Hoofdstuk 2
Samantha Aplina
Ik lachte toen Nicolas een van de dode konijnen richting Helena smeet. Deze schonk hem een vernietigende blik maar ik zag de twinkeling in haar blauwe ogen. Zonder enkele walging pakte ze het beest op en begin hem te villen.
Nicolas hield een ander konijn omhoog en trok zijn wenkbrauwen naar me op. Ik schudde onmiddellijk mijn hoofd.
'Nee sorry, deze jurk is nieuw. Mijn moeder vermoord me als hij vies word, de volgende keer zal ik wat anders aantrekken.' Verontschuldigde ik mezelf.
Nicolas grijnsde, haalde zijn brede schouders op en plofte naast Helena neer op de grond. Ik zat op een van de krakende stoelen. Helena's huis was klein en liet duidelijke sporen van de armoedigheid zien, maar het was er gezellig en groot genoeg voor haar alleen. Haar beide ouders waren vermoord door heksen en ze was als enig kind achtergebleven.
'Ben je nog wat tegengekomen in het bos?' Vroeg ik Nicolas nieuwsgierig. Hij glimlachte zonder me aan te kijken. Hij wist hoe erg ik verlangde naar het bos met haar wezens, naar het bos waar ik nog nooit geweest was.
'Niet echt, een paar zeemeerminnen bij de rivier maar ze vielen me niet aan.' Zei hij.
'Hoe kom je daaraan?' Vroeg ik en raakte het litteken aan dat me eerder die middag was opgevallen.
Helena schoot in de lach en toen ze opkeek was de blik op haar gezicht puur vermakelijk. Ik trok vragend mijn wenkbrauwen op en keek naar Nicolas.
'Ja Nicolas, vertel eens wat voor heldhaftig verhaal daarachter zit.' Grijnsde Helena en schudde haar blonde haren naar achteren.
'Ik kreeg ruzie in de kroeg.' Mompelde Nicolas. Mijn mondhoeken kropen onbewust omhoog en ik begon zachtjes met Helena mee te lachen.
Maar onze pret werd ruw onderbroken door een geluid dat mijn hart een slag over liet slaan. Het was iemand die op de hoorn vanuit het kasteel blies. Brynhild werd aangevallen.
Mijn ademhaling versnelde en mijn ogen schoten van Nicolas naar Helena. Toen ik mijn mond wou openen om wat te zeggen klonk het gegil van een vrouw, gevolgd door het gepijnigde geschreeuw van een man. En het hield niet meer op, overal klonk gehuil, overal waren smeekgebeden. Overal was het geluid van soldaten die een dorp overvielen.
'Wat moeten we doen?' Schreeuwde ik over het geschreeuw heen. Mijn hart klopte in mijn keel en ik kon me niet herinneren dat ik ooit zo bang was geweest.
Helena gleed met een gezicht vol ellende via de vieze muur naar beneden en legde haar hoofd in haar handen.
Nicolas draaide de deur op slot en keek door het raam naar buiten. Ik zag hem slikken.
'Helena, sta op.' Zei hij. Ze deed wat hij van haar vroeg en drukte haar een dolk in de handen. Vervolgens kuste hij haar hoofd.
'Prinses.' Hij richtte zich tot mij. Vlug stond ik op en steek mijn jurk plat. 'Ik ga naar buiten en zal dit huis zo goed als ik kan beschermen.'
Het liefst wou ik huilend in een hoekje kruipen maar in plaats daarvan rechtte ik mijn schouders. 'Welke soldaten zijn hier gekomen?'
'De soldaten van Gurmon, aan de vlag te zien.' Antwoordde en legde een hand op mijn schouder. 'U bent een Hybrid prinses, u kunt terug vechten.'
Iemand werd tegen het raam gesmeten en gleed, donkerrood van het bloed, naar beneden. Ik huiverde.
'Blijf leven, Nicolas. Ik red me wel.' Zei ik terwijl ik een dolk uit zijn riem haalde.
Hij kuste mijn hand en verdween door de kleine achterdeur.
Helena en knuffelden elkaar en ik fluisterde in haar oor dat onze soldaten op tijd zouden zijn om ons te redden.
Maar dat waren ze niet en de voordeur vloog met een knal open. Drie grote Hybrids soldaten stapten naar binnen. De voorste man was het grooste en had lang zwart haar en een baard, hij grijnsde.
'Moet je dit eens zien, de prinses van Brynhild in een menselijke huis net nu wij het dorp plunderen. Toeval of gewoon geluk?'
Ik zette een grote stap naar achteren. 'Geen van beiden.'
De achterste man, een jonge blondharige soldaat, opende zijn mond. 'De roddels over je schoonheid blijken waar te zijn, onze koning zal blij zijn je te zien prinses.'
'Ik sterf nog liever.' Gromde ik tussen mijn op elkaar geklemde kiezen door. Mijn handen voelden klam en ik was plotseling vreselijk duizelig.
Ik zag dan ook te laat hoe Helena haar dolk in de hals van de zwartharige man boorde. Hij schreeuwde het uit van de pijn en viel op de grond. Ik zag het leven uit zijn donkere ogen glijden.
De blonde man sloeg Helena zo hard in haar gezicht dat ze tegen een tafel aanvloog. Ik probeerde mezelf te herpakken en verzamelde al mijn moed.
Met een schreeuw stortte ik me op de blonde man. Zijn knokkels raakte met een misselijkmakende smak mijn kaak en onmiddellijk begonnen er zwarte vlekken voor mijn ogen te dansen. Helena was opgestaan en sloeg een vaas kapot op het hoofd van de laatste man.
Ik greep de dolk in mijn hand steviger beet en het koste me al mijn kracht om te blijven staan na een flinke stomp in mijn maag. Hijgend en blind stak ik hem in zijn bovenarm.
Hij vloekte en gaf me nog een klap in mijn gezicht. Mijn hoofd werd achteren gegooid en toen ik de palm van zijn hand tegen mijn wang voelde werd alles zwart.
Nicolas hield een ander konijn omhoog en trok zijn wenkbrauwen naar me op. Ik schudde onmiddellijk mijn hoofd.
'Nee sorry, deze jurk is nieuw. Mijn moeder vermoord me als hij vies word, de volgende keer zal ik wat anders aantrekken.' Verontschuldigde ik mezelf.
Nicolas grijnsde, haalde zijn brede schouders op en plofte naast Helena neer op de grond. Ik zat op een van de krakende stoelen. Helena's huis was klein en liet duidelijke sporen van de armoedigheid zien, maar het was er gezellig en groot genoeg voor haar alleen. Haar beide ouders waren vermoord door heksen en ze was als enig kind achtergebleven.
'Ben je nog wat tegengekomen in het bos?' Vroeg ik Nicolas nieuwsgierig. Hij glimlachte zonder me aan te kijken. Hij wist hoe erg ik verlangde naar het bos met haar wezens, naar het bos waar ik nog nooit geweest was.
'Niet echt, een paar zeemeerminnen bij de rivier maar ze vielen me niet aan.' Zei hij.
'Hoe kom je daaraan?' Vroeg ik en raakte het litteken aan dat me eerder die middag was opgevallen.
Helena schoot in de lach en toen ze opkeek was de blik op haar gezicht puur vermakelijk. Ik trok vragend mijn wenkbrauwen op en keek naar Nicolas.
'Ja Nicolas, vertel eens wat voor heldhaftig verhaal daarachter zit.' Grijnsde Helena en schudde haar blonde haren naar achteren.
'Ik kreeg ruzie in de kroeg.' Mompelde Nicolas. Mijn mondhoeken kropen onbewust omhoog en ik begon zachtjes met Helena mee te lachen.
Maar onze pret werd ruw onderbroken door een geluid dat mijn hart een slag over liet slaan. Het was iemand die op de hoorn vanuit het kasteel blies. Brynhild werd aangevallen.
Mijn ademhaling versnelde en mijn ogen schoten van Nicolas naar Helena. Toen ik mijn mond wou openen om wat te zeggen klonk het gegil van een vrouw, gevolgd door het gepijnigde geschreeuw van een man. En het hield niet meer op, overal klonk gehuil, overal waren smeekgebeden. Overal was het geluid van soldaten die een dorp overvielen.
'Wat moeten we doen?' Schreeuwde ik over het geschreeuw heen. Mijn hart klopte in mijn keel en ik kon me niet herinneren dat ik ooit zo bang was geweest.
Helena gleed met een gezicht vol ellende via de vieze muur naar beneden en legde haar hoofd in haar handen.
Nicolas draaide de deur op slot en keek door het raam naar buiten. Ik zag hem slikken.
'Helena, sta op.' Zei hij. Ze deed wat hij van haar vroeg en drukte haar een dolk in de handen. Vervolgens kuste hij haar hoofd.
'Prinses.' Hij richtte zich tot mij. Vlug stond ik op en steek mijn jurk plat. 'Ik ga naar buiten en zal dit huis zo goed als ik kan beschermen.'
Het liefst wou ik huilend in een hoekje kruipen maar in plaats daarvan rechtte ik mijn schouders. 'Welke soldaten zijn hier gekomen?'
'De soldaten van Gurmon, aan de vlag te zien.' Antwoordde en legde een hand op mijn schouder. 'U bent een Hybrid prinses, u kunt terug vechten.'
Iemand werd tegen het raam gesmeten en gleed, donkerrood van het bloed, naar beneden. Ik huiverde.
'Blijf leven, Nicolas. Ik red me wel.' Zei ik terwijl ik een dolk uit zijn riem haalde.
Hij kuste mijn hand en verdween door de kleine achterdeur.
Helena en knuffelden elkaar en ik fluisterde in haar oor dat onze soldaten op tijd zouden zijn om ons te redden.
Maar dat waren ze niet en de voordeur vloog met een knal open. Drie grote Hybrids soldaten stapten naar binnen. De voorste man was het grooste en had lang zwart haar en een baard, hij grijnsde.
'Moet je dit eens zien, de prinses van Brynhild in een menselijke huis net nu wij het dorp plunderen. Toeval of gewoon geluk?'
Ik zette een grote stap naar achteren. 'Geen van beiden.'
De achterste man, een jonge blondharige soldaat, opende zijn mond. 'De roddels over je schoonheid blijken waar te zijn, onze koning zal blij zijn je te zien prinses.'
'Ik sterf nog liever.' Gromde ik tussen mijn op elkaar geklemde kiezen door. Mijn handen voelden klam en ik was plotseling vreselijk duizelig.
Ik zag dan ook te laat hoe Helena haar dolk in de hals van de zwartharige man boorde. Hij schreeuwde het uit van de pijn en viel op de grond. Ik zag het leven uit zijn donkere ogen glijden.
De blonde man sloeg Helena zo hard in haar gezicht dat ze tegen een tafel aanvloog. Ik probeerde mezelf te herpakken en verzamelde al mijn moed.
Met een schreeuw stortte ik me op de blonde man. Zijn knokkels raakte met een misselijkmakende smak mijn kaak en onmiddellijk begonnen er zwarte vlekken voor mijn ogen te dansen. Helena was opgestaan en sloeg een vaas kapot op het hoofd van de laatste man.
Ik greep de dolk in mijn hand steviger beet en het koste me al mijn kracht om te blijven staan na een flinke stomp in mijn maag. Hijgend en blind stak ik hem in zijn bovenarm.
Hij vloekte en gaf me nog een klap in mijn gezicht. Mijn hoofd werd achteren gegooid en toen ik de palm van zijn hand tegen mijn wang voelde werd alles zwart.
Er zijn nog geen reacties.