Foto bij Hoofdstuk 1

Samantha Aplina


Ik was om de een af andere manier gespannen toen ik op de gigantische, met goud ingelegde deur, klopte. 'Binnen.' Klonk het laag en schor.
Voorzichtig stapte ik naar binnen. 'Hallo vader.'
Mijn vader zat op zijn troon, even machtig en groot als altijd. Naast hem stonden mijn broer en Rigde, duidelijk druk in overleg.
'Samantha, meisje. Kom toch alsjeblieft verder.' Glimlachte mijn vader. De lachrimpels bij zijn ogen werden duidelijker en zijn masker van concentratie en leiderschap viel. Hij stuurde al de bedienden in de kamer weg en de grote ruimte voelde plotseling erg leeg.
'Prinses, ik wil niet onbeleefd zijn maar kan het opschieten? Wij hebben dringend dingen te bespreken met uw vader.' Zei Rigde. Rigde was de onderbevelgever en een man van eer. Hij vocht al jaren onverschrokken als de goden zelf voor mijn vader en Brynhild.
'Rigde.' Zei mijn vader. 'Laat mijn dochter spreken.'
Ik stak verontschuldigend mijn hand op maar de man. 'Het spijt mij, Rigde. Maar ik wou enkel vragen of ik het kasteel mag verlaten om naar Helena te gaan.'
Maar nog voordat mijn vader kon antwoorden was daar de stem van mijn broer. 'Geen sprake van.'
Ik snoof. 'Ik hou van je Aris, maar jij beslist niet voor mij.'
'Waarom ben je vrienden met dat tuig? Mensen en Hybrids horen niet bevriend te zijn.' Snauwde hij terug.
'Stop Aris.' Mijn vaders stem klonk kwaad nu. 'Het is ons volk, het zijn onze mensen. Een beetje respect.'
Aris antwoordde niet en bleef mij enkel vol woede aankijken. Ik had een goede band met hem, maar als het hierop aankwam verafschuwde hij me. Hij vond me roekeloos omdat ik geïnteresseerd was in de elfen, de mensen en alles wat er buiten het kasteel afspeelde.
Hij vond dat Hybrids, en dan vooral koninklijke, niet gelijk waren met al het andere. En omdat wij half engelen waren moesten ze knielen voor ons. Maar Hybrids verwoestten zichzelf met oorlogen tegen elkaar, het ging allemaal om macht en nog meer goud.
Ik was het er niet mee eens maar mijn mening zou pas iets uitmaken als mijn broer zou sterven. Want hij was de oudste en dus de kroonprins, de opvolger van mijn vader.
'Ga maar kindje, maar wees voor het donker terug binnen de poorten.' Zei mijn vader en kuste mijn voorhoofd.
Aris zuchtte maar ik glimlachte. 'Danku vader.'

Zoals altijd werd ik warm begroet door de mensen in het dorp. Ik kon me niet voorstellen dat ons volk goed dacht over mijn familie of over Hybrids in het algemeen maar ik wist zeker dat ze mij aardig vonden. Want ze wisten dat ik het er niet mee eens was, ze wisten dat ik als ik kon de verandering met beide handen aan zou pakken.
Ik moest mijn lange, donkerblauwe jurk een klein stukje optillen zodat deze niet besmeurd werd met viezigheid. Ik kwam wekelijks bij Helena en door de jaren heen was ze een goede vriendin geworden.
'Prinses, wat fijn u weer te zien.' Zei Eramus, een oude man die hard werkte voor maar een klein beetje loon. Zijn zoon was vermoord door een oger en nu zorgde hij voor zijn twee overgebleven kleinkinderen.
'Eramus, zeg toch Samantha.' Glimlachte ik en drukte de man zoals gewoonlijk een zakje munten in zijn hand. De eerste paar keer weigerde hij het aan te nemen maar nu had hij het meer dan ooit nodig. En gelukkig besefte hij dat nu zelf ook.
'Prinses Samantha, uw schoonheid groeit met de dag.' Zei een lage, hese stem achter me. Mijn mondhoeken kropen omhoog toen ik me omdraaide.
Nicolas was een jonge man die voor de kost jaagde in het bos, niet zonder gevaar voor eigen leven. Hij grijnsde zijn hagelwitte tanden bloot en stak de, nog bebloede, dolk in zijn riem. Ik merkte een nieuw litteken boven zijn wenkbrauw op.
'En die vleiende woorden van jou ook.' Grinnikte ik en liet het toe hoe hij de palm van mijn hand kuste.
Hij haalde onschuldig zijn schouders op. 'U zoekt Helena neem ik aan?'
Ik knikte. Nicolas en Helena waren ook al jaren bevriend al wist ik dat Helena stiekem hoopte op meer.
'Ze is bij de paarden, zal ik meelopen?' Vroeg hij.
'Graag.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen