Bedrogen
Regen. Ik hoorde alleen maar het zachte gekletter van de regen op het dak van de kleine studio. De wind raasde hard langs het gebouw aan de rand van de studentenstad. Ik was heel blij geweest dat ik de studio van mijn stiefzus mocht lenen tijdens haar stage. Ik was nog steeds blij met deze kleine, veilige haven. Dicht bij het probleem, misschien, maar toch deed het me denken aan haar, aan de rest van mijn familie. Het was een warm, veilig gevoel. Ik kon ze dan niet altijd bij me hebben, ik had ten minste dit van hen gekregen. Mijn kleine safe-house.
Ik kon de telefoon opnemen en naar hen bellen, dat zou ik waarschijnlijk nog wel doen, maar nu nog niet. Alles lag nog veel te vers in mijn geheugen, in mijn gebroken hart. Ik liep rond, haalde een potje yoghurt, gemaakt door mijn stiefvader, uit de koelkast en plofte op mijn geleende bed. Ik zakte zo diep mogelijk onder de dekens, het voelde niet zo goed als ik gehoopt had. Rusteloos liep ik weer naar de keuken om het potje in de gootsteen te zetten.
Het was al donker buiten, hoewel het nog niet zo laat was. De storm raasde nu door de stad, maar het was niet altijd zo geweest. Het was op zich een mooie dag geweest. De zon had geschenen, het was warm geweest. Stilte voor de storm, had Henry nog zo gezegd. Ik had hem niet willen geloven, ik had gehoopt op nog één dagje zonneschijn. Eigenlijk had ik, op een heel ander vlak, gehoopt op een heel leven vol mooie, perfecte dagen. Henry had gelachen met mijn opmerking over het weer, of dat dacht ik ten minste, had hij dit zien aankomen?
Henry en ik waren al bevriend sinds de middelbare school, nadat we allebei biologie gingen studeren, waren we closer geworden. We studeerden vaak samen. Iets wat ik nooit met hem had willen doen. Zijn onvolwassene houding en gebrek aan concentratie hadden me altijd gestoord. Henry was een betere studiepartner, hij was slimmer dan ik, maar hij studeerde er harder voor, ik was eerder lui. Hij motiveerde mij om langer te werken, ik hem om efficiënter te leren. We kenden elkaar, misschien zag hij dingen die ik helemaal niet kon zien.
Ik staarde naar de gsm, wie zou ik bellen? Mijn zusje? Haar zou ik alles kunnen vertellen, ze zou me troosten, zeggen dat alles wel goed zal komen. Wou ik dat wel? Ik zou het toch niet geloven. Mijn moeder was een heel aanlokkelijk idee, ze zou rustig blijven, misschien wel voorstellen om me op te halen. Naar huis gaan zou leuk zijn, misschien had ze gelijk gehad, misschien was ik inderdaad te jong om alleen in deze stad te zijn. Hoewel het steeds maar vijf dagen was, mistte ik thuis enorm. Ik hield het idee in mijn achterhoofd, mama zou een goed idee zijn. Mijn oma zou misschien nog het makkelijkste zijn; we konden gewoon een praatje maken over wat dan ook. Maar wat als ze naar hem zou vragen?
Uiteindelijk werd het een sms’je naar Henry, gewoon de vraag of hij zin had om langs te komen en een film te kijken. Ik kreeg niet meteen antwoord, maar dat was gewoon Henry. Hij vroeg of ik niet langs wou komen, het idee mijn veilige plekje te verlaten, zat me ietwat tegen, maar ik mocht ook niet bang worden om buiten te komen. Ik trok mijn jas strak om me heen en ging de straat op. Het was goed om door de regen te lopen, het kalmeerde me. Henry’s kleine studentenkamer was maar enkele minuutjes wandelen, ik haastte me niet. Ik voelde de koude druppels tegen mijn gezicht, het water liep langs mijn haar naar beneden. Het was rustig op straat, maar niet doodstil.
Ik had een strakke jeans met een los topje aan, het was warm voor de tijd van het jaar. Ik kwam net uit microbiologie, zwaaide nog even naar Henry en ging op weg naar Emma. Het was een vreemd moment, in een klein eethuisje naast Emma’s campus. Emma was ook een oude vriendin, we zagen elkaar wat minder, maar kwamen nog steeds goed overeen.
Voor één keer keek Emma heel serieus, ze praatte eens langzaam, rustig, niet meer woorden dan nodig. ‘Ik moet je iets vertellen, schrik alsjeblieft niet en word niet kwaad op me, maar je moet het weten.’
‘Ems? Wat is er mis?’ Iets klopte niet, Emma sprak alleen zo over heel serieuze dingen.
Ze zei niets en schoof haar smartphone naar me toe. Er stond een foto open over het hele scherm. Ze hoefde niets meer te zeggen. Ze herkende iedereen op de foto, vooral de jongen en het meisje die aan het kussen waren. Jesse, Diego, Bram. Zijn vrienden én een vriendin, én hem. Ze zaten in hetzelfde gebouw op kot. Er was geen twijfel mogelijk dat hij het was, zijn uiterlijk was moeilijk te missen. Ik duwde de foto van me weg. Emma bood me een zeldzame knuffel aan, ik nam hem aan, ze was er zuinig mee.
‘Hoe kom je eraan?’ vroeg ik zacht.
‘Ik en Vicki hebben hem gemaakt, het was helemaal niet de bedoeling dat we dat zouden zien, ik liep gewoon met haar terug naar Henry’s kamer van de psychologiecampus. Ik denk niet dat hij ons daar verwacht had, hij heeft ons trouwens niet gezien.’
‘Dankje voor je eerlijkheid, Em, waar is Vicki?’
‘Ze heeft nog les, we wilden het je meteen laten weten, daarom is ze niet mee. Het is zeker niet dat ze het voor je wou verzwijgen.’
‘Jullie zijn geweldig.’
‘Dankje, we doen onze best,’ glimlachte Emma wrang. Ze schudde een donkere krul uit haar ogen. ‘We zijn er voor je, altijd.’
Ik was compleet uitgeregend wanneer ik bij Henry aankwam, maar het maakte niet echt uit. Ik was verraden, bedrogen, verlaten. De regen deed me niets, maar dit bedrog, dat was echt pijnlijk. Het lucht werd donkerder, de storm versterkte en de avond viel. Overmorgen kon ik weer naar huis, voor nu was Henry een goede afleiding.
Emma en Vicki zaten in Henry’s kamer wanneer ik er aankwam. Vicki vloog om mijn nek en liet me voor meer dan een minuut niet meer los. Ik huilde niet, niet omdat het geen pijn deed, zelfs niet om me sterk te houden, gewoon omdat ik zo leeg was. Het voelde alsof er gewoon niets meer in me zat.
‘Daar gaan we weer, een extra dosis progesteron en oestrogeen in mijn kamer. Al jullie meisjes schattigheid. Het zit hier altijd vol met meisjes, ik begrijp vrouwen, maar toch heb ik geen vriendin. Ik snap het niet,’ klaagde Henry.
‘Wat wil je met een vriendin, Henry, alleen maar gebroken harten,’ zei ik met een zwaarmoedige glimlach.
‘Henry!’ snauwde Vicki, maar het maakte mij niet uit. Henry was een schat tegen zijn zussen, vriendinnen en studiemaatjes. Hij had inderdaad veel meisjes in zijn leven, maar nooit de juiste.
‘Nee, hij heeft gelijk. Hij heeft de juiste persoon niet gevonden, dan moet hij het niet forceren, het eindigt dan toch altijd in bedrog. Wacht tot je helemaal zeker bent, anders loop het toch niet goed af.’
‘Het spijt me.’
‘Het maakt niet uit, Ry, ik kan er wel tegen.’
‘Films en ijs?’ vroeg Emma.
‘Films en ijs,’ bevestigde Vicki.
‘Tijd voor de vijf smaken van bedrog,’ zuchtte ik.
‘Is de eerste stap het ontkennen van de calorieën?’ vroeg Henry.
Ik knikte. ‘Het eindigt met het accepteren van het ijs.’
‘Dan doe ik maar mee, gezien we toch allemaal in mijn kamer zitten en het mijn ijs is waar Vicki naar zoekt. Onderste lade!’ riep hij richting de gedeelde keuken.
Emma haalde een laptop boven en sloot hem aan op Henry beamer. ‘Romcoms?’
‘Nee,’ mompelden ik en Henry tegelijkertijd.
‘Ik hoopte al op die reactie, anders moesten we op zoek naar iemand die ze heeft. Supernatural?’
We knikte. Vicki kwam binnen met het ijs en we propten onszelf met 4 op Henry’s kleine bed.
Hoewel ik die dag verraden was en het niet de eerste keer was, maakte mijn bindingsangst me nooit bang om te dicht bij deze mensen te staan. Ooit had ik ook gevreesd hen te verliezen, maar langzaam was dat gevoel weggeëbd. Ik wist nu dat ik deze mensen altijd zou kunnen vertrouwen, dat ik steeds op hen kon rekenen, dat ze me alles zouden vertellen, hoe pijnlijk ook.
Ik zou mezelf nog met hem moeten confronteren, maar dat waren zorgen voor een andere keer, deze avond stond in het teken van series en het delen van een bal ijs met vier lepels. Deze avond moest ik aan niets denken. Even had ik geen ex die het nog niet wist, geen zorgen. Ik was voor dat moment niet bedrogen. Ik was bij mensen die ik vertrouwde, die om me gaven, waar ik heel veel om gaf.
Bedrog? Bedrog is een illusie, het is eigenlijk je eigen fout dat je iemand iets toevertrouwt dat ze niet aankunnen. Het enige bedrog dat je aangedaan kan worden, komt van jezelf.
Er zijn nog geen reacties.