Hoofdstuk 3
Ik wist nog goed hoe het was. Hoe het was toen Rain nog leefde. We woonden nog in Nederland. In een dorpje. We waren niet heel rijk. We sliepen in een klein huisje, dat de dorpelingen de "Storthoop" noemden. Altijd wanneer we buiten de storthoop kwamen, keken de mensen ons aan alsof we een stuk vuil waren. Ik begreep niet waarom en dat maakte me verdrietig. Dan huilde ik s 'avonds in bed en dan probeerde Rain me te troosten. Ze vertelde me, dat als ik ouder zou zijn, iedereen tegen me op zou kijken en dat ik het mooiste meisje van het dorp zou zijn. Wanneer Rain weer naar haar eigen kamer ging, fantaseerde ik over later. Ik zat op basisschool "Zonnehoog". Ik had er maar een vriendinnetje, maar zij mocht van haar ouders eigenlijk niet met mij omgaan. We waren dus in het geheim vriendinnen. Ik zou net naar groep 6 gaan en was vlak voor de grote zomervakantie negen geworden. Ik had niet veel gekregen. Maar dat wat ik kreeg, betekende veel voor mij. Het was een klein roze doosje met glittertjes. Als ik het doosje open maakte kwam er muziek uit en ging er een meisje in een roze tutu pirouettes draaien. 'Ook van mama.' Vertelde Rose trots. Rain had geglimlacht om die woorden. Mama was ooit een hele goede ballet danseres. Ze won veel prijzen. Helaas overleed ze aan een ernstige, onverklaarbare ziekte, vlak nadat ik geboren was. Hete doosje heb ik nog steeds. Het staat in de kast. Mijn vader heb ik ook nooit gekend. Hij verdween toen mijn moeder net een maand zwanger was van mij. Rain en Rose hebben hem wel gekend. Maar altijd als ik naar hem vroeg, deden ze alsof ze ineens iets anders moesten gaan doen. Over mama vertelden ze wel. Ze vertelden dan de mooiste verhalen en over de prachtige jurk die ze aanhad tijdens haar ballet uitvoeringen. Ik heb de jurk één keer gezien. Hij was van een donkerblauwe, zijden stof gemaakt en er zat een mooie, grote strik op. Rain had hem van zolder gehaald en samen hadden we hem voor het schilderij van Picasso gehangen. Met z'n drieën hebben we toen een half uur lang naar de jurk gekeken, zonder ook maar een woord te zeggen. Later had Rain hem weer terug naar zolder gebracht.
Wat er verder in die zomer van 2005 gebeurde, zou ik nooit meer vergeten. Altijd wanneer ik sliep, zag ik de beelden weer voor me. En elke keer weer was het een nachtmerrie. Een nachtmerrie die voor altijd in mijn geheugen gegrift stond.
Er zijn nog geen reacties.