027.
Ik keek nog steeds naar mijn handen. Ik snapte er niet echt veel van. Ik wist dat het ging gebeuren maar toch. Elke adem teug ging moeilijker dan de vorige mogelijk door de angst, angst voor mijzelf. De klauwen die gevormd worden kon hij mensen mee bezeren of zelfs doden. Hoe meer de stadia zich vervolgde hoe meer ik het niet wil.
"Kim? Waar denk je aan als je naar je handen kijkt?"
"Niet echt iets speciaals."
Ze zei het alsof het normaal was dat ze er geen problemen mee had.
"Hoe kan je dat zeggen kim. Hoe kan je nou zeggen dat dit normaal is. Kijk is naar je handen. We zouden iemands keel mee kunnen open snijden." Zei ik.
"Het klinkt misschien raar maar we moeten het accepteren. We kunnen niet eeuwig bang over onszelf zijn."
Kim was bijna 2 jaar jonger dan ik, Soms praat ze dus nog intelligenter dan ik ben.
"Ik weet dat je gelijk hebt maar ik wil dit niet." Ik wijs naar alles om ons heen.
Kim knikte omdat ze mij gelijk gaf.
"Je weet dat ik gelijk heb maar ik begrijp je gevoel."
Op dit soort momenten vond ik haar zelfs eng van de wijsheid. Maar het maakte mij rustig. Zij maakte mij rustig.
Reageer (1)
Het is bang zijn voor iemand - sommige fouten kan ik gwn niet aan me voorbij laten gaan. Maar zeker een cool hoofdstukje. Nu ga ik snel weer verder lezen.
1 decennium geleden