MÃra
Ooit zal ik hier weg gaan. Weg van de wereld of nou in ieder geval weg uit deze tijd.
‘Jefta?’ misschien een één of andere riem met een speciale knop er op. Of misschien een auto die achter uit rijd.
‘Jefta!!?’ hu?
‘Was up?’ o, nee he. Ik ben weer aan het dag dromen. Het is men pa. Wat moet die nou weer.
‘Wat ga jij mij “Was up?” dat doe je maar bij je vrienden. Je bent zeker weer aan het dag dromen. Doe dat maar als je in je bed ligt. Ga nu wat nuttigs doen, een baantje of een opleiding zoeken of zo.’ En daar gaan we weer. Ik ben gelukkig net op tijd weg. Er knalt iets hards tegen de muur aan. Vast een boek dat achter mij aan werd gegooid.
Het is een mooie dag in augustus, het zonnetje schijnt de vogels fluiten, en ik verveel mij. Misschien heeft die pa van mij toch gelijk dat ik eens een vriendin moet gaan zoeken. Dan heb ik inderdaad iets te doen.
Hallo daar schoonheid. Er loopt een meid met lang blond haar richting de zee. Die kans is voor mij.
Het meisje draait zich nog om voor dat ik iets kan zeggen
‘Allo, k ben Míra.’ Wat is zij schattig. ze is wel een kop kleiner dan mij.
‘Ik ben Jefta.’ Míra glimlacht. ‘Wat wat brengt jou hier?’ ze kijkt naar de zee.
‘Ik ben op zoek naar een vriend. Ken jij ook iemand met de naam Martin?’ Martin? Nooit van gehoord.
‘Nee, het spijt mij. Waarom ben je naar hem op zoek? Als ik vragen mag?’ ze kijkt pakt een horloge uit haar zak. Jemig wat een groot ding. Allemaal extra knopjes.
‘Hij is het vergeten.’ Oké?
‘Waarom bel je hem niet gewoon op? Of hij kan het de volgende keer weer mee nemen.’ Míra kijkt op haar horloge. Haar blik veranderd onmiddellijk.
‘Het was leuk met je te praten, maar ik moet gaan.’ Gaan? Míra draait zich om.
‘Wanneer kan ik je weer zien? Of mag ik je telefoon nummer?’ Míra staat abrupt stil.
‘Het spijt mij zeer. Je kunt mijn telefoon nummer niet krijgen. En je zal mij hier nooit meer zien.’ Míra begint sneller te lopen. Ze gaat de hoek van het strand huis om.
Hoezo nooit meer zien. Ze keek nog wel zo lief. Ik begrijp het niet helemaal.
Mijn voedstappen blijven diep staan in het sneeuw witte zand. Er is nog net een glimp van haar lange blonde haren te zien.
Ze gaat met haar handen naar haar horloge toe. Er ontstaat een cirkel rond haar. ‘Wat doe je?’ ze schrikt. Er is een flits. Er valt iets op de grond. Ze is weg. Verdwenen? Wat is dat voor een goocheltruc.
Reageer (1)
verdeeeeeeeeeeeeeerxD
1 decennium geleden