Hoofdstuk 1

Maanpoot zat met Dauwpoot samen te tongen in het leerlingenhol. Koperpoot kwam binnen en kwam naast hun zitten, hij zij dat Geelklauw hem het woud hat laten zien. Hij was een net nieuwe leerling. 'leuk,' zei Maanpoot, zij en Dauwpoot waren al best ver met de training. IJzervacht stak zijn kop naar binnen en riep Dauwpoot. 'Sorry Maanpoot', zei Dauwpoot' ik zie je na de training.' Oke. Dauwpoot liep weg en Maanpoot bleef zitten in het hol, Koperpoot ging slapen dus ging Maanpoot toch maar naar buiten. Ze ging naar de hoop verse prooi en kwam Bespels tegen, haar mentor. Bespels zei: he kom je mee trainen nadat je hebt gegeten? We kunnen gaan jagen? Ja graag zei Maanpoot en koos een malse spitsmuis uit. Bespels ging ook eten.
Zo Maanpoot waar kan je het best prooi vinden. 'Tussen de varens of bij de wortels van de bomen' zei Maanpoot. Nou laten we gaan kijken of je gelijk hebt, Maanpoot snoof de lucht in en zei: ik ruik muis. Ze liet zich in jachthouding zakken en sloop langzaam ernaartoe. Het beestje zat te knabbelen op een nootje. Maanpoot maakte zich klaar voor de sprong en doodde hem met een poot. Toen ze uit de struiken kwam met de muis zei Bespels: wauw goed gevangen! Laat die maar hier dan kunnen we hem later ophalen. Ze gingen verder naar het noorden daar vingen ze nog een konijn twee eksters en een spreeuw.
Toen ze terug kwamen met hun bekken vol prooi was Dauwpoot er al. Ze leek niet al te blij maar Maanpoot besloot niks te vragen. Samen liepen ze terug naar het leerlingenhol het werd al laat dus gingen ze slapen.
Toen Maanpoot wakker werd was Dauwpoot al weg. Ze zat buiten in haar eentje voor het hol in de schaduw ze leek alweer niet zo blij dus liet Maanpoot haar alleen.

Dauwpoot leek de laatste tijd erg depressief. En toen ze het kamt uit ging om te jagen met haar mentor IJzervacht zag ze er verslagen uit. Dus bood Maanpoot aan om mee te gaan. Tijdens het jagen zette Dauwpoot gellukig haar beste beentje voor dat was een goed teken, maar toch dacht Maanpoot dat ze maar beter kon vragen wat er aan de hand was.

Maanpoot kwam uit de struiken met een groot konijn toen ze terugkwamen van het jagen. Het was een erg geslaagde jacht, dus Maanpoot legde haar prooi op de hoop. Klaverpoot kwam eraan en zij: o, mag ik dat konijn voor Glasvoet en mij? Ja natuurlijk. Klaverpoot was de leerling van de medicijnkat Glasvoet. Klaverpoot wist nog niet alles over de kruiden en maakte zich daar soms zorgen over dat de sterrenclan haar niet zou accepteren. Toen liep Dauwpoot op Maanpoot af en zei: ik moetje iets vertellen. Ze liepen naar het leerlingenhol, gelukkig was Koperpoot er niet. Maanpoot ging liggen en wenkte naar Dauwpoot dat ze kon begginnen: ik heb de Bloedclan gezien in het woud!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen