Geschrokken door haar reactie kijk ik haar aan: "Ehm," stamel ik, "ik weet ook niet wat het is of hoe ik eraan kom." Mijn moeder pakt mijn arm vast en inspecteert de steeds donkerder wordende blauwe plek. "Ik weet het ook niet lieverd, maar het zal wel weer overgaan", stelt ze me gerust. Toch blijf ik er een raar gevoel bij houden. Er klopt iets niet.

Een paar dagen later is de vlek al bijna niet meer te zien. Gelukkig. Nu kan ik tenminste weer korte mouwen dragen in dit warme weer en stopt Isobel met vragen waarom ik in vredesnaam een vestje draag, “het is midden in de zomer!” Dat is wel erg overdreven, want het is al half september. De warme dagen en de lange zomeravonden zijn voorbij en het wordt langzaam tijd om de warme truien weer uit de kast te halen. Ik houd daar wel van. We gaan de gezelligste maanden van het jaar tegemoet. Lekker op de bank met een boek en een kop thee. Heerlijk.

Op school gaat alles zijn gangetje. Het is rustig. Soms zelfs verdacht rustig. Het gaat goed met mijn cijfers en ik heb weinig problemen. In oktober komt er een nieuwe jongen in onze klas. Hij is pas hierheen verhuisd en alles is dus even vreemd voor hem. Hij is een ietwat teruggetrokken, mysterieus type, maar hij heeft een lieve lach. Hij hoort niet echt ergens bij. Hij is anders dan de andere jongens. Het lijkt wel of hij bang is om contacten te leggen. Zou hij iets verbergen? Alles wat ik weet is dat hij 16 jaar is en Luke heet.

Verder gebeurt er niet veel bijzonders. Luke was na een paar dagen al 'gewoon'. Er werd nog maar weinig aandacht besteed aan de nieuweling. Isobel en ik sloten ons aan bij een groepje meiden, waarvan we altijd dachten dat ze verwaand en gemeen waren. Dit hadden we echter verkeerd ingeschat. Ze bleken heel aardig en namen ons meteen op in hun groepje. Het was alsof we al jaren vriendinnen waren. Deze meisjes behoorden tot de 'populairdere' mensen van de school en al snel openden nieuwe deuren zich voor ons. We gingen naar de bios, winkelen en naar feestjes. Ik maakte veel plezier en mijn leven werd een stuk drukker, maar ik vond het niet erg. Sterker nog, ik genoot ervan. Eindelijk had ik het gevoel dat ik ergens bij hoorde. Dat er mensen waren die om me gaven en die me hielpen als ik ergens mee zat. De altijd zo hechte band tussen Isobel en mij werd minder sterk, maar stiekem vond ik dat wel fijn. Ik wilde niet meer altijd zo afhankelijk van haar zijn, ik leid nu mijn eigen leven.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen