Hey
tijdje geleden, maar hier is nog een stukje

Ik moest op patrouille. Ik stond bij mijn motor me klaar te maken. Michael stond naast me.
'Ik vind nog steeds dat ik gewoon met je mee moet', zei hij. Ik zuchtte en keek hem aan. 'Je weet dat ik in mijn eentje minder kans heb om gesnapt te worden.' 'Dat weet ik wel maar dat wil niet zeggen dat ik er mee eens ben'.
'Ik red me wel', zei ik terwijl ik op mijn motor stapte. 'Dat weet ik', zei Michael. Hij zwaaide nog even en liep weg.
Ik keek naar zijn rug en reed toen weg.

Ik moest informatie verzamelen over het Verzet. Welke wapens ze in hun bezit hadden, waar ze zaten en wat hun plannen waren? Maar ik had zo mijn eigen plannen. Ik had besloten om de onbekende jongen niet aan te geven. Ik wist dat het Verzet daardoor in het voordeel kwamen, maar eerlijk gezegd maakte me dat niet meer uit.
Ik stuurde mijn motor richting Celli, de hoofdstad van de Republiek. Ik had de mensen in het duister van de nacht roddels horen verspreiden over een man die je de Republiek kon smokkelen. En dat was precies wat ik van plan was.
Ik had er genoeg van om te moeten vechten.

Aangekomen bij de stad liet ik mijn motor achter en deed een zonnebril om mijn ogen te verbergen en een jack om mijn tattoo op mijn arm te verbergen. Op deze manier kon ik me tussen de mensen mengen zonder te worden herkent als mutant. Mijn goudkleurige ogen en een tatoeage van een zevenster kenmerkte mij als mutant.
Het was marktdag. Kraampjes stonden overal en de mensen liepen er vrolijk langs. Ik glimlachte verdrietig toen ik naar een klein meisje keek dat werd opgetild door haar moeder. Ik had mijn eigen moeder nooit gekend.
Ik liep langs de kraampjes en keek wat ze verkochten. Sieraden, kleren, groenten. Niets van echte waarde. Ik stopte bij een kraampje waar ze verschillende dranken kochten. Ik keek op naar de oude vrouw wie achter de kraam stond. Ik zag een zwart randje om haar heen hangen. Ik glimlachte lichtjes naar haar. Ze zou niet lang meer te leven hebben.
'Ik ben op zoek naar Rittel', zei ik. 'Wie?' antwoordde de vrouw. Ik pakte een paar goudstukken en legde die op haar kraam. Ze keek hongerig naar de goudstukken. 'Hou je niet van de domme. Waar is hij?. Ze wees naar de kroeg achter haar. 'Naar binnen de achterste deur links daar zul je hem vinden', zei ze gretig.
Zonder de vrouw nog een blik waardig te keuren liep ik om de kraam heen de kroeg binnen. De mannen binnen keken me aan. Sommige floten zelfs. Ik negeerde ze en liep naar de deur die de vrouw beschreven had.
Binnen in de kamer stond een bureau. Er zat een man op de stoel met naast hem twee bewapende bodyguards.
Hij keek me aan. 'Het is zeer onbeleefd om niet te kloppen jongedame,' zei hij. 'Ik heb geen manieren,' antwoordde ik. Ik staarde hem aan. Hij zag er niet uit zoals ik dacht. Ik dacht dat het een vies smerig mannetje zou zijn, maar hij zag er erg keurig aan. 'Krijg ik nog een naam', vroeg hij. 'Ik ben op zoek naar de smokkelaar', zei ik, zijn vraag negerend.
'Ik doe geen zaken met mensen die ik niet ken', zei hij, terwijl hij rustig achterover ging zitten. Aan zijn houding te zien zag ik dat hij niet zou toegeven voordat ik me bekend zou maken.
Ik klemde mijn kaken gefrustreerd op elkaar als ik zou laten zien wie ik was zou hij me zeker niet helpen. 'Komt er nog van of heb je geen hulp nodig', zei hij.
Ik zuchtte en deed mijn zonnebril af. Zijn bodyguards richtte hun wapens open. Rittel deed zijn hand omhoog ten teken om niet te schieten. Hij keek me geamuseerd aan. 'Ik had nooit gedacht dat ik ooit de lieveling van de Republiek hier zou zien'

Reageer (4)

  • DarkSorcerer

    Die cijfers hadden smileys moeten worden.

    1 decennium geleden
  • DarkSorcerer

    Ga door deze story is geweldig. Snel verder. 😃😊😉😄🎏🎏🌟🌟🌟

    1 decennium geleden
  • Solavellan

    Nieuwe abo! :). Cool verhaal ;)!

    1 decennium geleden
  • ScarsStories

    Snel verder! Really like this! ^^

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen