Foto bij Eventually

“Ah, scheisse!”¯ Vloekend greep ik mijn hand vast en bekeek hoe straaltjes bloed uit beide wondjes over mijn handen droop. Ik pakte mijn hand beet en gleed zo met een gefrustreerde blik via de muur op de grond. Silver kwam met een nieuwsgierige kop om het hoekje kijken, zag mij tegen de wand gedrukt met mijn bloedende hand vast. Voorzichtig naderde hij mij met zijn kop laag, snuffelde aan het bloed en leek de twee beetwondjes te herkennen. Zijn oren begonnen steeds meer te hangen en stak zijn snuit dichter naar mij toe. Verwachtingsvol wachtte ik af. Een warme tong gleed over mijn hand, likte het bloed weg. Vertederd bekeek ik hoe hij mijn hand verzorgde. Ik krabde achter zijn oor als bedankje. Silver voelde zich schuldig.
“Het is niet erg, lieverd.”¯
Ik stond op om mijn hand onder de kraan te stoppen. Koud water stroomde over de wondjes, het voelde fijn. We hadden alleen koud water, het warme water stond niet eens op onze, wij burgers, leidingen aangesloten. Alleen de overheid, mensen die voor hen werkten en mensen met genoeg geld hadden bezit op lekker warm water. Het was oneerlijk. Kinderspel. Te minste, dat was wat rond ging. In 2020 hadden mensen, die de vreselijke oorlog hadden overleefd, de nog staande gebouwen ingenomen, werkende machines tot hun eigen gemaakt en vonden dat ze de baas over de rest mochten spelen. Mensen die niets meer hadden moesten zien te overleven en keken toe hoe de andere met meer geen zorgen hadden, of bijna niet.
Zuchtend draaide ik de kraan toe. Het was allemaal zo oneerlijk.

Kira kwam met haar vertrouwde glimlach de woonkamer in. Ik zat weer als elke ochtend op de bank, wachtende op het ontbijt. Ik had meerdere malen gezegd dat ze niet voor mijn eten hoefde te zorgen, maar telkens stond ze er op om minstens voor het opstartten van de morgen te zorgen. Zij wist zelf ook wel dat ze moeilijk aan al dat eten kon komen, en daar kon ik niets meer op inbrengen, want stiekem wist ik ook dat ik wel fijn vond om dat gratis ontbijtje te krijgen. Geld had ik niet echt, eten al helemaal niet. Het was dat ik met moeite voor Silver kon zorgen. Eind middag zou er weer een bespreking zijn over het eten en andere essentiële benodigdheden.

Dit keer zonder Silver liep ik over de kale straten van Berlijn. Vanaf elke kant werd ik geconfronteerd met vervallen gebouwen. Meeste ramen waren ruitloos en dicht getimmerd, net zoals de deuren. Toch leefden er mensen. Het was niet te zien, maar veel diertjes kwamen ook pas rond schemering te voorschijn uit hun holletje. Hier ging dat precies hetzelfde. Veel mensen waren bang, uitgeput en probeerde onherkenbaar te blijven door zich pas in de avond uit hun donkere hoekje te kruipen. De bendes daarentegen waren overal te vinden. Regelde, plunderde en lieten hun stem horen om mensen aan hun kant te krijgen.
Bij het grote gebouw aangekomen hoorde ik de stem van Jader. Maar niet alleen zijn stem. Met grote ogen bekeek ik de opgekomen menigte op het plein. Gepraat kwam van alle kanten. Gezichten waren naar boven gericht, keken in de ogen van Jader die alleen maar te zien waren. Hij had een zwarte muts op en een donkere sjaal tot over zijn neus getrokken. Hij was nog steeds vrij goed verstaanbaar. Ik hoorde het bekende tekstje die ik met mijn vrienden had verzonnen.

“Lieve burgers van Berlijn.
Ik, member van Der Intuition, wil hier voor het volk spreken, omdat er iemand moet zijn die voor jullie zorgt. De overheid doet het in ieder geval niet! Ze verstoppen zich achter dit goed beveiligde gebouw en leven een leven die wij nooit gekend hebben. Eten per persoon wat wij met zijn tienen moeten delen, hebben geen zorgen en durven zich alsnog ‘de overheid’ te noemen.
Het is belachelijk om zo verder te leven! In hun vuile streken te vallen en niets terug te kunnen doen! Ik praat niet met dure woorden die je misleiden en je zo het gevoel geven dat ze het beste met je voor hebben. Nee, ik praat de taal die iedereen verstaat, de taal van het volk. Ik spreek naar jullie en ook naar hen.
Laat mij duidelijk zijn. Sluit bij ons aan. Maak onze stem luider. Ze kunnen niet vooreeuwig hun vingers in de oren steken. Eens moeten ze luisteren en dan laten we zo ook écht luisteren. Kruip uit je schelp, laat je zien, demonstreer en maak ze het eens lekker moeilijk. Wees niet bang. Zij bezitten misschien meer, maar wij zijn met meer. Bundel onze krachten samen en ze zullen smeken om vergiffenis!
Bedankt voor jullie aandacht en ik hoop hiermee bij jullie een lichtje te laten branden. Dit is gewoon onacceptabel en hier moet écht een punt achtergezet worden.
Langleven het volk van Berlijn!”¯


Het beeld flitste even en begon dan weer opnieuw de toespraak van Jader af te spelen. Mijn hart klopte harder uit trotsheid. Trots om Jader en om wat wij tot nu bereikt hadden. Als je nagaat dat onze groep eerst uit alleen ik, Jader, Ty en Cars bestond. En nu zeker uit twintig mensen.
Enthousiasme was ook van het publiek te horen. Het geroezemoes werd luider en opgewekter. Vuisten werden de lucht in geschoten, joelde voor Der Intuition. Het werd steeds drukker. Mensen trokken mensen aan. Het voelde goed om eens tussen al die mensen te staan. Even had ik het gevoel dat ik in een druk winkelcentrum stond. Dat er een groot publiek toekeek naar een entertainer die midden op het plein stond om zijn indrukwekkende kunstjes te delen.
Met een lach manoeuvreerde ik mij tussen de menigte. Sommige lichamen sprongen, de andere dansten, het was heerlijk. Genietend keek ik om mij heen en stuitte op iemand die het tegenovergestelde was van de ‘crowd’. Hij was alleen, emotieloos en totaal in het zwart.
Een groepje mensen sprong voor mijn gezichtsveld. Geschrokken wipte ik op mijn tenen en probeerde over hoofden heen te kijken. Hij was weg. Net zoals mijn lach.

Reageer (1)

  • millenniumkind

    Hoe wat leuk dat einde met die emotieloze man echt spannend
    Snel verder!!!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen