029
Viola POV"
Een paar seconden lang stond ik stil tegen dezelfde boom aan. De auto was gestopt en ik hoorde dat de motor nog aan stond. Wat moest ik doen? Ik had nog enkele seconden om weg te komen.
Opeens schoot me een idee te binnen. Ik glimlachte zacht en ging steviger tegen de boom aan staan.
Aan de passagiers kant ging de autodeur open wat mijn hart sneller liet kloppen. De deur viel terug in het slot en ik zag de schaduw van een persoon achter de auto vallen.
De persoon begon mijn kant op te lopen, althans hij zou me nooit bereiken.
In een milliseconden lang zag ik zijn gezicht. Je kon geen enkele blik van zijn gezicht lezen. Wat was hij wel niet van plan?
Ik zette het op een lopen en begon te schreeuwen. Al mijn emoties kwamen eruit wat hem hopelijk afschrikte. Misschien hoorde iemand me wel.
Na een tijdje ongelofelijk hard te hebben gerent, stopte ik en legde mijn handen op mijn benen. Mijn borstkas ging harder te keer van tevoren. Ik probeerde rustig op adem te komen.
Viola, rustig. Het komt wel goed. Hij kan je nooit meer vinden. Iemand komt je wel redden.
Ineens zakte ik door mijn benen waardoor ik op de grond viel. Wat was ik eigenlijk aan het doen? Als ik nooit was weggegaan was dit nooit gebeurt…
Ik rolde me stevig op als een bolletje en begon te huilen. Dan was ik maar zwak, dan was ik maar klein. Maar ik had gevoelens. Namelijk, eenzaamheid, angst en verdriet.
"Viola?" Een bekende stem voegde zich ineens tussen mijn gesnik.
Meteen schoot ik overeind en sprong op. "Wie is daar?" Ik spitste mijn oren en probeerde een glimp van iemand op te vangen.
"Violaaaa!" Jenna rende op me af en viel me om de hals. "Waar was je? Wat is er gebeurt?"
Even was ik stil. Ik pakte haar stevig beet en keek haar aan. "Het spijt me.. Ik," stotterde ik zacht.
Jenna's ogen ontmoette de mijne en ze begon te praten: "Ach meisje. Niet huilen… Wat is er gebeurt? Het komt wel goed, ik ben hier voor je."
Mijn hand wreef mijn tranen weg en ik gaf haar nog een knuffel. "Ik ben weggelopen.. Alleen, Alleen er zat net een auto achter me aan. En ik moest rennen… en en…"
Jenna suste me en haar duim wreef over mijn gezicht heen. 'Laat maar. We hebben het er morgen wel over. Ga je mee?"
Ik knikte en pakte haar stevig beet. Jenna accepteerde mijn arm en ze begon samen met mij te lopen.
"Dankjewel…"
Daisy POV"
Langzamerhand was het nu helemaal licht. De vogeltjes floten en het bos rook fris naar dauw.
Louis was een paar minuten geleden wakker geworden. Hij was nu samen met Harry het bos ingegaan om te gaan 'plassen'.
Na de act van vannacht had ik niet heel veel gezegd. Harry en ik zijn rustig weer gaan slapen om alles even te laten bezinken. Ik weet nog steeds niet helemaal wat ik ervan moest denken. Was ik nu blij of..?
"Zullen we dan maar gaan?" De vrolijke stem van de uitgeslapen Louis klonk achter me. Ik schrok en draaide me om.
"Oké, ik pak even mijn spullen en wat eten," antwoordde ik.
Terwijl ik mijn tas dichtritste en uit het voorvak wat noten, brood en water eruit haalde, liep Harry voorbij. Het leek wel alsof hij expres oogcontact met me maakte.
Ik hees mijn tas op mijn rug en nam een hap van het brood. "Laten we dan maar gaan…"
Iedereen pakte zijn spullen en begon te lopen.
Na een tijdje te hebben gesjokt en niet te hebben gepraat kwamen we bij een groot veld aan. Louis fronste en pakte al gauw een kaart. Hij dacht dat we uit de route waren gelopen.
"Maar we moeten toch gewoon een beetje rondlopen en niet op een route letten, toch?" Ik keek de verwarde Louis vragend aan.
Opeens liep Harry het veld op. Nu fronste ik ook en keek Louis nog een keer aan. Louis' zijn gezicht was niet veranderd.
Alle twee keken we naar Harry die nog steeds het veld opliep. "Harry?"
Plotseling bukte hij en raapte iets van de grond af. Harry bestudeerde iets wits in zijn hand. Louis en ik renden op hem af.
Het was een envelop. Harry opende het en pakte er iets uit. Ik keek Harry beangstigend aan.
Met grote rode letters was het briefje geschreven. Louis schraapte zijn keel en begon te lezen:
"Dear Harry. You are in danger, honey. "
Een paar seconden lang stond ik stil tegen dezelfde boom aan. De auto was gestopt en ik hoorde dat de motor nog aan stond. Wat moest ik doen? Ik had nog enkele seconden om weg te komen.
Opeens schoot me een idee te binnen. Ik glimlachte zacht en ging steviger tegen de boom aan staan.
Aan de passagiers kant ging de autodeur open wat mijn hart sneller liet kloppen. De deur viel terug in het slot en ik zag de schaduw van een persoon achter de auto vallen.
De persoon begon mijn kant op te lopen, althans hij zou me nooit bereiken.
In een milliseconden lang zag ik zijn gezicht. Je kon geen enkele blik van zijn gezicht lezen. Wat was hij wel niet van plan?
Ik zette het op een lopen en begon te schreeuwen. Al mijn emoties kwamen eruit wat hem hopelijk afschrikte. Misschien hoorde iemand me wel.
Na een tijdje ongelofelijk hard te hebben gerent, stopte ik en legde mijn handen op mijn benen. Mijn borstkas ging harder te keer van tevoren. Ik probeerde rustig op adem te komen.
Viola, rustig. Het komt wel goed. Hij kan je nooit meer vinden. Iemand komt je wel redden.
Ineens zakte ik door mijn benen waardoor ik op de grond viel. Wat was ik eigenlijk aan het doen? Als ik nooit was weggegaan was dit nooit gebeurt…
Ik rolde me stevig op als een bolletje en begon te huilen. Dan was ik maar zwak, dan was ik maar klein. Maar ik had gevoelens. Namelijk, eenzaamheid, angst en verdriet.
"Viola?" Een bekende stem voegde zich ineens tussen mijn gesnik.
Meteen schoot ik overeind en sprong op. "Wie is daar?" Ik spitste mijn oren en probeerde een glimp van iemand op te vangen.
"Violaaaa!" Jenna rende op me af en viel me om de hals. "Waar was je? Wat is er gebeurt?"
Even was ik stil. Ik pakte haar stevig beet en keek haar aan. "Het spijt me.. Ik," stotterde ik zacht.
Jenna's ogen ontmoette de mijne en ze begon te praten: "Ach meisje. Niet huilen… Wat is er gebeurt? Het komt wel goed, ik ben hier voor je."
Mijn hand wreef mijn tranen weg en ik gaf haar nog een knuffel. "Ik ben weggelopen.. Alleen, Alleen er zat net een auto achter me aan. En ik moest rennen… en en…"
Jenna suste me en haar duim wreef over mijn gezicht heen. 'Laat maar. We hebben het er morgen wel over. Ga je mee?"
Ik knikte en pakte haar stevig beet. Jenna accepteerde mijn arm en ze begon samen met mij te lopen.
"Dankjewel…"
Daisy POV"
Langzamerhand was het nu helemaal licht. De vogeltjes floten en het bos rook fris naar dauw.
Louis was een paar minuten geleden wakker geworden. Hij was nu samen met Harry het bos ingegaan om te gaan 'plassen'.
Na de act van vannacht had ik niet heel veel gezegd. Harry en ik zijn rustig weer gaan slapen om alles even te laten bezinken. Ik weet nog steeds niet helemaal wat ik ervan moest denken. Was ik nu blij of..?
"Zullen we dan maar gaan?" De vrolijke stem van de uitgeslapen Louis klonk achter me. Ik schrok en draaide me om.
"Oké, ik pak even mijn spullen en wat eten," antwoordde ik.
Terwijl ik mijn tas dichtritste en uit het voorvak wat noten, brood en water eruit haalde, liep Harry voorbij. Het leek wel alsof hij expres oogcontact met me maakte.
Ik hees mijn tas op mijn rug en nam een hap van het brood. "Laten we dan maar gaan…"
Iedereen pakte zijn spullen en begon te lopen.
Na een tijdje te hebben gesjokt en niet te hebben gepraat kwamen we bij een groot veld aan. Louis fronste en pakte al gauw een kaart. Hij dacht dat we uit de route waren gelopen.
"Maar we moeten toch gewoon een beetje rondlopen en niet op een route letten, toch?" Ik keek de verwarde Louis vragend aan.
Opeens liep Harry het veld op. Nu fronste ik ook en keek Louis nog een keer aan. Louis' zijn gezicht was niet veranderd.
Alle twee keken we naar Harry die nog steeds het veld opliep. "Harry?"
Plotseling bukte hij en raapte iets van de grond af. Harry bestudeerde iets wits in zijn hand. Louis en ik renden op hem af.
Het was een envelop. Harry opende het en pakte er iets uit. Ik keek Harry beangstigend aan.
Met grote rode letters was het briefje geschreven. Louis schraapte zijn keel en begon te lezen:
"Dear Harry. You are in danger, honey. "
Reageer (2)
OH
1 decennium geledenmy god
scary...