First
Ik kijk naar mijn hand. De vlammen slaan langs mijn vingers omhoog. De hitte raakt mijn gezicht van alle kanten. Mijn ogen branden hun kassen uit. Ik knipper verwart. Een droom? Het gekrijs om me heen sleept me terug naar de werkelijkheid. Mijn hand staat inmiddels in brand. Het doet pijn, toch kan ik me niet verroeren. Ik sta stil, ik sta in brand. Ik weet niet hoe, maar mijn hoofd draait zich naar links. Ik kijk recht in de bange blauwe ogen van mijn zusje. Ze staat in brand. Langzaam draaien haar ogen weg en valt ze neer. Ik zie haar haar laatste adem uitblazen. Ik strek mijn in brand staande hand uit om haar terug te halen. Levend te maken. Ik ben te laat. Ik huil niet, ik voel niets. Mijn benen verplaatsen zich, naar voren, naar het raam toe. Zonder enige twijfel spring ik eruit. De wind in mijn gezicht is een verfrissend gevoel na de hitte van net. Mijn ogen heb ik open, maar vlak voor de klap sluit ik ze. Al snel ben ik omgeven door water.
Al snel ben ik omgeven door zweet. Angst zweet. Ik sla de klamme deken van me af en sta op. Alles draait. Ik grijp me vast aan mijn bureau en wacht tot het draaien is gestopt. Mijn ademhaling is snel, mijn hart draait overuren. De zwarte vlekken voor mijn ogen verdwijnen. Ik loop met kleine stapjes naar het raam toe en sla het open. De wind in mijn gezicht is een verfrissend gevoel. Net als toen. Tranen rollen over mijn wangen. Verdomme, waarom was het niet alleen een nachtmerrie. Een nachtmerrie met een eind.
Er zijn nog geen reacties.