Foto bij Proloog

Lieve abo's ,
Ik deel de proloog al met jullie, aangezien er binnenkorteen van mijn andere verhalen op zijn eknde loopt. Ik hoop dat jullie dit een leuk verhaal gaan vinden!

Een meisje liep verdwaald doorheen het bos. Ze was de naam ervan alweer vergeten, maar dat kwam ook omdat ze op de vlucht was voor een enorme spin. Zelf was ze nog een jong meisje, als het ware nog maar een kind. Ze schreeuwde om hulp, maar niemand kwam haar helpen. Ze struikelde over een tak heen, waardoor ze met een smak tegen de grond belandde en ze begon te wenen. De spin kwam dreigend dichterbij, verlekkerd op zijn prooi die hij zou vangen.
'Buk je.' hoorde het meisje en ze school zich onder haar kleine armpjes. Een oorverdovende schreeuw klonk doorheen het bos, die langzaam weg stierf.
'Alles in orde?' vroeg iemand haar. Als ze op keek staarde ze met haar mond lichtjes op, voor zich uit. Hij had witblonde haren, ijzig blauwe ogen en een adellijke uitstraling. Hij keek bezorgd naar haar, hij wist niet of ze gewond was.
'Nee, mijnheer. Alles in orde.' sprak het meisje zo beleefd mogelijk. Als ze niet beter wist, zou ze zeggen dat hij de koning zijn zoon was.
'Hoe heet je en waar zijn je ouders?' vroeg de jonge heer haar. Tranen sprongen in haar ogen en ze begon onophoudelijk te huilen. Een ander kind zou zo nog meer monsters aantrekken, maar zij huilde in stilte alsof ze bang was om te luid te zijn. Hij nam haar in zijn armen, tilde haar op en stapte van dat vreselijk monster weg die dood was.
'Mama en papa weg, Maeve weet niet waar. Poef!' beeldde ze uit tussen haar tranen door. Het meisje had lichtblonde haren, bijna net zo bleek als die van jongeman zelf. Hij zag dat ze geen elf, geen dwerg, geen halfling of mens was. Zijn vader zou raad weten, die zou kunnen zeggen waar ze vandaan kwam.

'Vader, ik wandelde net door het bos voor de veiligheid van onze stad te garanderen en toen zag ik dit meisje doorheen het bos lopen. Ze werd achtervolgd door een reuze spin.' zei hij, waarna hij het meisje terug op de grond zette. Hij stapte samen met haar naar zijn vader, die het meisje grondig bestudeerde.
'Bij Aulë, dit is de dochter van de elementen!' schreeuwde de man en boog meteen het hoofd voor haar. Iedere wachter in de zaal knielde voor haar neer, als ook de man die haar had gered.
'Waarom dit doen?' vroeg ze verward. Bij haar thuis had ze dit nooit gezien, iedereen was vriendelijk en werd gelijk behandeld. Toen de koning zijn hoofd weer rechtte, zag hij het meisje verbaasd rond kijken.
'Mijn naam is Oropher, koning van het Grote Groene Woud. Wij doen dit, omdat jij een prinses bent en later een grote koningin wordt.' vertelde de man aan het kleine meisje. Maeve keek de man met grote ogen aan, waarna ze blij op en neer sprong.
'Zoals mama?' vroeg ze blij en de koning knikte.
'Mijn zoon, alleen jou zou ik een belangrijke taak als deze toe vertrouwen. Pas goed op het meisje en bescherm haar. Ze weet nog zo weinig.' vertelde de man aan de jonge heer. Deze knielde even voor zijn vader en nam het meisje mee om te gaan eten.

