Not alone
Silver had ik met moeite aan zijn nekvel terug mijn kamer in gesleurd. Ik trok terug de dekens omhoog en liet hem, weeral, zien dat er echt geen enge monsters onder het bed verstopt zaten, dit keer keek ik mee.
“Zie je nou wel,”¯ probeerde ik hem terug op zijn gemak te stellen, jammer genoeg stribbelde hij alleen maar meer tegen. Ik liet maar los, voordat hij uit angst weer naar mijn hand greep, die juist eindelijk goed aan het helen was. Hij kroop laag over de grond zijn mand in, wat hem ietwat leek te bedaren. Ik liet het erbij.
“Je blijft een rare. Volgens mij ben je echt één grote heisa aan het maken over een klein muisje.”¯ Silver liet een grote zucht los, legde zijn kop op zijn poten die over de rand van de mand hingen. Zachtjes lachte ik, sprong dan op bed om te kijken hoe laat het was. 19:33. Klote, ik had echt veel te lang geslapen. Nu had ik grote kans dat ik de nacht met open ogen mee zou gaan maken. Dat was echt het laatste wat ik wilde, als ik mij bedacht dat, wanneer ik niet kon slapen, altijd naar buiten ging om te wandelen.
Ah, nee! Geërgerd greep ik naar mijn maag die nog harder begon te protesteren als daarvoor. Ik had ook al sinds gister ochtend niet meer gegeten. Het beseffen dat ik zolang al niet meer had gegeten maakten mij misselijk. Mijn hoofd voelde vanbinnen leeg, ledematen begonnen te trillen. Duizelig liet ik mij goed op bed liggen. Zwarte vlekken dansten voor mijn zicht.
“Rain?”¯ Jader hoorde ik vaag achter de voordeur roepen. “Rain? De deur van het gebouw stond open!”¯ Hij klonk wat gestrest, liet de knokkels van zijn vuist harder op de deur roffelen. Het slot van de deur viel open door zijn kracht. “Rain, wat is er aan de hand?”¯ Hij was nog nooit zo snel de kamer ingestormd. Zijn wit tot blonde haren zag ik, samen met de zwarte vlekken, voor mijn ogen dansen. Twee ogen keken mij doordringend aan.
“Het gaat wel, ik besefte mij gewoon even dat ik wat te weinig had gegeten.”¯ Jader had met een arm mijn hoofd omhoog gehaald. Zijn borst golfde onrustig op- en neer.
“Moet ik nou altijd zorgen om je maken,”¯ zei hij zuchtend. “Ik wil je een keer zorgeloos achter kunnen laten, zonder het idee dat er iets met je kan gebeuren. Maar goed, ik heb dan fijn nieuws. We hebben de gepantserde wagen vanochtend kunnen overmeesteren, we zijn dus weer goed voorzien. Waar heb je zin in?”¯ Mijn maag begon gelijk weer te knorren dooe zijn woorden. Flauw grijnzend keek hem aan.
“Wat is er in de aanbieding?”¯ Jader zette bedenkelijk zijn gezicht op.
“We hebben… brood, melk, crackers, bonen, drop, wat groente, alcohol,”¯ hij begon te grijnzen tijdens de opsomming, “kaas, vlees, fruit, en nog wel meer, daar kom ik even niet op.”¯
“Hmm, ik zou gewoon een lekker belegd broodje willen. Drop heb ik ook in al geen tijden gegeten, mag ik er een paar?”¯
“Je mag er zoveel je wilt, we hebben echt dozen vol!”¯ Ik glimlachte, gooide mijn armen om zijn nek en hees mezelf naar hem toe. Een dikke kus plantte ik op zijn wang.
“Je bent te lief.”¯
“Weet ik. Maar je moet ook River en Dusk bedanken, want die hebben nu extra hard meegeholpen nu jij er niet was.”¯ Mijn lippen vormde zich tot een klein glimlachje bij het denken aan de jongens. Ik ben echt geprezen met zulke jongens als vrienden. Als ik hen niet had, dan had ik het allang niet meer overleefd op deze aardkloot. Maar zo kon ik heel veel mensen danken. Het idee dat je er niet alleen voor stond, maakte alles al verdraagzamer.
“Hé, ik ben zo terug, houd je het nog even uit zonder mij uit?”¯ Ik verkocht hem een tik tegen zijn schouder. “Ja dus.”¯ Hij grinnikte. “Ik neem Silver anders wel even mee.”¯ Bij het horen van zijn naam sprong hij gelijk overeind en ging voor Jaders neus zitten, snuit naar hem toe gericht. “Kom maar, jongen.”¯ Ruig aaide hij over zijn kop, oren gingen alle kanten op. Silver blafte en sprintte naar de voordeur die nog op een kiertje stond, wat ik van hier nog net kon zien.
“Klop, klop!”¯ Met een brede lach wandelde Ty naar binnen. “Ik kom een slot maken.”¯ Hij rinkelde met het nieuwe slot. In zijn andere hand hield hij en metalen gereedschapskist vast.
“Dankje. Ik snap niet hoe die zo plots kapot kan zijn. Toen ik Silver buiten liet, was er nog niets aan de hand.”¯ Mijn lege bord legde ik naast mij op bed en hupste naar Ty toe. “Ach, jij bent er nu.”¯ Een kus drukte ik op zijn wang. Glimlachend knielde hij voor het slot. Benieuwd stond ik achter hem.
“Vreemd?”¯
“Wat?”¯ Ik boog voorover om over zijn schouder te kunnen kijken.
“Het is hier helemaal nat.”¯ Nu hij het zei zag ik hoe er een nat spoor uit het slot over de deur droop en tot een plasje op de grond vormde.
“Hoe komt dat daar?”¯ Totaal verbaast streek ik met mijn vingertoppen over de deur. “Het is ijskoud!”¯ Geschokt trok ik mijn hand er vandaan. Ty voelde er nu ook aan en stopte dan een vinger in het slot.
“Het was ijs, ik voel het nog een beetje.”¯ Een rilling vluchtte zich een weg over mijn rug. Ik had nu wel genoeg met de kou te maken gehad. Niet weer. “Hé, gaat het?”¯ Zijn donkere ogen keken mij bezorgd aan. Een flauwe glimlach speelde zich af op mijn gezicht. Na eindelijk gegeten te hebben, begon ik mij toch weer misselijk te voelen. Te veel. Het werd mij allemaal te veel. De wind, kou, het bekeken voelen, Silver die zich ongemakkelijk voelde, ijs in het slot. Dit kon niet meer toeval zijn, en dat maakte mij alleen maar beroerder.
Wat als Silver al die tijd iemands aanwezigheid voelde? Was hij daarom zo overstuur bij het bed? Mijn ogen sperde zich open. Hij was bang toen we de bewaker afleidde, toen hij terug kwam van het wandelen was hij ook al zo behoedzaam, bij het bed wilde hij niet komen.. Het flitste allemaal door mijn hoofd, bij de gedachte van het bed stapte het vol op de rem.
Ik ben niet alleen…
Reageer (1)
O nee, wie was er nog meer!
1 decennium geledenkom maar op met dat volgende hoofdstuk.