Foto bij 2 ~ Directions

Het regende, dat is alles wat ik nog weet, meer niet. Ik wist niet hoeveel mensen er waren, hoeveel mannen de kist droegen of wat ik aan had. Ik kan me de dag dat ik de brief ontving wel goed herinneren, de glimlach zat nog op mijn gezicht geplakt toen ik de brief opende maar al snel vervaagde die. Tranen liepen over mijn wangen toen de woorden tot me doordrongen. Ze was er niet meer.

De logeerpartij bij Lilly duurde langer dan gepland, twee weken langer. Om alles uit die twee weken even samen te vatten: ik had geen idee wat er om mij heen gebeurde. Ik was de hele dag bezig met overleven, maar ik reageerde te langzaam, de vraag moest drie keer herhaald worden voordat die tot me door drong. Behalve Lilly had nog niemand mij zien huilen. De mensen van het voogdijbureau waren langs geweest. Ik was al negentien maar ik zat nog op de middelbare school, de moeder van Lilly had een afspraak met het bureau gemaakt om te kijken wat mijn opties waren. Bij Lilly thuis kon ik niet blijven, daar hadden ze het geld niet voor, Lilly vond het vreselijk dat ze me in deze situatie niet kon helpen. Ik kon niet op mezelf wonen aangezien ik mijn school nog af moest maken en dus geen tijd had voor een baan. Ik kon ook niet naar een weeshuis omdat ik al negentien was. Er bleef dus maar een optie over.

'We bellen, mailen, sms'en en schrijven iedere dag. En ik kom zo snel mogelijk langs.' zei Lilly met een brok in haar keel.
Ik keek haar aan met tranen in mijn ogen, ik zou haar zo erg gaan missen. Zij was de enige die ik altijd alles vertelde en ze kende me beter dan wie dan ook.
'Lieverd, als je hier wilt komen logeren ben je altijd welkom,' zei de moeder van Lilly 'sorry dat je niet bij ons kon blijven.'
'Dat is niet erg mevrouw, ik snap het,' zei ik met een zure glimlach 'bedankt voor alles.'
Ze keek me even bezorgd aan. Ik moest gaan, mijn vliegtuig zou snel vertrekken en ik moest nog inchecken. Snel gaf ik Lilly nog een knuffel, voor de laatste keer draaide ik me om en zwaaide. Voordat de tranen weer terug zouden komen draaide ik me om, op weg naar de incheckbalie.

Het vliegtuig was geland, na een uurtje muziek geluisterd te hebben stond ik weer op vaste grond. Ik stond te wachten op mijn twee koffers, de band begon te rollen en al snel zag ik mijn koffers liggen. Net toen ik hem van de band af wilde pakken haalde iemand naast hem al voor mij van de band af.
'Here you go.' zei een man van middelbare leeftijd terwijl hij met een grote glimlach de koffer naar mij toe schoof.
'Dank.. uh thank you sir.' zei ik stotterend.
Met een nog grotere glimlach pakte hij mijn tweede koffer ook van de band af, ze waren allebei zwart en makkelijk te herkennen door de rode strips bij de ritsen.
Ik glimlachte nog even een gemaakte glimlach en liep snel van de man vandaan, echt glimlachen kon ik nu niet. Ik liep de gate uit, de ontvangsthal in en keek om me heen. Ik zag niemand, er waren wel mensen maar niemand die ik herkende. Mijn vader had me een foto opgestuurd zodat ik hem zou herkennen, ik leek totaal niet op hem. Ik ging op een bankje zitten en zette mijn koffers aan weerszijde van het bankje. Dan moest ik maar even wachten, misschien had hij vertraging.
Tegen alle verwachtingen in had ik een goed humeur vandaag, niet zo goed als voor de brief natuurlijk maar ik had niet het zware gevoel dat op me drukken. Dat had ik de laatste weken wel, vooral s 'nachts. Ik sliep slecht omdat ik last had van nachtmerries waar uit ik gillend en huilend ontwaakte.
Ik ging zo op in mijn eigen gedachten dat ik het niet eens doorhad dat er iemand naast me was komen zitten totdat de jongen tegen me begon te praten.
'Pak je koffers en kom mee,' snauwde de jongen naast me opeens uit het niets.
Ik keek hem verbaast aan, zijn bruine krulletjes zagen er vrolijk uit maar zijn ogen stonde boos, ik kende hem ergens van.
'Zeg jij bent toch Gracelynn?' vroeg de jongen opeens, met een beetje onzekere blik in zijn ogen.
Ik knikte en zijn blik werd weer hard.
'Mijn vader heeft geen tijd om je op te halen, dus stuurde hij mij. Ik ben Harry, je halfbroer.' zei de jongen zuur.
Alles viel even stil, een half broer, daar was nooit iets over gezegd. Ik had altijd al een broer willen hebben, maar de jongen in kwestie leek mij niet echt te mogen.
'Leuk je te ontmoeten Harry.' zei ik in mijn beste Engels.
'Kom we gaan.' zei hij nors.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen