Proloog
De middeljarige vrouw keek naar de twee slapende kinderen in het bed en zuchtte diep, d´r groene glinsterende ogen waren donkerder geworden en een warme doorzichtige traan liep langs haar rode wangen, ze veegde het snel weg en zuchtte weer.
Ze was zeker van haar keuze, het was het beste voor de kinderen, ze zouden nooit een goed leven bij haar thuis kunnen krijgen, ze had niet genoeg geld, te veel rekeningen niet betaald, te weinig eten en drinken, zo zou ze haar kinderen niet willen laten leven, dat zou vreselijk voor hun zijn. Ja, ze zo het doen, ze zou ze meenemen en gewoon ergens achterlaten en hopen dat iemand anders ze vind en beter voor hun zou zorgen, er zou hun niks gebeuren, ze wist dat ze sterk genoeg waren, zelfstandig genoeg, ook al waren ze nog jong.
Ze ging zacht´jes op het bed zitten en ging met de hand zacht langs de kleine wangen van haar driejarige dochter, een paar tranen vielen op de witte lakens, ze veegde ze weer snikkend weg en deed een pluk´je haar achter de oren.
´´Ik hou van jullie, vergeet dat nooit.´´Zei ze zacht terwijl ze weer opstond, de kinderen oppakte en die in haar armen legde.
Ze gaf ze allebij een kleine kus op hun kruin en zuchtte weer diep, de vrouw liep de kamer uit en deed de deur achter zich dicht om later naar beneden te lopen en in een oude verlaten kamer terecht te komen. Ze legde de kinderen in een kleine mand en deed d´r jas aan, ze probeerde zo zacht en rustig mogelijk te doen, de kleuters mochten niet wakker worden, dan zou het plan verpest zijn, dan zou alles verkeerd gaan, alles.
De donkerharige vrouw deed de deur open en liep met de kinderen naar buiten, het was een warme zomeravond, een paar auto´s reden langs de wegen, maar verder rest was het rustig in de straten. Ze liep snel door, ze wou het zo snel mogelijk afmaken en dan alles vergeten, alsof ze nooit hadden bestaan, ja, dat was ze van plan, ook al was het moeilijk, ze moest het doen.
De kinderen bleven rustig doorslapen, zonder te merken wat er allemaal rond hun heen gebeurde droomden ze verder, zonder te weten dat hun moeder hun zodra achter zou laten en als ze, morgen, wakker zouden worden ze wezen waren, wezen zonder huis, zonder moeder, zonder familie, met niks.
De vrouw stopte vlakbij een vuilnisbak en legde de kinderen ernaast, met een kleine warme deken over hun heen. Ze gaf hen een laatste kus en een paar tranen rolden weer over haar wangen, ze veegde ze weer snel weg en probeerde de andere tranen tegen te houden.
´´I-ik zal jullie missen…´´Zei ze weer zacht. De vrouw stond op en draaide zich om terwijl ze haar goedkope maar mooie jas goed deed en haar haar in een staart deed. Ze keek nog één keer om.´´We zien elkaar ooit wel weer.´´Dat waren haar laatste woorden tegen d´r kinderen, toen draaide ze zich weer om en liep naar huis met tranen in haar groene ogen.
Er zijn nog geen reacties.