Our way to survive
Verscheidene schouders tikte ik aan. Vroeg constant dezelfde vraag: “Heeft u een jongen in het zwart gezien?”¯ Maar keer op keer kreeg ik opgehaalde schouders en een “Nee”¯ schuddend hoofd als antwoord. Ik wurmde mij verder door het volk, ik vond alleen geen spoor van die jongen. Het was niet om hoe hij eruit zag, maar om die blik. Woorden te kort. Die paar seconden benamen zijn ogen mijn adem en mijn lach. Hij straalde zoveel soberheid uit. En wanneer ik korte contact had met hem, leek er een satijnen kleed heel langzaam van mijn armen af te glijden, zorgde voor een zee van pukkeltjes.
Een zwart gewaad zag ik de hoek om schieten. Met een grote stap kwam ik eindelijk uit de menigte. “Wacht!”¯ Een hand gooide ik de lucht in en zette het op een rennen. Maar wanneer ik de hoek om keek zag ik niemand. Ik holde verder de steeg in. Twee armen sloten zich om mijn middel. Voor een moment stopte mijn hart met kloppen.
“Rustig, ik ben het!”¯ Ik kapte met spartelen bij het horen van Ty’s bekende stem. “Vanwaar de haast?”¯
“Debiel, wil je mij dood hebben?”¯
“Liever niet.”¯
Plots schoot er iets door mijn hoofd. “Heb jij toevallig..”¯ De laatste woorden slikte ik terug in. Hij had hem niet gezien, anders vroeg hij mij nooit waarom ik zo’n haast had. “Wat is er?”¯
“We willen de meeting nu al beginnen, dus ik kwam je eigenlijk ophalen. Je hebt het mij nu even makkelijk gemaakt door in mijn armen te vliegen.”¯ Hij grinnikte zachtjes, liet zijn tanden blinken. “Dus… O, nog gefeliciteerd met het succes van ons filmpje.”¯ Hij woelde door mijn haar. Ik glimlachte en kuste hem op zijn wang.
“Jij ook. Laten we dan maar gaan.”¯
De hele weg zat ik met mijn gedachte totaal niet bij Ty’s drukke gesprek over hoe alles perfect was gelopen. Die jongen kon ik maar niet uit mijn hoofd krijgen. Hij was zo anders, waarom had ik hem nooit eerder gezien? Was hij diezelfde persoon die ik twee dagen geleden leek te zien tijdens mijn wandeling? Praat niet zo gek, Rain. Je ziet een keer een jongen die je nooit eerder hebt gezien en je verwacht gelijk het gekste. Ik zuchtte diep, keek op en zag dat we al bij het verlaten gebouw waren waar Jader leefde.
“Hai.”¯ Met mijn hoofd in een totaal andere tijd, liet ik mij op de bank neerploffen. Het viel me niet eens op dat Dusk en River er ook zaten.
“Ook hallo.”¯ River duwde tegen mijn schouder en liet zijn charmante lach zien. Ik kneep in zijn bovenarm en zag hem verschieten, zijn lach veranderde in een grijns.
“O, Gott, River en Rain zijn herenigd!”¯ Cars kwam met zijn handen naar God gericht de woonkamer inlopen. “Wie verzint die namencombinatie ook echt? Denstiny? Dat moet de naam van jullie aankomende kind worden,”¯ ratelde hij door, maar werd onderbroken door Ty die hem een klap tegen zijn achterhoofd gaf. Ik schoot zachtjes in de lach. Cars trok er zo’n stom gezicht bij! Het leek bijna of hij doodserieus was. “Wat?”¯ Oké, die kilde hem.
Hard lachend rolde ik tegen River aan, probeerde mijn tranen te verbergen achter zijn arm. Ik voelde hem grinniken.
River is echt een schat. Ik zag hem niet veel, maar wanneer ik hem zag, gaf hij mij altijd het gevoel alsof ik de hele wereld aan kon. Of eerder gezegd: hij deed zo dat het leek dat er helemaal geen problemen waren in de wereld. En dat voelde fijn. Niet constant op de feiten gedrukt worden, zoals vaak Jader deed. Maar hij kon ook niet anders als leider. Niet dat hij zichzelf leider wilde noemen, maar daar is hij naar toe getrokken, en wij, Cars, Ty en ik hadden daar vrede mee.
Dan hadden we nog Dusk. De onafscheidelijke broer van River. Ze scheelde twee jaar, Dusk tweeëntwintig en River twintig, maar als er gezegd werd dat ze tweeling waren, had ik het gelijk geloofd. Beiden hadden dat donkerblonde haar wat shaggy voor hun ogen lag. Dusk had grijsgroene ogen, River felblauw. Verder hadden ze hetzelfde pretgezicht. Altijd in voor een spelletje, maar ook allebei bloedserieus tijdens een opdracht. Ze wisten ook heus wel dat het niet goed ging in Berlijn.
“Nou Jader, vertel je verhaal.”¯ Dusk bracht alles weer in orde. Jader ging voor de bank staan waar we ons allemaal op verzameld hadden. Ik op het rechter zitgedeelte, River in het midden, Dusk daarnaast en Ty en Cars op de leuningen.
“Goed. Eigenlijk is het vrijwel bekend wat er gaat gebeuren. We doen het elke maand en we zijn alweer door onze benodigdheden heen. Dusk zal als altijd achter het stuur kruipen van de auto die we alleen voor dit soort doeleindes gebruiken. Rain, jij zorgt weer voor de vertrouwde afleiding. Vorige maand deed je dat prima, maar dezelfde tactiek zal niet werken. Daarom bedacht ik mij als je nou eens voor het gepantserde busje springt en doet alsof je aangereden bent. Natuurlijk zorgen wij er voor dat dat niet gebeurd. Ik wil dat Ty er voor zorgt dat er een grote band van een auto tegen de bumper aanknalt wat zal klinken dat Rain echt wordt geraakt. Rain, zorg er wel voor dat je goed schat, anders word je straks echt geraakt, en dat wil ik liever niet.”¯ River voelde ik mijn arm grijpen. Ik keek op en glimlachte. “Nu moeten we hopen dat de bestuurder zo hard schrikt dat hij de grip op zijn verliest en van de weg komt. Dan komen River, ik en Cars in actie en breken het busje open om al het eten, medicijnen en kleding eruit te halen. Dusk komt dan aanzetten met de auto zodat we die kunnen volladen. Snapt iedereen het?”¯
“Wanneer gaat dit al gebeuren?”¯ vroeg River.
“Juist. Overmorgen zal het busje weer zijn vaste route rijden. Dat is vanaf de bunker buiten de stad naar het gebouw die iedereen kent. Dit zal waarschijnlijk vroeg in de ochtend gebeuren. Ik schat rond half vijf. Wij zullen er een paar uur van te voren klaar staan. Ik wil dat Rain klaar staat in een steegje waar het busje over de helft heeft gereden. Ty staat haar bij met een band en de gene die met mij zijn zullen iets verderop staan. Ik verwacht dat de bus wat verder rijdt.
Zorg dat je er klaar voor bent.”¯
Reageer (1)
tof geschreven!
1 decennium geleden