Vele jaren verstreken en het meisje werd een prachtige jonge vrouw. Haar haren leken wel bleker te worden en haar krachten namen langzaam toe. Nimfen zijn geboren verleiders, maar zij was nog anders. Zij had de krachten van haar schepper overgekregen, de krachten van de elementen. Haar schepper kende vele namen, die daarna andere volkeren creëerde. Voor haar heette haar schepper overgrootmoeder, zij was een van de krachtigste personen in midden-aarde.
'Zoek me dan, Thranduil. Of ben je echt zo sloom?' zei ze, waarna ze zich opnieuw verstopte in de natuur. De eens jonge heer was een echte man geworden, eentje die zijn hart had verloren aan iemand speciaal. Natuurlijk mocht hij dit niet laten zien, hij moest haar beschermen en niet lief hebben, dat had zijn vader wel meerdere keren gezegd.
'Maeve, toe nou. We moeten echt naar die vergadering, jij moet daar aanwezig zijn. Ze gaan bespreken over je kroning in Gilradal.' probeerde Thranduil haar te overtuigen, maar ze kwam niet tevoorschijn. Hij zuchtte diep, soms maakte ze het hem zo moeilijk. Hij stapte door het bos, waarbij hij elk plekje onderzocht.
'Ik heb jou eerst gevonden!' riep ze, terwijl ze haar handen voor zijn ogen legde. Ze giechelde zachtjes, aangezien zij op een omgevallen boomstam stond die net achter Thranduil stond.
'Kunnen we dan nu gaan?' vroeg Thranduil iets wat geïrriteerd. Ze mocht hem graag, maar soms vond ze hem een echte brompot.
'Oké, spelbreker.' zei ze, waarna ze haar armen liet zakken op zijn schouders. Hij draaide zich naar haar om, waardoor ze in zijn ijzige ogen kon kijken. Ze had zijn ogen altijd al fascinerend gevonden, ze droomde dat hij zo mensen kon laten bevriezen. Natuurlijk kon hij dat niet echt, maar ze zou het wel machtig gevonden hebben als hij dat wel kon.
'Maeve we moeten echt gaan.' zei hij, ook al wilde hij niets liever dan dat zij in zijn ogen staarde. Ze negeerde zijn woorden en boog haar hoofd naar hem toe, om haar lippen op de zijne te drukken. Thranduil voelde zijn hart tot in zijn keel kloppen, net zoals dat bij Maeve het geval was. Maar net voor ze de zijne kon raken, voelde ze een enorme steek door haar rug heen gaan. Een zwaard was in haar rug doorgeboord en kwam er via haar buik er weer uit, die net niet door Thranduil ging.
'Maeve, nee!' Gilde Thranduil. Ze zakte door haar knieën, maar hij ving haar behendig op en legde haar voorzichtig neer op haar zij. Achter Maeve bevond zich zijn vader, die hem enkel boos aan keek.
'Je hoorde haar te beschermen, ik heb je zo vaak gezegd dat je haar niet lief kunt hebben. Kun je nu voor een keer niet naar me luisteren? Nu heb je haar dood op jou geweten!' riep de man vol haat naar zijn zoon, waarna hij zich omdraaide en weer naar zijn kasteel stapte. Tranen liepen over Thranduil zijn gezicht, hij jammerde het uit en dacht aan verschillende spreuken die konden helpen.
'Ik kan haar helpen, maar je zal haar een hele tijd niet meer zien.' hoorde hij iemand zeggen. Toen hij op kijk, zag hij iemand uit Gilradal naar hem toekomen. De vrouw was in een mooi gewaad gekleed, maar ze was niet van adel. Thranduil keek haar hoopvol aan, blij dat er iemand haar kon redden.
'Doe wat er nodig is, doe wat je wilt. Zolang ze blijft leven, vind ik alles goed.' zei hij tegen de vrouw en ze knikte.
'Ze gaat naar een wereld hier ver vandaan, een wereld zonder elven, dwergen of halflingen. Het is een wereld die voor de meeste van ons onbekend is, een wereld van mensen.' zei de vrouw en hij keek haar verbaasd aan.
'Waarom bij de mensen? Wat kunnen die meer dan ons?' vroeg hij lichtjes boos, maar ze suste hem.
'Niet de mensen van bij ons, maar in een andere wereld. Zij hebben hun eigen magie, magie om stervende mensen te helpen. Ze doen het dagelijks, maar er is wel een nadeel aan.' zei de vrouw tegen hem. Hij knikte, als teken dat ze verder mocht vertellen.
'Als ze daar terecht komt, zal ze slechts de leeftijd van zestien jaar hebben en ze komt niet terug voor ze eenentwintig jaar is. Daar gaat de tijd trager voorbij dan hier, daardoor gaat ze volledig genezen. Maar als ze ooit terug komt, zal ze zich niets meer herinneren.' legde de vrouw hem uit. Thranduil keek haar met grote ogen aan, maar hij wou Maeve niet laten sterven.
'Doe wat er nodig is, red haar alsjeblieft.' smeekte hij de vrouw. Ze nam het meisje op en liep van hem weg. Ze stapte een hele eind, tot ze aan een grot kwam. Ze wist dat er hier een portaal in verbinding stond met die andere wereld. Ze zou het meisje erdoor helpen en als de vrouw terug kwam zou het portaal voorgoed sluiten. Een portaal kon maar twee keer gebruikt worden, maar ze bracht zoals gezegd het meisje naar de andere wereld. De aarde.

Reageer (2)

  • F4Nina

    wauw snel verder !!! please!!!!!

    1 decennium geleden
  • Faelain

    The feels (:

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen