feiten op orde hebt!”
“Best”
“Best!”, snauwden de twee naar elkaar. Na enige tijd met gevouwen armen en boze blikken over de zee te hebben gekeken fluisterde Clarissa toch maar de vraag of de ander een plan had.
“Heb jij toevallig ook een boot?”, gaf de ander als wedervraag.
Clarissa schudde haar hoofd.
“Dan vrees ik dat wij toch maar het bos terug in moeten. In stilte liepen de twee het bos in. Ze voelden wel aan dat zij samen moesten werken. Ondanks dat geen van de twee er echt zin in had, was het de enige manier om snel die overtocht te kunnen verwezenlijken.
“Bijl bij je?”, vroeg de vreemdeling kortaf terwijl zij een boom uit zocht.
“Alleen een zwaard, …?”
“Hade is de naam”
“Clarissa”
“Geef me dat zwaard maar”
Clarissa aarzelde; “Het lijkt me te fragiel voor dit soort log werk, meer een vleesmes”
Grommend nam Hade haar eigen zwaard om de boom mee om te hakken. Echter, voordat haar zwaard de boom raakte, kwam er een blauw licht tevoorschijn.
“Zij die de boom deren waarin ik leef zullen ongeluk ervaren”, piepte het blauwe lichtje, dat een elfje bleek te zijn. Het was nou niet bepaald overtuigend vanuit zo’n klein mondje.
“Uit de weg bosgeest”
Clarissa hoorde Hade brutaal zijn tegenover het wezentje. Ze probeerde Hade te stoppen, boselfjes konden gevaarlijker zijn dan zij leken, maar het was al te laat; Hades zwaard sloeg al tegen de boom. Een fel blauw licht blies haar achteruit.
“Hade, nee!”, Clarissa rende op de neergevallen Hade af. Hades ogen gingen moeizaam open. Er brandde al snel weer vuur in. “Jij hebt dit gedaan he, aardman?”, snauwde zij. Ze wilde haar zwaard terug pakken om de elf mores te leren. Snel pakte Clarissa het zwaard af, als Hade zich niet leerde beheersen werd het alleen maar erger. Boselfjes mochten dan klein zijn, ze bezaten grote kracht. Waar Clarissa niet aan gedacht had, was het mes in haar laars. Hade greep het mes en puntte het naar het elfje.

Reageer (1)

  • VintageGirl

    I like it! Mooi geschreven, zoals altijd ;)
    xx

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen