01 :00u ‘s nachts. Mijn wekker gaat af. Ik zet hem uit en spring - klaarwakker en aangekleed - mijn bed uit. Zachtjes loop ik naar de deur en luister aandachtig. Niets… Het hele huis slaapt. Geruisloos loop ik terug naar mijn bed en maak het zo op, dat het lijkt alsof ik er nog in lig. Ik grijp mijn rugzak, loop naar het raam en zet het wijd open. Met een glimlach op mijn gezicht, adem ik een flinke teug koele nachtlucht in. ‘Dit heb ik zo gemist !’ denk ik bij mezelf. Ik kan de opwinding en de spanning van de nacht al voelen. Nog eventjes controleren of alles in orde is : Mijn ouders ? Check ! Hun gesnurk is zelfs op kilometers afstand te horen. Heb ik alles mee ? Check ! Check ! Check ! Oké, ik ben er klaar voor. Ik ga op de vensterbank staan en kijk voorzichtig naar beneden. De kust is veilig, geen auto’s te bespeuren. Dus klim ik het raam uit, het dak op. In het begin heb ik moeite om mijn evenwicht te bewaren, maar al snel voel ik me weer helemaal in mijn element. Dus ga ik op weg. Na een tijdje kom ik aan bij het gebouw van de school. Via een brandladder kom ik op de speelplaats terecht. Eventjes blijf ik roerloos staan, bang dat er plots een alarm afgaat.Maar er gebeurt niets. Dan valt mijn oog op de witte muur aan de rand van de speelplaats. Ik loop er naartoe en grijns : precies wat ik nodig heb ! Tsssss, ze zullen versteld staan als ze morgen op school komen ! Ik haal mijn spullen uit mijn rugzak en begin mijn ultieme wraak op de witte muur te schilderen.

Een paar maanden geleden, maakte ik nog deel uit van de bekendste en coolste Street-Art band van de stad : de 7-UP. We waren met zeven en niemand wist wie we écht waren. Anders zouden we op slag beroemd zijn. Maar we bleven anoniem, omdat we anders een heleboel processen aan ons been hadden hangen. De gemeente had namelijk een hekel aan ons, en de politie was naar ons op zoek. Het was dus vrij lastig, zelfs ‘s nachts, om onze ‘schilderijen’ te maken. Wat het juist extra spannend maakte. De maanden waarin ik bij de 7-UP hoorde, waren de coolste van mijn leven. Maar ja, aan alles komt een eind…

Het was diep in de nacht. Iedereen was naar een stomme fuif, dus was ik helemaal alleen, bezig met een tekening op een grijze muur. Helemaal verdiepd in mijn werk, zag ik hem niet naderen. Pas toen hij begon te schreeuwen, merkte ik hem op. Ik vloekte : politie. Razendsnel griste ik mijn spullen bij elkaar en begon te rennen. Ik rende alsof mijn leven ervan afhing. Maar ja, wat ben ik tegenover een volwassen agent ? Binnen een mum van tijd had hij me ingehaald. Ik kon zijn hete adem al in mijn nek voelen. Maar zo snel gaf ik het niet op. Halsoverkop rende ik een zijstraatje in en zocht wanhopig naar een uitweg. Daar ! Het einde van het straatje ! Zo snel mogelijk rende ik de hoek om. Terwijl ik liep, werd ik me vaag bewust van muziek. De muziek werd steeds luider en luider. Na een tijdje was de bass tot in mijn buik te voelen. Ik herkende steeds meer mensen van mijn school : daar liepen jongens van mijn klas en ginder stonden meisjes van mijn jaar te lachen. Wat deden ze hier allemaal ? Moesten ze niet gewoon thuis zijn ? In bed ? Toen pas drong het tot me door : de fuif ! Die was ik helemaal vergeten ! Veel tijd had ik niet om daarover na te denken, want ik voelde een harde ruk aan mijn rugzak. Met een dramatische zwaai viel ik plat op mijn rug. Recht voor de ogen van mijn klasgenoten. De spuitbussen rolden mijn rugzak uit, de straat op. Mijn klasgenoten staarden me verbaasd aan. Hun ogen waren groot van verbazing. Ongeloof stond op hun gezicht geschreven. Ze keken bijna alsof er iets schokkends gebeurd was. Misschien was dat ook zo. Ik sloot mijn ogen en wensde vurig dat ik thuis was gebleven. Toen kwam de agent naast me staan. Hij haalde zijn walkie-talkie tevoorschijn en zei luidop, zodat iedereen het zou horen : ‘Ik heb er één te pakken ! Een meisje van de 7-UP!’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen