Proloog
‘Ik heb mijn best gedaan, ik heb mijn best gedaan,’ fluister ik stilletjes. Ik fluister het in alle talen die ik ken. Ik balanceer op de bal van mijn voet en kijk dapper naar voren. Naast me staan de mensen met wie ik best sterven wil, ze zijn dapper, en kijken vol moed naar de dood. En voor me, voor me staat de dood. Nooit geweten dat de dood een geweer draagt en eruit ziet als een van ons. Nooit geweten dat de dood zo kil kan zijn, en ik heb ook nooit geweten dat de dood zo verschrikkelijk stil kan zijn. Maanlicht schijnt op de witte sneeuw, en ik huiver nog een laatste keer van de kou. Ik wou dat ik jouw hand nog een laatste keer zou kunnen vasthouden, ik wou dat ik jouw lippen een laatste keer zou kunnen aanraken. Maar je bent ver buiten mijn bereik. En als ik in de loop kijk van de wapens, op ons gericht, denk ik aan jou.
Nooit geweten dat de dood jouw gezicht zou dragen, nooit geweten dat jouw handen de laatste zijn die ik voel.
Je fluistert mijn naam: ‘Nora.’
Nooit geweten dat je zo moe kan zijn, en dat ík het vechten zou opgeven.
Reageer (1)
mooie proloog!
1 decennium geleden