~Chapter 5.7~
Ollivander zat blijkbaar al een jaar ong. opgesloten in de kelder, en dat zou dan samen met Louise zijn.
My bad, sorry!
''I know I haven't been a good father or husband. You don't have to remind me of it.''
Draco Malfoy.
Het horen van die stem maakte dat Draco naar adem hapte. Hoewel deze stem, Louise's stem, naar hem had geroepen in zijn nachtmerries, was het heel anders om deze te horen, nu, hier, in het echt. Hij kijk de duistere ruimte rond en vond haar vrijwel meteen. Haar ogen schitterden in het duister en hij vroeg zich af hoe dat mogelijk was na maanden opgesloten te hebben gezeten. Voor zover het weinige licht dat toeliet bekeek Draco zijn zus. Hij keek naar haar lange haren, die niet meer zo glansden als voorheen en naar haar lippen, waarvan de hoeken zich hadden opgekruld in een grijns die volgde op de opmerking die ze net had gemaakt.
Al met al zag ze er verschrikkelijk uit.
Draco slikte moeizaam en liep op de goblin af, die hij bij zijn arm greep. Op zijn terugweg naar de tralies deur hoorde Draco een hoog en lief stemmetje.
'Je hebt een erg aardige zus, Draco,' zei de stem van Luna Lovegood. Hij draaide zijn hoofd om en keek naar zijn zus over zijn schouder.
'Dat weet ik. Ze is de beste.'
Narcissa Malfoy.
Met trillende handen probeerde Narcissa de wonden die haar zoon had opgelopen schoon te maken en te helen. Dankzij hun oude huiself, Dobby, had bijna iedereen een aantal verwondingen opgelopen dankzij de glassplinters die alle kanten op kaatsten toen de kleine elf de kroonluchter naar beneden had laten storten. En de enorm beangstigende woede van de Dark Lord, wanneer hij erachter kwam dat Harry Potter aan hen ontsnapt was, zorgde voor nog enkele verwondingen en enorme pijnen in ieders lichaam dankzij de Cruciatus Curse.
Lucius had de kamer verlaten zodra de Dark Lord verdween, en ook Bellatrix en de Snatchers waren nergens meer te bekennen. Toch vond Narcissa het nodig om haar stem op fluistertoon te houden wanneer ze sprak - als ze sprak. Haar handen trilden nog heviger toen ze glasscherf na glasscherf uit haar zoons wang en voorhoofd haalde.
'H-heb je haar gezien?' vroeg ze zachtjes. Draco's kaak verstrakte en hij keek zijn moeder aan. Daarna knikte hij. 'Hoe zag ze eruit? Ging alles goed met haar? Heb je haar kunnen spreken?'
De stroom aan vragen werd door Draco beantwoord met het ophalen van zijn schouders. Hij wist ook niet wat hij moest zeggen. Louise zag er vast verschrikkelijk uit, uitgehongerd en vol verdriet. Narcissa kon het zich zo voorstellen en het idee eraan liet tranen in haar ogen verschijnen. Ze haalde de laatste glasscherf uit Draco's rechterwang en glimlachte gedwongen.
'Alles zal snel voorbij zijn, zoon. Dat beloof ik.'
Louise Malfoy.
Wat fijn om weer helemaal alleen te zijn, dacht Louise bij zichzelf terwijl ze de duistere en koude kelder rondkeek. Ze glimlachte sarcastisch tegen zichzelf en schudde vervolgens haar hoofd. Ach, wat zou het ook. Het was alleen een beetje jammer dat ze net aan haar aparte gezelschap was gewend. Ollivander zei nooit veel en zat meestal in een hoekje tegen zichzelf te mompelen, terwijl Luna Lovegood maar tegen haar bleef kletsen over een of andere Crumple-Horned Snorkack en iets genaamd Nargles.
Maar Louise genoot ervan, ook al begreep ze geen woord van wat Luna zei. Ze vond het heerlijk dat die meid zo vrolijk door kon blijven kletsen, en af en toe zo dromerig voor zich uit staarde en even stil viel, waarna ze gewoon verderging waar ze gebleven was.
En nu zat ze weer helemaal alleen.
Haar gedachten dwaalden af naar de geluiden en hartstochtelijke schreeuwen die ze een aantal uren eerder had gehoord, maar al gauw begon ze aan Blaise te denken. Hoe zou het met hem gaan? En met zijn moeder, die haar nog steeds niet aardig vond? Zou Blaise alles aan haar verteld hebben, zou hij überhaupt naar haar terug zijn gegaan? Misschien was hij wel naar Hogwarts gegaan alsof er nooit iets gebeurd was. Zou iemand haar missen? Zou het iemand wat kunnen schelen waar Louise Malfoy was?
Vast niet.
Haar gedachten maakten haar uitgeput en ze besloot haar ogen even dicht te doen, om vervolgens in een diepe slaap te vallen.
Louise had haar dagen slapend en uitgehongerd doorgebracht. In alle weken die ze alleen in haar cel had gezeten was er niemand bij haar geweest, blijkbaar gebeurden er belangrijke dingen en was zijzelf niet belangrijk genoeg om aandacht te krijgen, al was het maar om een glaasje water of een stuk oud brood te krijgen. Ze had zo'n honger dat ze overwoog zichzelf op te eten, maar die gedachte maakte haar misselijk en ze schudde die dan ook vluchtig uit haar hoofd. Ze wilde gewoon weg, of dood. Ze was tevreden met beiden.
De blond harige meid zag haar eigen einde in zicht komen, maar toen ze dacht dat ze het geen seconde langer vol kon houden, klonk er een zacht gekraak uit de richting van de trappen. Ze hield haar ogen gesloten en luisterde gespannen naar de voetstappen die de stenen trappen afliepen. Het waren meerdere personen, twee, misschien drie.
'Louise?'
De zachte en bezorgde stem van haar moeder klonk door de tralies en nu pas opende Louise haar ogen. Dit is toch zeker te mooi om waard te zijn, dacht ze. Haar moeder was hier, na al die tijd, na zo veel maanden. Er was vast iets ergs gebeurd.
'Louise, liefje,' klonk er opnieuw, alleen klonk er nu een gekraak afkomstig van de tralies. Opnieuw klonken er voetstappen, deze keer veel dichter bij. En ze bleven ook dichterbij komen, totdat Louise haar moeder's gezicht van dichtbij kon zien, en ook de tranen zichtbaar in haar ogen. Achter haar stond Lucius.
'Wat doe jij hier?' vroeg ze, schor doordat ze al weken niet meer gepraat had.
'We komen je eruit halen, schat,' antwoordde Narcissa, alsof ze niet begreep wat haar dochter bedoelde. Maar Louise besloot er niet op in te gaan, ze werd nu immers bevrijdt. 'De oorlog zal gauw beginnen. Elke Death Eater en aanhanger van de Lord is op Hogwarts.'
'Wat doen jullie dan hier?' vroeg ze terwijl ze over haar polsen wreef. Ze probeerde niet te kijken wat ze deed, zoals haar moeder. Ze wist ook wel dat ze er uitgehongerd uit zag en Narcissa dacht vast dat haar pols zou breken als ze nog harder wreef.
'Jou redden, natuurlijk. We weten wat er gaande is; de Lord zal dit niet overleven. Alles zal gauw voorbij zijn.'
Dit was de eerste keer dat haar vader sprak en Louise gaf hem een kwade blik. Ze was alles dat zich tussen hen twee had voorgevallen nog niet vergeten.
'Nou, kom op, dan gaan we,' mompelde Louise en ze stond op van de grond. Ze zette trillende stappen vooruit en probeerde in haar eentjes naar de trappen te lopen.
'Waarheen? Jij gaat nergens heen; kijk eens naar jezelf.'
Haar moeder klonk bezorgd. Louise zetten stug haar voet op de eerste trede.
'Ik ga naar Hogwarts. Je denkt toch niet dat ik Draco daar alleen laat? En Blaise? Is hij ook daar?'
Louise werd aan haar armen vastgegrepen door twee sterke handen en ze probeerde deze van zich af te duwen.
'Laat me los!'
'Je gaat nergens heen, Louise. Je kan nauwelijks rechtop staan.'
'Dan geef me een appel en een glas water, dan kunnen we gaan!'
Zonder een woord werd ze over haar vader's schouder heen gegooid en ze gromde boos. Dit was beschamend. Moeder liep achter hen aan toen ze de trappen op gedragen werd, om vervolgens op de bank in de woonkamer neergezet te worden. Terwijl haar vader bij haar bleef, ging haar moeder eten halen. Louise wachtte met haar armen over elkaar geslagen.
'Het spijt me,' begon Lucius zachtjes, zodat Narcissa het niet zou horen, mocht ze plots binnen komen. 'Van... alles. Ik ben geen goede vader of echtgenoot geweest, en dat weet ik. Je hoeft me er niet aan te herinneren.'
Met haar armen nog steeds over elkaar geslagen keek ze haar vader vanuit haar ooghoeken aan.
'Je moeder weet er nog niet van, maar ik beloof je dat ik het haar zal vertellen, als dit alles over is.'
Louise knikte en ging weer verder met staren naar een bepaald punt op de muur. Narcissa kwam terug met een appel en een kop thee.
'Eet, drink, en dan zullen we overwegen of je meegaat met het halen van je broer.'
Reageer (7)
snel verder!!
1 decennium geledenZe gaat toch wel mee. Ook als ze niet mag het is wel Louise!
1 decennium geleden