Hoofdstuk 2

Mauw slaakte een noodkreet van angst. Ze had zich nog nooit zo klein en kwetsbaar gevoeld. Er druppelde wat bloed op de grond. De harde tegels werden wat rood... Waarom ben ik niet dood?! Wat kan ik doen? Hoezo leef ik nog? Wat kan ik doen om mezelf los te krijgen?Deze hond is veel groter en sterker dan ik...

Ineens kwam er een tweebeen aan rennen. De hond keek geschrokken om en Mauw viel op de grond. Mauw keek geschrokken om. Mauw aarzelde geen moment , en sprong naar de hond ; waarvan Mauw hem te snel af was. Tijdens haar sprong klapte ze haar nagels uit en liet ze schuren langs zijn bruine pels. Er kwam wat bloed uit de vijands wond. Mauw zag dat de hond schrok , maar die liet zich niet kennen. Het logge beest rende agressief haar kant op. Mauw zette haar haren omhoog en zette zich schrap , nam een aanloop en sprong hoog de lucht in. Haar vlijmscherpe nagels schitterde in het zonlicht. Haar vlijmscherpe nagels schraapte over zijn huid. Het beest begon te janken en rende weg naar zijn tweebeen. Z'n staart tussen zijn poten geklemd. Mauw liep naar het hegje. Ze klom door het gat naar de andere kant. De poes liep verder door.