Book 3 | 2

"Nee, alleen aan Tom." "Het kamermeisje. De kok." "De loodgieter." zei de tweeling om te beurt. "En die tovenaar uit België." vulde ik hen aan. "Inderdaad Destí." Molly kwam aangelopen en begon Harry helemaal te onderzoek en te onder vragen over zijn boeken en kleren. Arthure is er ook. Hij kwam aan gelopen en zei ook hallo tegen Harry. "Harry, Destí, kan ik jullie even spreken?" ik en Harry knikte. We gingen wat meer naar achteren zodat we meer privesie hebben. Onderweg begroete Arthure Hermelien. "Hebben jullie er zin in?" vroeg Arthure. "Ja, het wordt vast geweldig." zei Harry. We liepen nog een beetje verder. Tot we helemaal vanachter stonden. "Er zijn mensen op het ministerie die willen dat ik dit jullie beter niet vertel. Maar ik vind dat jullie de feiten moeten weten. Jullie lopen gevaar. Groot gevaar." ik was verward hoe zo lopen we gevaar? We zijn nog maar kinderen. Ik keek naar de gezocht poster van Sirius Zwarts. "Heeft het te maken met Sirius Zwarts?" vroeg ik achterdochtig. Arthure keek eerst een beetje rond en vroeg:" Wat weten jullie over Sirius Zwarts?" "Hij is ontsnapt uit Azkaban." Noemde Harry op. "Weten jullie waarom?" vroeg Arthus vervolgens. Ik en Harry schudde onze hoofden. "Dertien jaar geleden toen jij, Harry,..?" Arthure hield even zijn mond. "Voldemort" spoorde Harry hem aan. Arthure keek verschrikt. "Nooit zijn naam noemen. Toen jij JeWeetWel versloeg verloor Zwarts alles. Máár hij bleef een trouwe dienaar. En hij denkt dat jij degene bent die verhindert dat JeWeetWel weer aan de macht komt. En daarom is hij ontsnapt uit Azkaban. Om jou te vinden." Ik snap het niet als hij achter Harry aanzit waarom loop ik dan persée gevaar. "Maar als hij achter Harry aanzit waarom loop ik dan gevaar?" vroeg ik aan Arthure. "Ik weet niet of ik degene ben die je het moet vertellen maar..ze zeggen dat Zwarts een dochter had." "Nou en? Das toch leuk voor hem." "Je snapt het niet. Het Ministerie denkt dat jij zijn dochter bent. Ze zijn wel niet zeker omdat je zo fel op je moeder lijkt." wow dit had ik niet verwacht. Wat ze nog zeiden hoorde ik niet meer. Ik was de hele tijd aan het denken of het mogelijk zou zijn dat Sirius Zwart, de man die zoveel mensen vermoord en pijn gedaan heeft, mijn vader zou zijn. Ze vergissen zich vast. Ik bedoel, Sirius Zwarts, mijn vader? Kom op zeg, dat is toch te gek voor woorden? Ik schudde mijn hoofd en kijk terug naar Arthure. "Dus alsjeblieft, ga hem niet zoeken. Blijf zo ver mogelijk van hem vandaan." hij kijkt ons doordringend aan terwijl hij het zegt.

Ondertussen staan we met zijn vieren op de trein. Toen we opeens Molly hoorde roepen. Ron kijkt uit het raam en ziet Molly op hem af komen met Schurfie in haar handen. Ron was hem weer eens vergeten. We liepen door de gangen terwijl Harry het uitlegde wat er met zijn tante was gebeurd. "Ik wilde haar niet opblazen. Het ging vanzelf." "Fantastisch" zeiden ik en Ron in koor. "Harry heeft geluk gehad dat hij niet geschorst is." ging Hermelien er tegen in. "Of gearresteerd." vulde Harry haar aan. "Toch is het fantastisch." zei Ron. We grinnikte even en liepen weer verder. We kwamen bij een coupé waar alleen een man inzit. Die zo te zien slaapt."Hier, de rest is vol." zei ik tegen hun. Ik ging naast de man zitten, Ron tegenover hem, Hermelien naast Ron en Harry naast mij. "Wie denk je dat het is?" vroeg Ron in het algemeen. "Professor R.J.Lupos. " antwoord Hermelien. "Jij weet ook alles. Waarom weet zij altijd alles?" "Ronald volgens mij stond het op zijn koffer." zeg ik droog. Hermelien knikt. "Zou hij echt slapen?" vroeg Harry. "Zo te zien wel. Waarom?" "Ik moet jullie iets vertellen." zegt hij terwijl hij de coupé deur sluit.