~ 3 ~
De volgende morgen was m’n vader alweer weg. Een brakke moeder kwam de woonkamer binnen lopen. ‘Happy Halloween.’zei ik. Ze mompelde iets en liep toen door naar de keuken voor een bak koffie. ‘Pappa weer naar werk?’vroeg ik. ‘Ja.’mompelde ze. ‘Wil je over gisteravond praten?’vroeg ik. Ze schudde haar hoofd. ‘Niets bijzonders. Gewoon een kleine ruzie.’zei ze. Ik stond op van de bank. ‘Ik ga even een rondje lopen. Ben zo weer terug.’ ‘Oké.’zei mam en liet zich op de bank ploffen. Ze nam een slok van haar koffie. ‘Tot zo.’zei ze en ik liep naar de hal en trok m’n schoenen en jas aan. Het was weer eens fris buiten, dus ik deed nog maar een muts op. Ik liep naar buiten, richting het parkje. Sommige huizen hadden hun ramen versierd met Halloween spulletjes. Er verscheen een glimlach op mijn gezicht. Ik liep naar het park, waar mensen ook Halloween dingen aan het ophangen waren. ‘Hé, Misako! Zin om te helpen?’vroeg de buurman, die bezig was met dingen op aan het hangen. ‘We organiseren voor de kleintjes een Halloween speurtocht in het park.’zei de andere buurman, die in dezelfde straat woont. ‘Natuurlijk!’zei ik en begon te helpen. Met witte wol maakte ik een soort spinnenrag die aan de takken vast bleef zitten. De rest hing langs het pad allerlei spookjes en monstertjes aan de bomen. Het zag er erg leuk uit! De zon verwarmde de aarde weer een beetje en de temperatuur was een stuk aangenamer. ‘Bedankt voor je hulp, Misako!’ ‘Graag gedaan. Happy Halloween!’riep ik blij en wandelde verder.
Ik kwam bij de grote vijver, waar ik vroeger bijna in was verdronken. Hier ontmoette ik Nightmare voor het eerst. Ik ging op het gras zitten en keek naar de vijver. Ik herinner me er niet veel meer van. Alleen dat hij m’n arm pakte en me uit het water trok. Zelf was hij ook er van slag. Alsof hij pijn had. Misschien kostte het hem erg veel energie om naar deze wereld te komen en dan nog eens mij te redden… Waarom deed hij dat eigenlijk? Op dat moment kwamen buren aanrennen en die namen me mee naar huis. Ze zagen Nightmare niet. Waarom zag ik hem alleen? Ik snap er niets van.. Ik stond op. Ik moet weer terug naar huis. M’n moeder zal zich ook wel afvragen waar ik blijf.
Ik liep weer terug naar huis. M’n moeder was bezig met de lunch. We aten samen wat en ik ging me omkleden in m’n Halloween outfit. Ik wist nog niet zo goed hoe ik dit jaar zou gaan. Ik zat te denken aan een mix van verschillende dingen. Ik trok een lange wijde rok aan met daaronder een petticoat, zodat de rok mooi bol stond. De rok had twee lagen, de onderkant was wit en de bovenste laag had vier brede punten die uitstaken aan de onderkant, met daarop een omgekeerd kruis. Ik deed een wit T-shirt aan met daarop een zwart overhemd, die ik zelf had gemaakt voor bij de rok. Deze had zelfde soort punten. Aan een van de punten vooraan had ik een witte veter doorheen geregen, net als op de rug van de overhemd. De mouwen waren doorbroken en zaten vast aan een lint, zodat deze nog wel doorliepen en functioneel waren als mouw. Ik trok hoge plateauschoentjes aan, met een hak van twaalf centimeter hoog. Ik toupeerde m’n haar een beetje en deed schmink op. Ik maakte m’n gezicht wit en met zwart maakte ik kringen om de ogen en tanden bij m’n lippen. Ik plakte nog wat glitters onder m’n oog bij m’n jukbeenderen. Ik zette een grote heksenhoed op en glimlachte tevreden toen ik mezelf bekeek in de grote spiegel.
Er zijn nog geen reacties.